Het Turkse staatspersbureau heeft een lijst met namen verspreid van Nederlandse aanhangers van de Gülen-beweging. Turkije bestempelt haar als terroristische organisatie die achter de mislukte staatsgreep zou zitten. Op de lijst staat ook oud-politicus Alaattin Erdal (47) uit Rotterdam.
Tekst: Caspar Naber
Wat dacht u toen u hoorde dat u op de lijst staat?
Ik dacht: deze lijst bewijst dat berichten over een meldpunt voor Erdogan-beledigingen bij het Turkse consulaat in Rotterdam kloppen. Het consulaat sprak van een misverstand, maar nu blijkt het tegendeel. Terwijl ik Erdogan nooit in diskrediet heb gebracht. Ik stemde in het verleden twee keer op hem omdat hij beloofde van Turkije een democratie te maken waarin de grondrechten van iedereen gewaarborgd zouden worden en het land lid zou worden van de Europese Unie.
Geen van die beloftes kwam hij na. Als ik dan schrijf (Erdal is columnist van de De Moslimkrant, red.) dat ik geen vertrouwen meer in hem heb, dan begrijp ik dat zijn aanhangers mij voor van alles en nog wat uitmaken, maar niet dat ik op Nederlands grondgebied wordt geïntimideerd. Ik maak me ernstig zorgen.
Bent u bang?
Ja. Niet omdat de situatie levensbedreigend is, maar omdat de toekomst voor mij en mijn gezin uiterst onzeker wordt. De namenlijst criminaliseert alle genoemde personen en organisaties. Turkije voert al drie jaar een campagne waarbij de beweging van de islamitische geestelijke Fethullah Gülen en sympathisanten zonder enig bewijs en rechterlijke uitspraak wordt aangewezen als dader van alles wat verkeerd is tot de mislukte coup aan toe.
U bent lid van de Gülenbeweging?
Je kunt geen lid worden. Alleen sympathiseren met de beweging. Wie zich erin verdiept, zal vaststellen dat ze in de afgelopen vijftig jaar niets anders deed dan zich actief inzetten voor verzoening, verbroedering, in gesprek gaan met elkaar. Geweld en terreur heeft ze altijd bestreden. Sympathisanten staan erom bekend dat ze goed integreren. Zo was ik CDA-raadslid en stadsdeelwethouder in Rotterdam, directeur van de Time Media Groep (Nederlandse mediatak van de Gülen-beweging en uitgever van de krant Zaman, red.) en voorzitter van een stichting die zich inzet voor participatie van moslims in de Nederlandse samenleving.
Sinds twee maanden ben ik voorzitter van de stichting Cosmicus, een denktank die een onderwijsmethodiek ontwikkelt waarin wereldburgerschap centraal staat. Ik ben een volwaardig lid van de Nederlandse samenleving en heb mezelf nooit als migrant gezien, maar nu behoor ik opeens tot een minderheidsgroep die wordt gecriminaliseerd.
Dat pikt u niet?
Ik vind het bijzonder onrechtvaardig. Ik ben een Turkse Rotterdammer met Koerdische roots. Als kind heb ik me aangepast aan de Turkse cultuur toen ik naar de basisschool ging. Op mijn elfde heb ik me aangepast aan de Nederlandse cultuur toen ik naar Nederland kwam in het kader van gezinshereniging. Nu moet ik voor de derde keer iets overwinnen terwijl ik helemaal geen onderdeel wil zijn van de Turkse politieke spelletjes.
Nadat ik had vernomen dat ik op de Turkse namenlijst sta, ben ik naar de politie in Rotterdam gegaan om te vragen wat dit voor mij betekent. Ik deed na de mislukte staatsgreep in Turkije al aangifte wegens bedreiging toen op sociale media fotos van mij circuleerden met eronder landverrader, crimineel en terrorist. Het onderzoek loopt nog.
Heeft u opnieuw aangifte gedaan?
Nee, want dat verandert niks aan de situatie. Dit is geen strijd meer tussen twee partijen, maar een regelrechte inmenging in de Nederlandse samenleving. Een grote groep mensen wordt collectief aan de schandpaal genageld. Dit verscheurt de Turkse gemeenschap. Echtgenoten komen als voor- en tegenstanders van Erdogan tegenover elkaar te staan en gaan scheiden, verbreken verlovingen en verstoten zelfs hun kinderen.
Mensen krijgen bij hun vaste moskee of koffiehuis te horen dat ze niet meer welkom zijn. Ondernemers dreigen failliet te gaan en werknemers vrezen voor hun baan. Tot overmaat van ramp worden onze kinderen nu ook de dupe doordat ze van vermeende Gülen-scholen worden gehaald of omdat hun naam op lijsten van zogenoemde Gülen-leerlingen zou staan.
Wat is de oplossing?
De Nederlandse samenleving moet voor ons opkomen. Zeggen dat het criminaliseren van een bevolkingsgroep niet kan. Dat de Tweede Wereldoorlog heeft uitgewezen waar dit toe kan leiden. Nederland mag bij monde van premier Rutte en minister Koenders dan hebben laten weten geen Turkse bemoeienis met binnenlandse aangelegenheden te tolereren, maar daar trekken hun Turkse gesprekspartners zich niks van aan. Er moet dus op een andere manier gecommuniceerd worden.
Het zou mooi zijn als de koning een rol wil spelen richting de Turkse gemeenschap. Zij heeft groot respect voor het Koninklijk Huis als bindende factor. Ik roep politici en media ook op om onze grondrechten en democratische waarden te verdedigen. Ze moeten Turkije vragen: wat hebben deze mensen misdaan? Meerdere ministeries hebben sinds 2007 onderzoeken laten uitvoeren naar de Gülen-beweging in Nederland. Daaruit bleek telkens dat de sympathisanten niks verkeerd doen en juist integratiebevorderend werken. Nederturken moeten zich ook uitspreken tegen deze aanval op onze grondrechten want dit waait niet over. Sterker nog: dit krijgt een nog veel enger staartje.