Hup Shandong Luneng!

In hun honger naar succes roven kapitaalkrachtige Chinese voetbalclubs onze mooie Europese competities leeg. Hiertoe aan...

In hun honger naar succes roven kapitaalkrachtige Chinese voetbalclubs onze mooie Europese competities leeg. Hiertoe aangespoord door president Xi, die zijn land wil omvormen tot een voetbalgrootmacht.

Tekst: Danny Koks

Tenzij Ronaldo of Messi de komende weken besluiten hun clubs te verlaten, is een van de meest spraakmakende voetbaltransfers van 2016 al een feit. Na een paar aardige seizoenen bij Southampton en een redelijk EK speelt Graziano Pellè het komende seizoen voor Shandong Luneng.

Pellè gaat in miljoenenstad Jinan 40 miljoen euro in tweeënhalf jaar verdienen. Het maakt hem in één klap tot de bestbetaalde Italiaanse voetballer aller tijden. De Braziliaan Hulk komt in China nog slapper in de was te zitten. De bonkige spits van Zenit Sint-Petersburg gaat in het nieuwe seizoen 20,1 miljoen euro per jaar verdienen bij Shanghai SIPG. Dat is evenveel als Messi en slechts een tonnetje minder dan Ronaldo.

Wereldkampioen in 2030

Een bodemloze zak yuans en een voetbalfanaat als president zorgen momenteel voor hysterische voetbaltaferelen in China. Xi Jinping heeft van de sport zijn prioriteit gemaakt. Onder zijn aanvoering presenteerde de Chinese regering vorig jaar een 50-puntenplan om het voetbal naar een hoger niveau te tillen. De doelen zijn helder: 50 miljoen Chinezen aan het voetballen krijgen in 2020, het WK winnen in 2030 en uiteindelijk het voetbal mondiaal domineren in 2050.

Zo is voetbal een verplicht schoolvak geworden, worden er meer stadions uit de grond gestampt en moet jong voetbaltalent worden gecoacht door (ex-)profs en trainers uit het buitenland. Daar zitten veel Nederlanders bij. Gerard van Ruitenburg heeft ten noorden van Shanghai een voetbalacademie opgezet, Jan Olde Riekerink heeft vijf jaar voor de Chinese voetbalbond gewerkt en momenteel zijn onder leiding van René Meulensteen (voormalig techniek- en veldtrainer van Manchester United) 45 Nederlandse trainers in China actief om schoolkinderen de basisbeginselen van het voetbal bij te brengen. Ook Van Basten, Gullit en Rijkaard waren vorige week in China, om de sport te promoten bij universiteiten.

Lees ook: China verbiedt banaan eten op video, want te vulgair

Die ingekochte buitenlandse expertise hebben ze hard nodig, want ondanks de populariteit van voetbal als kijk- en goksport kent China hoegenaamd geen voetbalcultuur. Trapveldjes zijn er niet, een jeugdcompetitie evenmin, en betaald voetbal bestaat er pas sinds 1994. Pellè's club Shandong Luneng kwam in dat jaar ironisch genoeg subiet in de geldproblemen en kon de salarissen van de spelers amper betalen, laat staan dat er budget was om buitenlandse spelers aan te trekken.

Dat is inmiddels wel anders. De club Juangsu Suning tikte afgelopen winter 28 miljoen euro af voor de Braziliaanse Chelsea-middenvelder Ramires, een recordbedrag. Dat record werd een paar dagen later al gebroken door Guangzhou Evergrande: 42 miljoen voor Jackson Martínez van Atlético Madrid. Weer een paar dagen later pakte Juangsu Suning het transferrecord weer terug door voor 50 miljoen Alex Teixeira over te nemen van Shakhtar Donetsk.

Nu alleen nog even dat vervelende fenomeen uit de wereld helpen waar de Chinezen wél in uitblinken: matchfixing. Maar ook dat heeft president Xi bestempeld als een van zijn vijftig puntjes van aandacht.

VIDEO: de eerste goal van Pellè in China

https://www.youtube.com/watch?v=jAWONW_6L_g