Marianne Thieme (Partij voor de Dieren): 'Het is tijd voor Plan B'

Tot aan de Tweede Kamerverkiezingen zit Marcel van Roosmalen voor Nieuwe Revu wekelijks op de eerste rang van het politi...

Tot aan de Tweede Kamerverkiezingen zit Marcel van Roosmalen voor Nieuwe Revu wekelijks op de eerste rang van het politieke circus. Deze keer treft hij Marianne Thieme en Ewald Engelen van de Partij voor de Dieren in Amsterdam.

FOTOGRAFIE ELMER VAN DER MAREL

In boekhandel Scheltema presenteerden Marianne Thieme (lijsttrekker van de Partij voor de Dieren) en lijstduwer Ewald Engelen hun boek De Kanarie in de Kolenmijn aan een zaal vol bewonderaars, die net als zijzelf vinden dat ‘het financiële systeem en het politieke stelsel volledig zijn vermolmd’. In hun boek waarschuwen ze tegen ‘de onhoudbaarheid van de huidige politieke en financiële keuzes’ en signaleren ze de gevaren. Dat het fossiele denken gedurende lange tijd zo’n beetje alle verzamelde reserves aan fossiele brandstoffen erdoor heeft gejaagd. Dat honger niet het gevolg is van te weinig voedselproductie, maar dat het vooral gaat over voedselverdeling en -verspilling. Dat de strijd om water er niet een is van de verre toekomst.De oplossingen die ze aandragen, een radicaal andere manier van leven, werden door de schrijvers ‘Plan B’ genoemd.Marianne: ‘Het is tijd voor Plan B!’Ewald Engelen: ‘Boing!!!’Marianne: ‘Rustig, Ewald.’

Een vruchtbare openingszet

Het ging goed met de Pvdd. Ze bleven maar stijgen in de peilingen en kregen navolging in het buitenland. Op het moment van schrijven waren er wereldwijd dertien dierenpartijen actief. Het zaaltje op de vierde verdieping van de schitterende boekhandel, waar ze sinds de verhuizing naar het Rokin zelden zoveel bezoekers tegelijkertijd mochten begroeten, hing dan ook een uitgelaten stemming.Een vrouw met een houten pin door haar grijze knotje verwoordde het zo: ‘Ik ben somber over de aarde, maar ook tegelijkertijd ook blij dat de groep mensen die er wat aan wil doen maar blijft groeien. Kijk om je heen!’Ik keek om me heen en zag vooral (jonge) vrouwen, aangevuld met af en toe een meegenomen vriendje, aan wie je kon zien dat die het hart ecologisch op de goede plaats hadden. Jongens met houten oorbellen, of met een stuk zeep aan een touw om de nek.Marianne en Ewald maakten een energieke en bevlogen indruk, hoewel Ewald af en toe helemaal hyper van zichzelf raakte. Terwijl de twee de mensen toespraken, popte op het diascherm naast het podium de ene na de andere superpositieve boekrecensie van bekende en geleerde landgenoten op.‘Het gaat om afstand nemen van kwantitatieve, monetaire economische groei ten gunste van een kwalitatief hoogwaardige economische ontwikkeling die de welvaart in ruime zin bewerkstelligt,’ schreef bijvoorbeeld professor Arnold Heertje. ‘In het belang van immateriële waarden zoals leefbaarheid, duurzaamheid en behoud van natuur en cultuur. Dit boek is daartoe een vruchtbare openingszet.’‘Hulde voor dit boek!’ schreef professor en oud-premier Dries van Agt. Zijn vice-premier in de kabinetten Van Agt II en Van Agt III, professor Jan Terlouw van D66, schreef dat ‘we’ de aarde uitwonen. ‘Het stemt hoopvol dat wetenschappers als Ewald Engelen en politici als Marianne Thieme de problemen onderkennen en naar oplossingen zoeken.’ Schrijfster Mensje van Keulen ten slotte: ‘Laat deze kanarie uitvliegen en helpen de ondermijning van onze aardbol te stoppen.’

De twee gingen achter een lange tafel zitten. ‘Ik wil een pen! Ik heb een pen nodig, nu!’ riep Ewald. ‘Boing!!!’

Leve onze moederplaneet

Ewald Engelen verloor zich naarmate de avond vorderde steeds meer in zijn enthousiasme. Door te schreeuwen, door af en toe om onduidelijke redenen keihard ‘Boing!!!’ te roepen als hij een belangrijk punt had aangestipt. Als hij even niet sprak, stak hij de microfoon heel nonchalant in de kontzak van zijn spijkerbroek, om die er later alsof hij een pistool trok weer tevoorschijn te halen. Bij de vragen na af loop waren er nogal wat die vroegen wat ze, behalve door op de Pvdd te stemmen en het boek te kopen, nog meer met hun betrokkenheid konden doen.‘Alles!’ zei Marianne. ‘Neem contact op met ons secretariaat!’ Ewald verwees naar de Maagdenhuisbezetting door studenten.Dat was echt… ‘Boing!!!’Op de vraag waarom de partij eigenlijk Partij voor de Dieren heette, werd Marianne fel.De mensen vroegen toch ook niet naar de cijfers 66 in D66?‘De Partij van de Arbeid, hoezo staat daar eigenlijk het woord “Arbeid” in?’Wat ze eigenlijk zei was dat de verwijzing naar de dieren nergens op sloeg, en wat ze niet zei was dat al die stemmen van mensen die heel veel van hun huisdier houden mooi meegenomen zijn.Marianne: ‘Wij komen op voor alle aardbewoners.’‘Boing!!!’ schreeuwde Ewald Engelen.En daarna nog een keer ‘Boing!!!’ want hij had zin om zijn boek te signeren. De twee gingen achter een lange tafel zitten.‘Ik wil een pen! Ik heb een pen nodig, nu!’ riep Ewald, waarna er meteen twee medewerkers van de boekhandel aan kwamen draven. ‘Boing!!!’Er vormde zich een lang lint met bewonderaars, voor wie Marianne (en Ewald) allemaal een persoonlijk woordje in het boek schreven, hoewel de verzoeken daartoe soms wat buitenissig waren.‘Schrijf er maar in: “Leve onze moederplaneet, waarvan we de middelen sneller vernietigen dan ze kunnen worden bijgevuld. Liefs, Sint en Marianne Thieme,” ’ vroeg een vrouw in een kleurige lap textiel die even later zei dat ze het ‘menscentrale denken’ zat was.Een meneer met een fris grijs baardje en een rond brilletje, een button van de Pvdd op het revers, vroeg zich af waarom ik de ‘toch wel vrij intieme’ gesprekjes tussen auteurs en hun bewonderaars probeerde af te luisteren. Hij had geen naam, maar had wel bijna in de Provinciale Staten van Noord-Holland gezeten. Hij zei: ‘Ik hou in de gaten of alles ordelijk verloopt en ik denk zeker te weten dat Marianne en Ewald dit niet prettig vinden zo.’ Voor informatie over de partij verwees hij naar een groepje dat even verderop bij de boekenkasten druk in gesprek was. ‘Dat is voor dit moment de plaats waar u terecht kunt voor achtergrondinformatie en een kop thee. Als u geluk hebt, zijn er nog bietenballetjes over.’