Jan Heemskerk

‘Hoe je sorry zegt zonder het te menen’

Jan Heemskerk is een expert op het gebied van 'sorry zeggen zonder dat je het echt bedoelt'. Die kennis deelt hij graag met de rest van de wereld. ‘Heel probaat is al sorry zeggen als de ander nog maar net is begonnen met vertellen wat haar dwarszit.’

Jan Heemskerk

Samen met mijn vrienden Roberto en Åke schreef ik ooit het onsterfelijke lied Sorry dat ik besta. Het ging over een drietal mannen dat het nooit goed kon doen bij moeder de vrouw, en die zich de godganse dag liepen te verontschuldigen voor wat ze nu weer allemaal hadden misdaan. We hadden de tekst van Sorry voorzien van een machtige hoempa-riff en het voornemen opgevat onder de artiestennaam De Fellini’s met een camper tijdens carnaval de kroegen in het zuiden af te schuimen. En daar met ons huiselijk leed furore te maken, een flinke puist geld te verdienen en ons te laten troosten door Brabantse meisjes, over wie wij – twee Hollanders en een Zweed – goede dingen hadden gehoord.

De inspiratie voor Sorry dat ik besta kwam – ik kan het nu wel opbiechten – uit mijn toenmalige huwelijk, waarin ik op zeker moment werkelijk níéts meer goed kon doen, terwijl ik toch heus hartstikke mijn best deed, en waarin ik gaandeweg ook een tikje cynisch en chagrijnig aan het worden was over het aantal keren per dag dat ik ‘sorry’ moest zeggen tegen mijn echtgenote. Zij bezat namelijk de gave iedere situatie zó te draaien dat onomstotelijk kwam vast te staan dat alles mijn schuld was, ik haar onnoemelijk leed had toegebracht, en bovendien de helft van de boodschappen had vergeten. Ik blééf me verontschuldigen.

Omdat ik natuurlijk toch een beetje een klerelijer was en me toch niet zomaar gewonnen wilde geven, leerde ik mezelf snel aan hoe je sorry zegt zonder het te menen. Dat doe je door nét iets te snel, geroutineerd of afwezig ‘sorry’ te zeggen. Zodat de ander blijft zitten met het onbestemde gevoel dat je er geen zak van meent, maar daar net niet de vinger op kan leggen en bij openlijke twijfel een verontwaardigd ‘ik zeg toch sorry!’ om haar oren kan krijgen.

Ook heel probaat is al sorry zeggen als de ander nog maar net is begonnen met vertellen wat haar dwarszit. Liefst met veel misbaar en slaande deuren, dramatische kreten in de sfeer van ‘ik doe het ook nooit goed’ en een langdurig verblijf in het schuurtje. Een fraai stukje melodrama waarmee je de ander al bij voorbaat de wapens uit handen slaat en listig het slachtofferschap claimt, waarin je zeker een uur of drie kunt wentelen, terwijl de ander zich afvraagt wat ze in godsnaam heeft gedaan, om zo’n reactie te provoceren.

Ook weleens goed. Nadeel is: als je eenmaal bekendstaat als iemand die zich te pas en te onpas als valse-sorry-zegger in de kaart laat kijken, is het heel moeilijk andere mensen ervan te overtuigen dat je het dit keer wél meent (of heel graag wilt dat ze er nog één keertje intrappen). Dat lukt nog het best door met een ernstig gezicht, een diepe overtuigde stem en een indringende blik iets in de sfeer van ‘nee echt, sorry, ik meen het’ in te wrijven. Of te doen wat John Belushi met Carrie Fisher doet in Blues Brothers. Maar dat kunnen alleen de hele groten.

Mark en Hugo, veel succes.

Column
  • Pro Shots