Jeroen de Rijke: ‘Eigenlijk wilde ik iets met scheikunde gaan doen’

Misdadigers van hun bed lichten, infiltreren in criminele organisaties en wilde achtervolgingen. Als undercoveragent leidde Jeroen de Rijke een leven dat we vooral van tv kennen. En laat dat nu precies de wereld zijn waarin hij z’n tweede carrière heeft opgetuigd. Hoe verhoudt een verleden als serieus opsporingsexpert zich tot een rol in het programma Hunted?

Jeroen

Wat bezielt iemand die bijna dertig jaar lang bewust onder de radar bleef om de schijnwerpers van een tv-programma op te zoeken?

‘Tijdens mijn werk bij de undercovereenheid Werken Onder Dekmantel was ik me er al bewust van dat je zoiets niet eeuwig kunt doen. Ik heb daarom een hbo-opleiding coaching gevolgd, waarin onder meer aan bod kwam hoe je jezelf anders kunt ontwikkelen. Waar liggen de uitdagingen? Wat heel duidelijk bleek, is dat het goed is om uit je comfortzone te komen. Niet lang daarna vroeg mijn huidige compagnon Marcel van de Ven, operationeel leider bij Hunted, of ik het leuk zou vinden om iets op tv te doen. Dat vond ik best spannend, want ik ben er als undercoveragent aan gewend om anoniem te opereren en m’n gegevens af te schermen. Ik was nog nooit in de publiciteit geweest, laat staan op televisie. Het contrast met mijn vorige leven was heel groot, maar dat was ook wat me triggerde. Als je het hebt over manieren om te groeien, dan was dit een heel leuke kans. Ik wilde weleens zien wat het met mij deed als ik het roer helemaal omgooide.’

Als je al die jaren in de luwte leeft, dan ontstaat er misschien ook een bepaalde zucht naar aandacht.

‘Nee, nee, het gaat me niet om de aandacht. Als onderdeel van het arrestatieteam en later het undercoverteam raak je eraan gewend dat je je ego opzij moet zetten. Binnen de organisatie zelf is iedereen over het algemeen op blauw gericht: het werken in uniform, zichtbaar zijn. De specialismes zijn in dat opzicht een beetje een ondergesneeuwd vakgebied in de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit, maar dat gold natuurlijk ook naar de buitenwereld toe. Ik kon nooit trots vertellen wat voor werk ik precies deed en waar ik goed in was, dus ik zei meestal iets als: “Ik doe saaie langlopende onderzoeken bij de recherche.”’

Voelt het dan niet lekker om op de nationale televisie te kunnen showen: kijk, hier ben ik, dit zit er in mijn trukendoos?

‘Niet in de zin van: kijk mij eens. Wat ik wel heel fijn vind, is dat ik door Hunted ontdek hoeveel ervaring en expertise ik in al die jaren eigenlijk heb opgedaan. Ik word er blij van als ik andere mensen of organisaties die in de problemen zitten met die kennis kan helpen. Dat doe ik via het particuliere recherche- en trainingsbureau waarvan ik samen met Marcel van de Ven eigenaar ben. Het is een prettig gevoel dat we voor de klussen die we aanpakken niet meer afhankelijk zijn van een prioriteitenlijst binnen de politie of een officier van justitie die er toestemming voor moet geven. Omdat het commercieel is, moet er natuurlijk wel geld mee worden verdiend. Maar ik kan in principe gewoon zeggen: ik vind het fijn om jou hierbij te helpen.’

Je jaagt in Hunted VIPS ook op BN’ers. Is het een ver-van-je-bed-show, de wereld van de polderglamour?

‘Het prettige van bekende Nederlanders is dat ze tijdens een vlucht makkelijker worden herkend op straat. Dat kan voordeeltjes geven voor onze speurders, maar aan de andere kant worden ze ook sneller geholpen door mensen. Hunted VIPS is daarmee een leuke variant op de afleveringen met onbekende mensen. Hunted is het enige programma waarin ik te zien ben, een geweldige ervaring, maar de televisiewereld staat redelijk ver bij me vandaan.’

Is het iets wat je zelf ambieert: de status van BN’er?

‘Nee, dat houdt me totaal niet bezig. Behalve mijn deelname aan Hunted heb ik ook nog een boek geschreven, Onder Druk, gebaseerd op mijn tijd bij de politie. Dat genereert natuurlijk enige bekendheid, maar dat is voor mij geen doel op zich. Ik wil vooral de menselijke kant achter het werk van een arrestatie- en undercoveragent laten zien. Er zijn mensen uit de politiewereld die zeggen: oei, moet je nou wel zoveel van onze opsporingsmethoden onthullen in een boek en een tv-programma? Maar als je een gemiddelde rechtszaak volgt of een advocatendossier leest, dan weet je ook wat er allemaal mogelijk is en wat niet. Door transparant te zijn over dit werk creëer je vertrouwen en het geeft ook mogelijkheden om te zoeken naar nieuwe opsporingstechnieken. Dat probeer ik in zowel mijn boek als Hunted over te brengen.’

Veel kijkers van Hunted vinden het niet geloofwaardig dat jullie de BN’er steeds zo snel te pakken hebben. Hebben ze een punt?

‘Ja, ergens wel. Als we van seconde tot seconde uitzenden wat de speurders allemaal doen, dan kijk je naar een lang en saai tv-programma. De beelden moeten wel op zo’n manier worden gemonteerd dat je als kijker geboeid blijft: hé, hoe kan het dat ze dit vinden? Dat lijkt dan heel snel en toevallig, maar dat is het meestal niet. Los daarvan is het ook gewoon ingewikkeld om in Nederland een week lang onopgemerkt te blijven. We leven in een maatschappij met heel veel data, waardoor je ongemerkt veel sporen nalaat. Je moet de discipline kunnen opbrengen om een langere periode geen contact op te nemen met je vertrouwde sociale netwerk. Dat is niet makkelijk, want er gaan allerlei emoties opspelen. Er zijn niet veel mensen die daarmee kunnen dealen.’

De pakkans is dus best groot. Waarom komen veel criminelen in Nederland dan toch weg met hun daden?

‘Als jou een jarenlange gevangenisstraf boven het hoofd hangt, dan laat je het wel na om te gaan bellen met je moeder. Het enige wat dan nog telt is om zo goed mogelijk verstopt te blijven. Je ziet dat veel criminelen uitwijken naar het buitenland, waardoor je te maken krijgt met internationale regelgeving en uitleveringsverdragen. Als Nederlandse opsporingsdienst ben je in zo’n geval afhankelijk van de mate waarin buitenlandse diensten zich voor je willen inzetten. Dat zijn netwerken waar over het algemeen nog veel in verbeterd kan worden, alhoewel de lijnen steeds korter worden. Maar ik denk dat er nog steeds weleens wordt gedacht: we zetten iemand op de telex en dan loopt hij vanzelf een keer tegen de lamp. Dan kan het lang duren voordat je iemand te pakken hebt.’

Je hebt jarenlang gewerkt bij het arrestatieteam van de politie, gespecialiseerd in het opsporen en oppakken van voortvluchtigen. Is dat net zo enerverend als het klinkt?

‘Het arrestatieteam is het zwaarste geweldsmiddel dat de politie kan inzetten. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij het beëindigen van gijzelingen, de aanhouding van terroristen of vuurwapengevaarlijke verdachten of het oppakken van iemand die zich ergens heeft verschanst en in het wilde weg aan het schieten is. Voor dat soort complexe zaken is het arrestatieteam de oplossing, maar het doel is altijd om met zo min mogelijk geweld het beste resultaat te behalen waarbij de veiligheid van het team en de verdachte vooropstaan. Ik kijk er met veel plezier op terug, met name omdat je met een team werkt dat heel gedreven, gemotiveerd en goed op elkaar ingespeeld is. Je moet elkaar blind kunnen vertrouwen in welke situatie dan ook. Als dat lukt, dan is dat heel mooi om mee te maken.’

Lees de rest van het interview in de nieuwste Revu of op Blendle.nl

Jeroen praat in dit interview over zijn het arresteren van een Italiaanse maffiabaas, undercoveracties en hoe zijn jeugd hem gevormd heeft. ‘Op de middelbare school was ik wat groter dan de andere kinderen uit mijn klas. Jongens uit oudere klassen vonden dat een goede reden om mij te treiteren. Opwachten na schooltijd, m’n tas van mijn fiets schoppen. Daar word je als puber behoorlijk onzeker van.’

Interview
  • Fleur Koning