De Posbankmoord: een reconstructie

Wat gebeurde er op 20 januari 2003 op de Posbank bij het Gelderse Rheden? Dat vraagt de familie van Alex Wiegmink zich n...

Wat gebeurde er op 20 januari 2003 op de Posbank bij het Gelderse Rheden? Dat vraagt de familie van Alex Wiegmink zich nog elke dag af.

Na dertien jaar is er eindelijk een doorbraak: nieuwe feiten zijn opgerakeld en twee verdachten zitten vast. Eén van hen - Frank S. (55) uit Boekel - heeft een volledige bekentenis afgelegd. De andere verdachte, Souris R. (43) uit Veghel, heeft dat nog niet gedaan. In februari komen de verdachten voor de rechter. Revu's Feline Lindhout maakte de volgende reconstructie van de moord.

Het is een regenachtige middag in januari wanneer de werkdag van huisschilder Alex Wiegmink erop zit. Hij stapt in zijn auto en rijdt naar een uitgestrekt natuurgebied bij Rheden: de Posbank. Hier traint hij doorgaans drie keer per week om fit te blijven voor de aankomende marathon. Rond vier uur parkeert Wiegmink zijn auto op een parkeerplaats midden in het natuurgebied en maakt zich klaar voor zijn vaste trainingsrondje. De schemer zet al in, maar dat schrikt de marathonloper niet af. Hij kent dit gebied op zijn duimpje. Toch loopt het niet goed af. Wanneer hij niet op tijd thuis is voor het avondeten vertrekt zijn vrouw direct naar de Posbank. Zij treft noch zijn auto, noch Wiegmink zelf aan.

Op datzelfde moment wordt er ruim tachtig kilometer verderop in de bossen bij het Brabantse Erp een uitgebrande auto gevonden. Op de achterbank blijkt een verkoold lijk te liggen van een dan nog onbekend persoon. Het kenteken is met moeite te lezen, maar wordt uiteindelijk gekoppeld aan de auto van de schilder. Aan de hand van gebitsgegevens achterhaalt het Nederlands Forensisch Instituut dat het inderdaad gaat om het stoffelijk overschot van de 44-jarige Wiegmink. Uit forensisch onderzoek werd later duidelijk dat hij niet meer in leven was toen de auto in brand werd gestoken.

Foetushouding op de grond

De recherche start een grootschalig onderzoek. Speculaties doen de ronde: Wiegmink zou seksuele contacten met andere mannen onderhouden en daarbij zou sprake zijn van afpersing. Het blijven echter speculaties. Eind oktober 2003 sluit de politie het onderzoek bij gebrek aan aanknopingspunten. Duidelijk is geworden dat Wiegmink een normaal leven leidde. Een half jaar na het sluiten van de moordzaak komen er opnieuw enkele tips binnen. Dan blijkt ook dat er zich - nog voor het vinden van de uitgebrande auto - bij de politie een getuige heeft gemeld. De man fietste toevallig langs de parkeerplaats op de Posbank en zag in zijn ooghoek enkele schimmen van mannen, waarvan er een in een foetushouding op de grond ligt. De voorbijganger ruikt onraad en verschuilt zich een aantal meter verderop achter de bosjes waar hij 112 belt. De politie arriveert binnen tien minuten, maar treft niets aan. Alle mogelijke sporen zijn uitgewist.

Later blijkt dat Alex Wiegmink op de Posbank moet zijn doodgeschoten. De politie vermoedt dat hij op de verkeerde tijd op de verkeerde plaats was. Een cold case-team van twintig politiemensen heeft het afgelopen anderhalf jaar aan de zaak gewerkt, waarbij nieuwe aanknopingspunten zijn gevonden. De politie hoopt met het verspreiden van het signalement van de twee verdachten op verder informatie. Ook een zwarte muts met DNA-mengsporen kan naar de dader(s) leiden. De politie hoopt dat het langlopend onderzoek op korte termijn een doorbraak krijgt. Er is nog altijd een beloning van 20.000 euro voor de tip die de zaak oplost.