Géza Weisz: ‘Door het dagboek heb ik mijn opa echt leren kennen’

Géza Weisz is momenteel te zien in Voices of Liberation, een zwaarwichtige, persoonlijke Netflix-docuserie over acteurs die een familiaire connectie hebben met de Tweede Wereldoorlog. We spraken hem over die zwarte periode uit zijn familiegeschiedenis.

geza

Een docuserie over de Tweede Wereldoorlog staat vrij ver af van wat je normaal doet: plaatjes draaien op grote feesten, acteren in romcoms. Waarom dacht je: dit is iets voor mij?

‘Dat dacht ik in eerste instantie helemaal niet, haha. Voices of Liberation is geregisseerd door Koen Mortier, die ook de zwarte komedie Ex Drummer heeft gemaakt. Dat is een van de allerbeste films die ik ooit heb gezien, dus in mijn ogen is hij een soort legende. Toen ik werd benaderd om aan zijn docuserie mee te doen, geloofde ik het bijna niet. Mortier heeft een vrij artistieke reputatie en ik reken mezelf wat dat betreft niet rijk: ik balanceer natuurlijk op de commerciële grens, dus ik voelde me zeer vereerd dat ze aan mij dachten.’

Jouw opa is gestorven in Auschwitz, je vader was ondergedoken, je andere grootouders hebben met je moeder het concentratiekamp overleefd. Wordt er in je familie gepraat over die zwarte periode – of is het de spreekwoordelijke olifant in de kamer? 

‘Mijn ouders grijpen niet elk diner aan om hun verhaal te doen, maar er wordt op een gezonde manier over gesproken. M’n moeder heeft sociologie gestudeerd en is daarna de kant van de psychotherapie opgegaan. Dat ze ervoor koos om psychoanalytica te worden, heeft denk ik voor een groot deel te maken met het feit dat ze het brein wilde begrijpen, zodat ze beter kon omgaan met zaken uit het verleden die moeilijk zijn. Mijn vader heeft ook altijd open over het verleden gepraat: op de boerderij waar hij zat ondergedoken en hij weet niet beter dan dat hij in een weeshuis opgroeide. Hij is een uniek karakter met een extreem positieve mindset die heel erg houdt van het leven en weinig wrok koestert.’

Heeft de serie je nieuwe inzichten gegeven over de oorlog en wat je familie heeft meegemaakt?

‘Toen ik aan Koen Mortier vertelde dat m’n opa die in Auschwitz zat een dagboek heeft achtergelaten, zei hij gelijk: “Daar wil ik wat passages uit voorlezen.” Ik had zijn dagboek tot dat moment nooit echt willen lezen, misschien was het nog niet het geschikte moment. Maar toen ik eraan begon, ging er een wereld voor me open. Hij is acteur geweest, dus ik had weleens beelden van hem gezien in stomme films. Maar ik had hem nooit horen spreken. Mijn vader heeft ook weinig actieve herinneringen aan hem, want hij was pas 4 jaar toen mijn opa werd vergast. Eigenlijk had ik geen idee wie mijn opa was, maar door het dagboek heb ik hem echt leren kennen en ontdekte ik dat we heel erg op elkaar lijken. We zijn allebei romantisch en kunnen zwelgen in de liefde, maar hebben ook veel zelfspot. Mijn opa maakte bijvoorbeeld veel grappen over zijn lengte, iets wat ik ook vaak doe. Hij wist ergens heel goed wat hij wilde, wat ik ook heb, maar hij was daar net als ik vrij egoloos in. Ik ben heel ambitieus, maar ik kan ook goed omgaan met kritiek. Het klinkt gek om over jezelf te zeggen, maar dat is een combinatie die schaars is. Mensen zijn vaak heel heftig en luisteren niet naar anderen, óf ze luisteren heel goed en cijferen zichzelf een beetje weg. Mijn opa en ik komen voor onszelf op, maar we hebben ook oog voor anderen.’

Beangstigt het je dat intolerantie in de huidige tijd tot een nieuw hoogtepunt lijkt te komen? 

‘Ik denk dat we op dit moment allemaal op onze hoede zijn, omdat we het spannend vinden wat er de komende tijd gaat gebeuren. Maar ik denk niet: o, daar gaan we weer, nu zullen wij wel weer als eersten de klos zijn. Ik ben niet paniekeriger dan de niet-Joodse mensen om me heen, al heb ik wel een heel gevoelige kant. Het ondernemerschap is wat dat betreft een goede training, want ik heb in de afgelopen twee jaar veel meegemaakt waarbij de emoties hoog opliepen. Dat heeft onder meer te maken met het feit dat mijn compagnons en ik tijdens de pandemie nooit steun hebben gehad voor ons beginnende restaurant, omdat we nog geen cijfers hadden van de periode daarvoor. Voor ons gevoel was dat heel oneerlijk, want net als andere horecazaken moesten we ons personeel doorbetalen. Toen de overheid een paar maanden terug besloot om beginnende bedrijven alsnog met terugwerkende kracht steun te geven voor die periode, vielen wij weer buiten de boot omdat we ons al in 2019 hadden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. We hebben daarna een half jaar verbouwd en dus geen omzet gedraaid, maar de wet ziet ons daardoor niet als startende ondernemers. In zulke situaties voel ik een groot onrecht: dit kán toch niet. Als acteur en dj had ik in het verleden altijd een agent die dergelijke bureaucratische toestanden voor me oploste, maar een paar jaar terug dacht ik: ik wil niet de hele tijd als een jongetje bij de hand genomen worden, maar zelf leren hoe ik met dit soort situaties omga. Daardoor ben ik nu in staat om minder bij mijn emotie en meer bij mijn ratio te blijven.’

Nieuwe Revu interviewde Géza Weisz over de Tweede Wereldoorlog, je carrièrekansen spreiden, onzekerheid en hokjes. ‘Ik heb vrede met wie ik ben geworden, maar als ik kijk naar Mocro Maffia, een serie die is bedacht door een van mijn beste vrienden Achmed Akkabi, dan denk ik: waarom bel je mij niet? Ik kan toch ook voor Marokkaan doorgaan? Het is begrijpelijk hoor, ik straal niet megagevaar uit, maar ik zou het interessant vinden om een keer niet de komische noot of het olijke personage te spelen.’

Interview
  • Sophia van den Hoek