Manifest voor de vrijheid

Beste Maurice de Hond, Kom je er nog een beetje uit, in een land vol zwevende kiezers, en werkzaam in de meest gewantro...

Beste Maurice de Hond,

Kom je er nog een beetje uit, in een land vol zwevende kiezers, en werkzaam in de meest gewantrouwde industrie van het moment: de peilingenbusiness? Als ik ondanks Brexit en Trump de peilingen toch geloof, wordt de PVV de grootste partij, en is een Nederland zónder de PVV alleen bestuurbaar door zes of meer partijen. Het is nog lang geen zomer, dat is duidelijk. Ik hoorde Geert Wilders’ speech voor de rechtbank. Hij had zijn gezicht nog net niet blauw geschilderd, maar Mel Gibsons William Wallace-vertolking lag een paar keer op de loer. Die Gibson-speech ging over vrijheid, een woord dat Wilders ook graag gebruikt, al is het dan alleen voor zichzelf. Als Sylvana Simons net als hij wordt bedreigd, moet ze haar partij maar opheffen. Als moslimjongeren haatzaaien, moeten ze worden aangepakt door het Openbaar Ministerie. Als hij het zelf doet, steunt het OM terrorisme. Als je de opvattingen van Wilders zou loslaten op een persoonlijkheid, krijg je een borderliner.

De grootste partij bepaalt het onderwerp van de verkiezingen, zo simpel is het. Dan zouden deze verkiezingen dus over vrijheid gaan. Over weinig onderwerpen zijn zoveel mensen zo hypocriet. Daarom heb ik maar mijn eigen vrijheidsmanifest van vijf punten opgesteld. Het trekt zich niets aan van bestaande wetten of de opvattingen van anderen. Het heeft dan ook geen enkele pretentie, behalve dat dit mijn gids is voor ieder debat dat over vrijheid gaat.

Lees hier meer columns van Leon Verdonschot

1. Iedereen mag van mij zeggen en denken wat hij wil. De enige grens is bedreiging of oproepen tot geweld. Vind jij volgens jouw achterlijke geloofje dat homo’s van een hoog gebouw moeten worden gegooid of geloof je dat de holocaust nooit heeft plaatsgevonden? Ik zou je een bezoek aan het Riagg adviseren, maar je mag het denken en zeggen. Pas als je oproept tot gewelddadige actie, moet de politie komen voorrijden. (‘Dan gaan we dat regelen’ is geen oproep tot gewelddadige actie, dus: vrijspraak.)

2. Niemand mag bedreigen, of bedreigd worden. Punt uit. Dat staat totaal los van politieke opvattingen. Je kunt het niet erg vinden dat Sylvana Simons wordt bedreigd, en het dan minder (of helemaal niet) erg vinden dat Geert Wilders al jaren op dodenlijsten staat. Of andersom.

3. Ook onaanvaardbaar: afdingen op bedreigingen, door eraan toe te voegen dat die mensen ‘ook wel heel ver gaan’ in hun opvattingen of taalgebruik. Dat is zeggen dat je tegen verkrachtingen bent, en vervolgens wijzen op de risico’s van het dragen van korte rokjes.

4. Politici en opinieleiders die wel worden bedreigd, moeten worden beveiligd. Dat dat geld kost, is volstrekt niet van belang: álles kost nu eenmaal geld en dat gaat niet meer veranderen, want Fidel Castro is dood.

5. Niemand hoeft welke opvattingen dan ook te ‘respecteren’. Ik heb geen inhoudelijke waardering voor religies in het algemeen en de islam in het bijzonder. Wat ik wél heb te respecteren, is het recht van andere mensen om die religie te beleven. Tot het punt waarop die religieuze belevenis mijn vrijheid of die van de samenleving inperkt.

Ik las dat Thierry Baudet, op nul zetels in iedere openbare peiling met zijn partijtje, beweerde dat hij volgens een ‘interne’ peiling op zes zetels staat. Ik heb je werk even overgenomen, Maurice. Volgens mijn eigen interne peiling onderschrijft honderd procent van de mensen bovenstaand manifest.