Alistair Overeem lepelt een bak noedels leeg. Hij lijkt er niet van te genieten. Eten is energie voor de vechter, iets noodzakelijks. Hij gaat graag uit eten, daar niet van, maar over het algemeen is eten toch vooral voeding. Het spul dat de motor draaiend houdt. De locatie helpt ook niet mee: een kaal krachthonk aan de rand van de Bijlmer. Buiten houden maartse buien inclusief gure poolwind de lente nog even op afstand, binnen zit Alistair Overeem op een fitnessbankje. Hij blikt af en toe de zaal in, geeft grappend commentaar op een dubbelgespierde kerel, iets verderop, die volgens hem niet genoeg zijn best doet. Die kettlebell is te licht, die squats niet diep genoeg. De man reageert niet – want koptelefoon.
Verder oogt Overeem gesloten. Defensief bijna, soms lijkt hij ongeïnteresseerd. Maar, zegt manager Iris Groenland, die bij het interview aanwezig is, het is al een stuk beter dan een jaar of vijf geleden. Toen zat Alistair tijdens interviews rustig te gamen op zijn telefoon. Hij lette niet op, oogcontact was zeldzaam. Lastig vond ze dat, het leverde haar hoofdpijn op, want zij wilde de banden met journalisten goed houden en ze wist bovendien dat achter die onverzettelijke buitenkant eigenlijk een heel aardige gozer zit: ‘Als je Alistair kent, is hij echt niet moeilijk om mee te werken, maar voor mensen die hem niet kennen, komt hij vaak bot of arrogant over. Dat zit zijn imago weleens in de weg. Al heeft hij daar zelf volgens mij helemaal geen last van.
Toch, Alistair?’
De mondhoeken van Overeem krullen omhoog: ‘Het boeit me inderdaad niet hoe mensen mij zien, wat ze van me vinden. Ik ben trots op mijn Nederlandse directheid.’
Alistair Overeem. Op 17 mei 1980 geboren in Hounslow, Engeland, maar op zijn vijfde, na de scheiding van zijn ouders, samen met zijn moeder en broer Valentijn – ook een vechtsporter –verhuisd naar Nederland. Ook wel bekend als The Reem of The Demolition Man. MMA-vechter en kickbokser. Zwaargewicht. Bijna 2 meter lang, 115 kilo zwaar. Voormalig Strikeforce-kampioen, voormalig wereldkampioen in de K1 en MMA, Fighter of the Year 2010.
Indrukwekkend is een understatement als je Alistair Overeem in het echt ziet. Niet alleen vanwege de spieren, zijn lengte, enorme handen en onverzettelijke attitude, ook vanwege zijn hoofd. Donkere, borstelige wenkbrauwen, een brede kaak en dwingende ogen. Een vechterskop. Een kop die duidelijk maakt dat knokken op nummer 1 staat. De rest is bijzaak. Een gesprek met Alistair Overeem voelt ook een beetje als een gevecht. Beter breng je een flinke lijst met vragen, want de antwoorden van The Reem zijn als jabs, kort en krachtig. Met hier en daar een rechtse directe in de vorm van een tegenvraag. Dat doet hij niet uit arrogantie of botheid – manager Iris heeft wat dat betreft gelijk, Alistair is geen nare man – hij is gewoon geen prater. Hij is een sloper. En een sloper wil de ander het liefst zo snel mogelijk gevloerd hebben. Ook als dat een alleszins onfitte journalist is.
Hoe is met je, Alistair?
‘Prima.’
Ondanks dat je deze maand eigenlijk in de ring zou staan tegen Rico Verhoeven?
‘Even voor jouw beeldvorming: er was nul plan om tegen Rico te vechten in maart. Iemand heeft dat online gegooid, dat heb jij opgevangen en vervolgens denk jij dat dat de realiteit is – net als veel andere mensen. Maar er was niets aan de hand.
Nooit besproken, nooit gepland.’
Er staat ook niets op de planning voor de toekomst?
‘Ik zeg het nog een keer: nee, er staat nog niets op de planning. Ik ben aan het revalideren van mijn blessure die ik eind vorig jaar opliep – de blessure waardoor ik in oktober niet tegen Rico kon vechten. Ik ben aan het trainen. Verder geen planning. Niks.’
Is dat lastig, trainen zonder doel?
‘Voor mij niet, want ik houd van trainen. Fit zijn, trainen, dat is heerlijk, fijn en leuk.’
Voelt dat hetzelfde als trainen voor een gevecht?
‘Ik beschouw dat als hetzelfde, ja.’
Hoe vaak train je?
‘Vijf dagen in de week, twee, drie uur per dag.’
Je bent inmiddels bijna 42. Gaat het minder makkelijk dan voorheen?
‘Mwah, de energie is ietsje minder, maar ik haal er toch veel plezier uit. Dat stukje blijft hetzelfde. Het kost energie, maar ik krijg er ook energie voor terug.’
Spierpijn?
‘Zelfde. Maar waarom vraag je dat, man? Hou oud ben jij dan?’
49
‘Ja, dan ben je toch ietsje ouder.’
Wrijf het er nog even in, Alistair.
Lachend: ‘Ik ben gewoon altijd actief geweest. Natuurlijk is er een verschil met twintig jaar geleden, maar ik voel me goed.’
‘Ik erken dat andere mensen meer talent hebben dan ik. Zij doen sommige dingen zonder erover na te denken. Maar ik ben wel heel koppig’
Wat is er in die jaren wél veranderd?
‘In het begin weet je niet waar je aan begint. Je klimt langzaam een berg op, komt zelfs helemaal op de top van de hoogste berg. Vervolgens ga je weer naar beneden en komt er een andere berg. Zo gaat het door. Daardoor heb ik nu overzicht, ervaring en goede mensen om me heen. Ik heb veel meer kompas, meer richting, weet wat juist is en wat niet juist is. Voorheen volgde ik meer, nu leid ik.’
Hoelang ga je nog door?
‘Een jaartje. Ik wil nog twee, drie wedstrijden doen en dan is het klaar, ga ik wat anders doen. Maar ik ga knallend afsluiten.’
Met een gevecht tegen Rico.
‘Daar ga ik nu niks over zeggen.’
Is het eng om te stoppen als iets al zo lang je leven beheerst?
‘Nee. Ik heb er zin in. Ik heb in het vechten het maximale bereikt, ben de hele wereld over geweest, heb centjes verdiend. Toen ik met vechten begon, wilde ik de wereld verkennen en veroveren. Dat heb ik gedaan en daar ben ik dankbaar voor. Het is één groot avontuur geweest.’
Al een idee wat je straks gaat doen?
‘Ik wil lesgeven. En mijn kinderen opvoeden.’
Hoeveel kinderen heb je?
‘Drie. Ze zijn vijftien, vijf en vier.’
En die heb je te weinig aandacht gegeven?
‘Ja. Absoluut.’
Heb je daar spijt van?
‘Nee. Het is een keuze, hè, alles doen voor de sport: dan zie je je kinderen minder. Maar ik merk dat dat toch wat weerstand oplevert nu ik ouder word. Ik moet me er meer toe zetten om alleen maar voor die sport te gaan. Ik zie nu ook andere dingen, niet alleen de sport. Ik ben tevreden over wat ik gedaan heb en hoe ik het gedaan heb, maar in de loop der jaren is daar verandering in gekomen. De prioriteiten liggen anders. Ik wil dus meer bij mijn kinderen zijn.’
Hoe is het in de liefde, Alistair?
‘Daar wil ik op dit moment niets over zeggen.’
Wat voor vader ben jij?
‘Een speelse vader. Veel stoeien.’
Is het vaderschap wat je ervan verwachtte?
‘Nee, totaal anders. Het is van tevoren niet te bevatten wat het inhoudt. Maar het is leuk en naarmate de tijd verstrijkt wordt het eigenlijk steeds leuker.’
Lees de rest van het interview in de nieuwste Revu of op Blendle.nl
Alistair praat in dit interview over geld, wonen in Amerika en wat hij er van vindt wanneer mensen zeggen dat hij over zijn piek is. ‘Dat mogen ze vinden. Het boeit me niet. Ik word niet getriggerd door mensen die buiten mijn innerlijke kring verblijven.’
- Glory Kickboxing