De staat van hypocrisie

Beste Torre Florim van De Staat, Proficiat! Allereerst met de subsidie die jullie hebben gekregen. Een klein miljoen,...

Beste Torre Florim van De Staat,

Proficiat! Allereerst met de subsidie die jullie hebben gekregen. Een klein miljoen, verspreid over vier jaar. Daar kun je veel mooie dingen van maken, en gezien jullie optredens, shows en projecten de afgelopen jaren komt dat wel goed – zoals het ook al goed kwam zonder subsidie. Maar eigenlijk vooral proficiat met iets anders: met het aantonen van de enorme hypocrisie in Nederland over subsidies.

Misschien was de timing de belangrijkste oorzaak: subsidie krijgen als popband midden in komkommertijd, dat schreeuwt om krantenkoppen. Hoe dan ook: het leidde tot een nationaal debat, waarin de twee woorden overheersten die een Nederland debat meestal samenvatten: ‘Schandalig!’ en ‘Belachelijk!’ Overigens ook van andere muzikanten, die natuurlijk ook allemaal dat geld hadden willen hebben. Morele ophef is niet zelden verkapte jaloezie.

Het blijft hilarisch: we hebben in Nederland de verstandige gewoonte om beslissingen over culturele subsidies grotendeels uit handen te geven van de politiek. Daar richten we dus commissies voor op en daar zetten we mensen in van wie we vinden dat ze verstand hebben van kunst. Die doen hun werk, honoreren een deel van de aanvragen, en wijzen een veel groter deel af. En vervolgens, als dat oordeel bekend wordt, blijkt opeens toch dat we alsnog allemáál verstand hebben van kunst en cultuur; heeft die commissie er niets van begrepen, en gaat het over, om even de bijpassende toetsen op mijn toetsenbord te gebruiken: ONZE BELASTINGCENTEN!!!

Lees ook: Muziekecensie: De Staat - O

Het lijkt me een prima idee als we een discussie voeren over alle dingen die we van die belastingcenten doen en laten. Volgens mij voeren we de discussie eigenlijk zelfs al: iedere vier jaar, wanneer we beslissen op welke partij we stemmen. Ik vind het niet eens een gek idee als er minder gesubsidieerd wordt. De bezem door al die potten en potjes. Maar dan ook echt ál die potjes. Dus op ieder vlak, consequent.

Geen subsidies voor amateursport? Prima, maar dan ook geen verkapte subsidies voor topclubs door als gemeente alleen symbolische huren te vragen. Geen huursubsidie, dus gratis geld voor de armeren? Prima, maar dan ook geen hypotheekrenteaftrek, want dat is ook een subsidie: dat is gratis geld voor rijkeren. Geen subsidie voor de kunstsector? Oké, maar dan ook niet de talloze subsidies voor ‘innovatie’ in het bedrijfsleven.

Maar op die manier wordt de discussie niet gevoerd in Nederland. Die gaat niet over die meer dan drieduizend fondsen waar bedrijven, start-ups en non-profits geld vandaan kunnen halen. Belastinggeld. Nee, in slechts een paar gevallen gaat het over opeens ONZE BELASTINGCENTEN!!!; als de publieke omroep iets uitzendt (‘Benefietavond voor Syrië? En ik maar betalen!’) of juist niét uitzendt (‘Zomerstop? Van mijn geld!’) dat mensen niet bevalt. En als er geld gaat naar cultuur. Want cultuur is een hobby, dat moet je maar in je eigen tijd doen en vooral van je eigen geld, of van die uitkering die je vast hebt, en die wij trouwens ook al voor je betaalden.

Heet een subsidie een ‘krediet’ of een ‘borgstelling’ of een ‘fiscale stimuleringsmaatregel’ of een ‘financiële bijdrage’ en gaat die naar een bedrijf dat producten maakt, dan is er niks aan de hand. Heet een subsidie ‘subsidie’ en gaat die naar een bedrijf dat muziek maakt, dan is het land te klein. En een land dat zijn kunstenaars niet erkent, is precies dat: klein.

Groet,Leon Verdonschot