Van Rossem is net zo grappig als een bejaarde die in haar bakkes gezeken wordt.
Illustratie Steve Nestorovski
Deze vethoop wordt in Nederland beschouwd als een Amerikakenner. Amerikakennner? Hij zou niet eens het onderscheid kunnen bevroeden tussen de kanis van Nixon en de kont van Bush sr.
Hij werd op 24 oktober 1943 geboren in Zeist, waar zn ouders, Sjoerd en Toos, een winkeltje hadden in antieken brooddozen, achttiendeeeuwse toiletpotten en sigarenbandjes die nog waren opgespaard door Floris de Vijfde.
Natuurlijk ging dat winkeltje failliet en het gezin verkaste naar Wageningen, waar Sjoerd op straat gebruikte theezakjes verkocht en Toos een burn-out kreeg die haar 23 uur en twintig minuten per dag aan bed kluisterde. Wat ze in die overige veertig minuten deed, geen hond die er interesse in had.
De familie Van Rossem had een tak in Amerika, en soms kwamen enige neven naar Nederland op bezoek en ze brachten dan vieze plaatjes mee van Doris Day, biografieën van Eisenhower en een doos woestijnzand uit Nevada, wat de jonge Maarten deed verzuchten: O, Amerika, wat is me dat toch een fraai landje zeg, nondepietjes. Hij schreef niet veel later een boek over de materie getiteld De Verenigde Staten in de Twintigste Eeuw, dat zo boeiend was dat niemand ooit bladzijde dertig haalde zonder tevoren in een halfcomateuze slaap te vallen. Ondertussen begon Van Rossem dikker en dikker te worden, wat hem niet belette om een leerstoel te krijgen in Utrecht, en hadden ze die stoel niet twee meter breder gemaakt dan normaal, Van Rossem zou er niet in gepast hebben.
Van Rossem is altijd een fan geweest van het linkse denken. Hij is zo links dat hij zn kleren een week lang ononderbroken draagt, zn tanden nooit poetst en lijstduwer werd voor de Pvda, zonder enig merkbaar resultaat natuurlijk.
Hij kreeg zn eigen tijdschrift, Maarten, en daarin onderhoudt hij zelf de kookrubriek waarin hij de weinige lezers leert hoe ze ongeveer 140 kilo kunnen gaan wegen en hoe ze aan een driedubbele kin kunnen geraken, zonder te besparen op kilos boter, kruiwagens vol patat en in pure olie gemarineerde varkensoren.
Van Rossem werd, zoals vele nitwits, een veelgeziene figuur op de televisie, waarop hij, met een stem die zo aantrekkelijk is als de gaapgeluiden van een nijlpaard, zn licht laat schijnen over ieder mogelijk onderwerp, en wel met zoveel kennis van zaken dat je net zo goed Jort Kelder, Maxim Hartman of Gerard Joling om commentaar had kunnen vragen.
Tevens is Van Rossem een soort van sidekick in het ontspannende programma De Slimste Mens. De bedoeling is dat hij grappig uit de hoek komt, maar hij is net zo grappig als een bejaarde die in haar bakkes gezeken wordt. Als er een referendum zou worden gehouden onder het Nederlandse volk met als vraag: moet Maarten van Rossem voor eeuwig verdwijnen, dan zou ja het halen met ongeveer 99,8% van de stemmen.