Lodewijk Asscher presenteert zich in gesprek met journalist Max Moszkowicz (pagina 40 en verder) als de premier van alle inwoners van Nederland die zich aan de regels houden. Wie zich aan de spelregels houdt, hoort erbij. Ophouden met zeuren. Omgekeerd geldt volgens de PvdA-lijsttrekker: Als je je niet aan de spelregels houdt, hoor je er niet bij. Geen excuusjes, slechte jeugd gehad, verkeerd geïnformeerd, als je je niet houdt aan onze regels lig je eraf. Dat zou dan moeten gelden voor geboren Nederlanders, en voor mensen die elders zijn geboren, los van hoe ze hier zijn gekomen.
Moszkowicz: We zien nu ook dat het niet altijd Syriërs zijn die hier binnenkomen, maar ook Eritreeërs, Pakistanen en Algerijnen. Geen asiel-, maar gelukzoekers. Waarom worden die nog steeds asielzoekers genoemd? Asscher: Zo moeten we ze ook niet noemen. De Marokkanen en Algerijnen die zich hier door de mazen van de asieltolerantie hebben binnengewerkt en zich misdragen of crimineel zijn, verpesten het voor de Syrische gezinnen die echt asiel nodig hebben. Dat zijn gewoon criminelen.
Asscher laat zich hier verleiden om rechtse taal uit te slaan, want wie zegt dat deze groep zich massaal misdraagt of crimineel is? Maar Moszkowicz heeft met zijn vraagstelling wel een punt: mensen die gewoon liever in Nederland dan in het land van herkomst wonen, zijn geen asielzoekers, maar gelukzoekers. En daar is helemaal niks mis mee, want geluk is het grootste goed en de zoektocht ernaar kan je een mens niet kwalijk nemen. Alleen is de asielprocedure voor mensen die niet uit oorlogsgebieden komen niet de te bewandelen weg op zoek naar een beter leven. De asielzoeker heeft die weg harder nodig dan de gelukzoeker.