Edwin Struis

‘Na afloop gingen de geruchten over omkoping meteen in de rondte’

Matchfixing in het profvoetbal is niks nieuws. Dat leerde Edwin Struis al toen hij begin jaren 90 op de perstribune stond. 'De elftalleider gaf me de wijze raad om er geen letter over te schrijven in de krant ‘als je tenminste geen kogel in je knie wilt.'

Edwin Struis

Laten we ’m, omdat hij uit Volendam kwam, Bond noemen. Nee, niet James, maar Piet of Klaas. Z’n naam is in dit verband ook niet zo interessant, z’n ‘beroep’ wel. Klaas was fixer. U weet wel, zo’n mannetje die de uitslagen van wedstrijden regelt, dan wel beïnvloedt. Ze zijn de laatste tijd weer in het nieuws vanwege nieuwe onthullingen over matchfixingpraktijken en gokverslaving bij voetballers. Onder anderen Dirk Kuijt heeft er een handje van om op illegale sites weddenschappen af te sluiten en zich dan cash te laten uitbetalen op schimmige parkeerplaatsjes achteraf, en nee niet in natura.

Van veel voetballers is bekend dat ze gokken, zeker na hun actieve carrière. Maar ook tijdens de loopbaan werd er stevig gegokt. Jerrel Hasselbaink vertelde me eens dat hij een ton aan Engelse ponden verloor aan de roulettetafel, op één avond. En ook Patrick Kluivert had er een handje van om de kick die het voetbal ze gaf later weer te voelen in gokverband. Winston Bogarde organiseerde pokeravondjes bij hem thuis, er werd naar verluidt niet om luciferhoutjes gekaart.

Mijn Volendamse kennis wist ook precies hoe de hazen liepen in het voetbal. Hij omschreef zichzelf als ‘een kleine speler’, maar hij wist opvallend vaak vooraf goed te melden wie welke wedstrijd ging winnen en voor welke club de eerste uitbal of corner was. Ook noemde hij namen van spelers die ik hier niet kan herhalen, maar als je op ze ging letten, gingen ze vaak in de fout of doken opzettelijk over een bal heen. Of ze allemaal aan een touwtje liepen van een fixer durf ik niet te zeggen, maar in hun buurt ging er opmerkelijk veel fout.

Zelf heb ik ook een keer zo’n wedstrijd gezien, in de eerste divisie tussen Telstar en, toen nog, FC Zwolle. Jaap Stam speelde nog mee aan Zwolse zijde, zo lang is het al geleden, maar het staat me nog bij als de dag van gisteren. En dan met name het gedrag van Telstar-verdediger Jan Mulder, niet te verwarren met het tv- en analyticus-fenomeen. Deze Jan had zijn roots in Rotterdam.

Zijn pogingen om hands te maken waren zo kolderiek dat het op begon te vallen, zeker op het moment dat het ’m lukte in het eigen strafschopgebied. Het cadeautje werd door PEC vriendelijk omgezet in een doelpunt, net als het eigen doelpunt van Mulder vlak voor tijd die de bezoekers zelfs de overwinning bezorgde. Een bal leek voorlangs te gaan, totdat Mulder met een doldrieste sliding de bal bij de tweede paal binnengleed. Het handjevol aanwezigen op de perstribune keek elkaar met enige verbijstering aan. Hadden wij dit goed gezien? Was dit toeval, of speelde er meer?

Na afloop gingen de geruchten over omkoping – de term matchfixing moest nog geïntroduceerd worden – meteen in de rondte. De elftalleider van Telstar kwam naast me staan in het toilet en gaf me de wijze raad om er geen letter over te schrijven in de krant ‘als je tenminste geen kogel in je knie wilt’. De volgende dag belde ik Jan Mulder op en vroeg hem voorzichtig of hij ook de geruchten had opgevangen over een verkochte wedstrijd. ‘De eerste die dat beweert, trek ik de kop van z’n romp,’ antwoordde hij tamelijk vijandig.

Ik heb het nooit durven beweren.

Sport
  • iStock