Amsterdam kleurt chocoladebruin

Beste Roberto Fava, U hebt een winkelketen van het type waar ik tot voor kort nooit van had gehoord, om de simpele re...

Beste Roberto Fava,

U hebt een winkelketen van het type waar ik tot voor kort nooit van had gehoord, om de simpele reden dat dit type winkels tot voor kort niet bestond. U bent de eigenaar van inmiddels tien Nutelleria’s. Dit zijn winkeltjes waar je ijs kunt kopen, en wafels, en ravioli, maar dat alles, ja ook die ravioli, met Nutella.

Ik weet niet zeker of ik wil weten hoe dat smaakt, gefrituurde ravioli met poedersuiker en veel Nutella, maar van die twijfel zult u geen last hebben, want duizenden toeristen willen iedere dag héél graag weten hoe dat smaakt. Ik kan geen enkel ander product noemen dat in het centrum van Amsterdam in korte tijd zo’n enorme vlucht heeft genomen als Nutella. Het aantal winkeltjes waar de stapels potten van vijf liter voor het raam staan, is nu al ontelbaar, en de producten worden steeds uitzinniger.

Vorige week zag ik bij het Rembrandtplein in een etalage een ‘Bounty-wafel’ liggen: een Belgische wafel, daarop twee Bounty-repen, en daaroverheen zo’n ongelooflijke hoeveelheid Nutella dat het geheel volledig met elkaar was – ik zoek nu naar een term, en herinner me een krantenverhaal over een lijk dat zolang in een woning had gelegen dat het was ‘verkleefd met het tapijt’. Ja, dat komt het meest in de buurt, denk ik. Een wafel met verkleefde Bounty en Nutella.

Is dat erg, dat veel mensen dat kennelijk graag eten? Vind ik niet. Het is mijn smaak niet, maar waar de meeste mensen graag naar kijken op televisie is mijn smaak ook niet, wat de meeste mensen graag lezen evenmin, en voor muziek geldt hetzelfde. Ik zou van twee uur naar Coldplay luisteren net zo misselijk worden als van het eten van een bak gefrituurde ravioli met Nutella. Dat andere mensen dat juist heerlijk vinden: prima.

Maar al uw winkels liggen in dezelfde stad: Amsterdam. En Amsterdammers zijn heel liberale mensen, althans: volgens zichzelf. In werkelijkheid zijn opvallend veel Amsterdammers in het geheim lid van het breed vertakte genootschap dat De Smaakpolitie heet.

Amsterdammers redeneren als volgt: ik hou niet van Nutella, mijn Amsterdamse vrienden ook niet, dus het is onmogelijk dat zoveel andere mensen dat wél doen. Kortom: die zaakjes kunnen niet deugen. Witwashandel.

Afgelopen week mocht u zelf eindelijk eens iets terugzeggen, in de Amsterdamse krant Het Parool. Daar had u duidelijk zin in. Het interview begon met een hoorcollege Nutella. Of we wisten dat Nutella een omzet van acht miljard euro heeft. Of we wisten dat ze in 140 landen Nutella eten. Of we wisten dat New York Pizza inmiddels een Nutella-pizza op het menu heeft staan, met een topping van M&M’s. Dat ding wilde ik met mijn eigen ogen zien, dus ik googelde op New York en Nutella, en het eerste bericht dat opdook was: ‘All-Nutella Restaurant Coming to New York City.’ Er ging inderdaad een wereld voor me open, een wereld opgetrokken uit chocolade- en hazelnootpasta. Of, iets specifieker: een wereld opgetrokken uit vet en suiker, samen goed voor bijna driekwart van die potten van vijf liter.

Maar laat ik niet zo flauw zijn als al mijn stadsgenoten. Laat ik gewoon zeggen dat ik een interview las met een ondernemer, die een gat in de markt heeft ontdekt, dadelijk vijfhonderd mensen in dienst heeft en in één winkeltje met chocopasta een omzet van 1,3 miljoen haalt. Dan ben je gewoon een goede ondernemer, in dikke hoofdletters. Chocoladeletters.

Leon Verdonschot