'In het geheim zijn wij Belgen superarrogant'

Onze zuiderburen slechts een outsider voor de EK-titel? Niet als het aan Rode Duivels-supporter Wim Helsen (47) ligt. Tu...

Onze zuiderburen slechts een outsider voor de EK-titel? Niet als het aan Rode Duivels-supporter Wim Helsen (47) ligt. Tussen de try-outs door van zijn nieuwste theatershow is de Vlaamse cabaretier hardop aan het dromen van België als Europese titelpretendent. ‘Een finaleplaats zou de pijn als gevolg van de aanslagen kunnen helpen verzachten.’

Tekst: Libben Reeskamp / Fotografie: Corné van der Stelt

Hier in Nederland heerst nog steeds chagrijn over de absentie van Oranje op het EK en zijn we stiekem stikjaloers op de Rode Duivels, die als groepshoofd aftrappen in Frankrijk. Wat zou je daarop tegen den Ollanders willen zeggen?

‘Jullie zijn van harte welkom in het supporterskamp van de Rode Duivels. Verder vind ik het verdraaid jammer dat Nederland niet meedoet. Bij mij ook geen spoor van leedvermaak toen Nederland de EK-kwalificatie misliep. Al is het alleen maar omdat ik graag had uitgekeken naar een nieuwe Holland-België-confrontatie in een wedstrijd met inzet. Want als België dan van Holland wint, smaakt die overwinning nog zoeter.’

Drie jaar geleden constateerde je als gastspreker op het NOC*NSF Sportgala plagerig dat Nederland dapper zijn best doet om met menige sport de achterstand te verkleinen ten opzichte van België. Die speech zou je anno 2106 herschrijven voor wat betreft het voetbal?

‘Dan zou ik moeten constateren dat het jullie nou niet bepaald gelukt is om de kloof te dichten met ons. Dat zou echt pijnlijk gaan worden. Vat dit verder niet verkeerd op. Belgen vinden het plezant om Nederlanders te jennen, maar daar zit volgens mij geen diepgewortelde antipathie achter. Ik weet niet of Kezenhaat echt bestaat, mij is het alleszins volledig vreemd. Ik vind Nederland een fantastisch land. En ik ben bijna overal wel geweest. Zelfs helemaal in Delfzijl. Toen ik daar voor het eerst kwam, overviel me aanvankelijk de troosteloosheid van dat plaatsje, en toch was het theater daar een superplezante plek om te spelen met een enorm enthousiast publiek. Heel aangenaam, juist omdat je dat niet verwacht als Belg ver weg van huis in zo’n ogenschijnlijk onherbergzaam oord.’

In december gaat je nieuwe theaterstuk in première in Nederland. Is die net zo absurdistisch als Spijtig spijtig spijtig en oudere cabaretvoorstellingen?

‘Dit wordt misschien wel mijn lichtste voorstelling ooit. Centraal staat namelijk de dood. Overigens zijn mijn voorstellingen helemaal niet zo absurd en Er wordt naar u geluisterd ook niet. Alles speelt zich af in een realistische setting. In mijn voorstellingen maak ik plezier met de manier waarop ons denken werkt. Dat is al extreem absurd. Ik denk dat het denken bij jou zich net zo absurd voltrekt als bij mij of bij ieder ander doorsnee mens.’

Je streeft er altijd naar ‘angstloos’ op te treden. Heb je als gearriveerd cabaretier dan nog steeds last van plankenkoorts?

‘Zeker, elke keer begin je weer op nul. Je hebt geen enkel idee als je op moet hoe het publiek zal reageren. Hoe mensen voor het eerst reageren. Die spanning die dan door je lijf giert of het zal gaan lukken en als het dan lukt het gelukzalige gevoel dat daarop volgt. De eerste luide lach die klinkt vanuit de zaal voelt dan ook een bevrijding. Vooral tijdens de try-outs is deze spanning intens.’

Omdat je nog in de oefenfase zit?

‘Omdat ik de tekst nog niet goed in mijn vingers heb, wil ik tot het laatste moment blijven prutsen en dan werk ik mezelf flink op de zenuwen. Het laatste uur voordat ik op moet, kan dan ontaarden in een hel. Maar de laatste tijd lukt het me steeds beter deze slechte gewoonte af te leren. Ik heb leren accepteren dat je nu eenmaal niet alle teksten feilloos uit je hoofd kent tijdens try-outs. Met als gevolg dat ik vrijer speel en echt enthousiast in mijn hoofd raak. En dat enthousiasme kan weer aanstekelijk werken op mijn publiek. Waardoor ik met nog meer plezier ga spelen.’

Moet het ook zo werken bij een profvoetballer bij de aftrap van de wedstrijd?

‘Ja, voetbal is een optimistisch spel. Een voetballer moet zich dan ook vooral voornemen plezier te hebben in de wedstrijd – in het gevecht. Dus zonder mentale ballast de arena betreden. Je moet die ballast wel erkennen, maar uiteindelijk loslaten. Er vol voor gaan en alle remmingen of angstgevoelens achter je laten. In mijn job zijn de eerste tien minuten vaak essentieel. Als die voorbij zijn en je zit helemaal in je rol, dan ga je meestal een fantastische avond tegemoet. Ik weet niet of dat voor voetballers ook geldt, maar ik kan het mij wel voorstellen.’

Lees het complete interview op BLENDLE

https://www.youtube.com/watch?v=D3LFJY9CemU