'Als ik thuiskom, kruip ik in mijn hoofd’

Het ene moment staat hij oog in oog met het drugskartel van El Chapo, het andere moment zakt hij van totale uitputting i...

Het ene moment staat hij oog in oog met het drugskartel van El Chapo, het andere moment zakt hij van totale uitputting in elkaar in Australië. BNN-presentator Tim Hofman (27) over zijn drang om verhalen te vertellen, zijn bijnaam ‘Timmie-nee’ en zijn tomeloze zucht naar autonomie. ‘Als ik thuiskom, kruip ik in mijn hoofd.’

Tekst: Nathalie Huigsloot

Hoe smaakte je urine?

‘Heel bitter. Het was heel donkere zeik ook, als ik me niet vergis, ik was op dat moment een beetje wazig. Ik probeerde me in te leven in het verhaal van een man die in de outback van Australië 71 dagen moest zien te overleven. Ik heb daar drie nachten en vier dagen op een heel klein beetje water en geen voedsel – behalve wat sprinkhanen, termieten en gore nootjes gezeten. Ik wilde kijken wat dat met je doet. Het was niet normaal, je merkt dat je lichaam binnen een etmaal in de overlevingsmodus gaat. Maar ik werd er eigenlijk heel kalm van, niet paniekerig. Het was alleen fysiek heel zwaar. Op een gegeven moment zakte ik in elkaar en kreeg ik mot met mijn cameraman, die weigerde me daar out te laten gaan. Maar ik wilde kijken wat je lichaam doet als je zo ver gaat. Ik zag mezelf wegzakken, mijn hartslag ging vet omhoog en ik voelde tintelingen aan al mijn uiteinden. Die man dronk de eerste dagen zijn eigen pis omdat hij zo’n dorst had, maar daarna heeft hij dat niet meer gedaan omdat hij dat zo vernederend vond. Dus ik heb echt gewacht tot ik uitgedroogd en naar de klote was voordat ik mijn eigen pis ging drinken. Dat was helemaal op het laatst. Nou, dan knakt er hier (wijst naar zijn hoofd) wat.’

Waarom dan?

‘Het voelt alsof de natuur je heeft klein gekregen. Toen ik dat punt eenmaal had bereikt, was het voor mij ook einde verhaal.’

Wat leverde dit avontuur op, wat was het nut?

‘Een goed verhaal. We vertelden in Staying Alive de verhalen van mensen die iets heel extreems overleefd hebben en ik denk dat als je dat zelf ondergaat, je het veel voelbaarder kan vertellen. Dat probeer ik sowieso altijd te doen, of het nou voor Je zal het maar hebben is, Spuiten en Slikken of Spuiten en Slikken op reis waar deze maand ook een 45 minuten durende documentaire wordt uitgezonden, van mij en Kim Smeekes.’

Je vriendin.

‘Nee, dat is mijn ex. Daarmee heb ik ook de uitzending over de drugsoorlog in Mexico gemaakt waarin we naar die drugskartels zijn gegaan. Dat was ook heel heftig. Maar die nieuwe documentaire gaat over kinderprostitutie in India. We zijn in die bordelen geweest, we hebben gekeken waar ze opgevangen worden en we zijn die hele route die ze vanaf Nepal afleggen afgegaan. Dat was echt mega spannend. Het was heel intens daar. Voor Spuiten en Slikken op reis hebben we dit seizoen echt een keerpunt gemaakt in de zin dat we wat zwaardere, langere dingen zijn gaan doen.’

Is dat helemaal in jouw straatje?

‘Ja. Ik wil graag moeilijke dingen bespreken, mooie verhalen maken, journalistiek of maatschappelijk gegrond. Daar zit de lol voor mij. En ik ben niet zo snel bang. Of eigenlijk: helemaal niet zo erg. Ik vind ook dat als je iets ziet en dat niet draait omdat je dat niet durft, je eigenlijk onderdeel bent van die situatie. Als journalist ben je dan net zo erg als wanneer je eraan meedoet. Ik weet niet of het heel handig was om met El Chapo’s kartel af te spreken, omdat dat best gevaarlijk kan zijn, maar als het nog een keer moet, doe ik het nog een keer.’

Bij jou is die drive om iets moois te maken zo extreem dat je op reis niet met je – inmiddels – ex op één kamer ging slapen.

‘Ja, maar dat vind ik niet extreem. We wilden ons gewoon terug kunnen trekken als dat effe moest. Omdat we heel vaak best wel zware verhalen maakten. Dan is het fijn om even alleen te zijn. Maar dat is niet meer relevant, want dat is mijn ex. Ik draai wel nog steeds met haar. We zeiden: 'Dit kunnen we echt vet goed, zullen we proberen dat te blijven doen? Inmiddels zijn we vijf reizen verder en dat werkt.’

De bedoeling was eigenlijk dat je Nederlands ging studeren. Waardoor kwam je op dit pad?

‘Ik haatte studeren en verveelde me heel snel. En op een gegeven moment dacht ik: ik ga zelf wat filmpjes maken. Voor internet, gewoon leuk. En toen kwam ik BNN University tegen, mocht ik meedoen en werd ik uiteindelijk aangenomen. Ik was 22, best wel jong. Toen ik Spuiten en Slikken ging maken, gebruikte ik ook helemaal geen drugs, nooit gedaan ook. Dan gaan we het op het journalistieke gooien, dacht ik, en heel erg op de human interest zitten. Wat zit er achter iemand die sm doet? En die insteek is wat ik eigenlijk in alles sindsdien heb meegenomen. Ik laat me leiden door de verwondering. Voor Spuiten en Slikken op reis maak ik ook niet zo graag de feestitems over de hele wereld, dat vind ik niet zo interessant om te doen, de verhalen waar het wringt wel. En bij Je zal het maar hebben vind ik het heel belangrijk dat die mensen die een been missen, kanker hebben, schizofreen zijn of autistisch, kunnen vertellen wat ze willen, zonder dat het zielige hoopjes mens worden.’

Het complete interview lees je op BLENDLE.