Ben ik wel in beeld?

Er was vorige week geen ontkomen aan: Femke Halsema heeft een boek geschreven, een openhartige autobiografie, die ongetw...

Er was vorige week geen ontkomen aan: Femke Halsema heeft een boek geschreven, een openhartige autobiografie, die ongetwijfeld zeer vermakelijk zal zijn voor iedereen die maar enigszins politiek geïnteresseerd is.

De uitgeverij plande de publicatie van haar memoires handig in, ruim op tijd voor de Boekenweek, zodat er straks nog meer belangstelling voor het werk zal bestaan dan aanvankelijk gehoopt. Dat is ook niet vreemd; de politiek blijft het meest fascinerende theater van Nederland en daarom is het smullen geblazen als een voormalig zwaargewicht als Femke Halsema met smeuïge ontboezemingen komt, zoals het voorstel van de PvdA om haar minister te maken in het kabinet met de VVD, zodat de sociaaldemocraten een zeteloverwicht zouden hebben. Dit voorbeeld illustreert perfect het opportunisme van onze staatslieden, de doortrapte creativiteit waarmee ze de macht willen behouden en tevens het totale cynisme.

In de Volkskrant zegt Femke Halsema hier indirect over: ‘Na al die jaren voor de camera’s te hebben gestaan, was ik gaan denken dat ik vooral van waarde was als het publiek mij zag. Misschien was het een hang naar publieke erkenning en de angst vergeten te worden.’ Het maakt onze politici op een zeker moment niet meer uit wát ze zeggen, als ze maar vaak genoeg in beeld zijn met een verhaal dat de schijn van partij-idealen heeft. Het is een beproefde werkwijze van Diederik Samsom, die in de laatste column van Bas Heijne werd ontmaskerd en afgeslacht omdat hij kort gezegd voor een luchtbrug tussen Europa en Turkije pleitte om vervolgens een paar dagen later keihard tegen zijn eigen voorstel te stemmen.

Over tien jaar zullen we in de politieke memoires van Samsom lezen wat hem in deze fase van zijn loopbaan heeft bezield. Wedden dat het overmacht was? Hij voelde druk van partijgenoten en verwijst ongetwijfeld naar het wurgende verstandshuwelijk met de VVD. Femke Halsema signaleert deze overlevingstactiek: de meeste politici zitten in de wachtkamer van het politieke bestuur. Ze willen weer terug. Dat leidt ertoe dat onze politieke cultuur zo plat als een dubbeltje is en dat je weinig weet over de intenties en de motieven van politici.

Nee, totdat ze dus een boek gaan schrijven, waarin ze alsnog vertellen wat hun drijfveren waren, en hoe ze al die tijd stelselmatig een toneelstuk hebben opgevoerd, over de rug van kwetsbare mensen, die al hun hoop op ministers en parlementariërs hadden gevestigd.

Het is kinderachtig om nu te zeggen dat Femke Halsema niet mag zeuren over een verziekte werkcultuur waarvan ze dertien jaar lang onderdeel is geweest. Een solide systeem laat zich niet zomaar vanbinnen veranderen.

Feit is echter wel dat de gemiddelde burger niet meer zo passief en volgzaam is als twintig jaar geleden. Door internet en tv zien we met wat voor stoethaspels we in de Tweede Kamer te maken hebben.

Hoewel ze in Den Haag nog steeds in hun ongenaakbaarheid geloven, daalt het vertrouwen in de politiek met de week. Het is wachten op de eerste politicus die – helemaal tegen de stroom in – tijdens zijn politieke carrière openlijk twijfels gaat uiten en daarmee het publiek deelgenoot maakt van de moeilijke positie waarin hij zich zo nu en dan bevindt.

Het zou zomaar wat kunnen worden: volledige eerlijkheid gedurende een ambtsperiode. Dat scheelt ook weer een boek in een nieuw leven.

Lees hier meer columns van Özcan Akyol