Wybren van Haga slaat terug richting kritische columnist Nieuwe Revu: ‘Demoniserende brief’

Afgelopen week schreef Leon Verdonschot een kritische open brief aan Kamerlid Wybren van Haga. Onze columnist haalde flink uit: ‘Je bent geen ondernemer maar een pandjesparasiet’. Van Haga besloot te reageren.

Van Haga

Beste Leon Verdonschot,

Al die jaren heb ik met bewondering naar jouw levensloop gekeken. Bewondering om de vrijheid die je uitstraalt. In jouw werk als journalist, schrijver, en presentator. Om de ruige sfeer die om jou heen hangt als het gaat over vrouwen en de onversneden naaktheid waarmee je over jouw relaties en jouw hoerenloperij praat. Om de manier waarop je met jouw harde jeugd hebt afgerekend en de liefdevolle relatie met jouw moeder. Maar ook omdat jij een soort intellectuele kant van de Nederlandse jetset belichaamt en omgaat met voor de gewone sterveling onbereikbare BN’ers zoals Anouk en Keith Bakker. Jij riep bij mij altijd de sfeer op van een kruising tussen Herman Brood en Ramses Shaffy. De sfeer van een vrijdenkende kunstenaar die de rauwe randjes van het leven opzoekt.

Totdat ik zelf in jouw onplezierige vizier kwam. Zonder mij te kennen schreef je een demoniserende brief in Nieuwe Revu en daardoor realiseerde ik me dat de bewondering nooit wederzijds zal worden. Omdat er uit jouw brief een vooringenomen afkeer spreekt die moeilijk te overwinnen zal zijn. Want waarschijnlijk representeer ik voor jou niet een ondernemer die zijn pensioen probeert te organiseren door middel van beleggingen in vastgoed, maar sta ik voor jou symbool voor alle mensen die worden veracht in jouw elitaire kunstkringen. Mensen die “saai” zijn, die hard werken op school en gaan studeren. Mensen die misschien zelfs wel lid worden van een studentenvereniging, en daarna hun best doen om bij een gerenommeerd bedrijf te gaan werken waar ze tientallen jaren tachtig uur per week zwoegen om carrière te maken. Mensen die sparen en trouwen met net zo’n saaie partner die net zo hard werkt zodat ze samen een huis kunnen kopen. Mensen met burgerlijke ambities die vervolgens ook nog kinderen verwekken die ze op dezelfde manier opvoeden met tennis, hockey, judo en bijlessen, omdat ze hopen dat hun kinderen ook zo’n gelukkig leven zullen hebben. Mensen die als ze tijd en energie over hebben zich inzetten voor de samenleving door vrijwilligerswerk te doen of, ja het kan nog burgerlijker, politiek actief te worden in de gemeenteraad van hun eigen gemeente. Mensen die denken dat ze voor vrijheid kiezen als ze voor het ondernemerschap kiezen om vervolgens door de overheid te worden behandeld als melkkoeien.

Laat ik mij beperken tot de twee miljoen ondernemers die Nederland heeft. Dit zijn geen zielige mensen. Als je niet teveel risico neemt en je werkt hard dan kun je een prima boterham verdienen. Als de overheid, de bank en andere partijen zich niet al te hard opstellen kun je een prima leven leiden. Maar een ding is zeker, een ondernemer moet zijn of haar eigen pensioen regelen. Spaargeld levert niks op, aandelen zijn te riskant en dus hebben honderdduizenden ondernemers hun pensioen geregeld via beleggingen in vastgoed. Laag rendement, maar weinig risico. In Nederland zijn er 7,7 miljoen woningen waarvan 3,3 miljoen huurwoningen. Van die huurwoningen zijn er 2,3 miljoen in bezit van woningcorporaties, 500.000 eigendom van institutionele beleggers en 475.000 vormen de pensioenvoorziening van particuliere verhuurders. Dat is 6% van de totale woningmarkt, een bescheiden percentage. Is dit een probleem? Nee, niet echt. In elke huurwoning wonen een of meerdere mensen. De particuliere verhuurder onderhoudt de woning, isoleert de woning, plaatst zonnepanelen en is trots op zijn bezit, waar keihard voor gewerkt is.

Maar waar gaat het dan mis? Dat zal ik je uitleggen. Toen ik in 1990 mijn eerste appartement kocht in de Kockstraat in Den Haag was er nog sprake van een functionerende markt. Vraag en aanbod waren met elkaar in balans. Er was zelfs sprake van leegstand. In wijken zoals Transvaalkwartier wilden mensen minder graag wonen en daar kon je dus voor een paar honderd gulden per maand een woning huren en voor 50.000 gulden een woning kopen. Dit was decennialang een gegeven. Een woningmarkt waarin het mogelijk was om, als je hard werkte en wat had gespaard, een woning te kopen. En totdat het zover was kon je voor een schappelijk bedrag een woning huren. De overheid was marktmeester en zorgde voor de kaders en de PvdA - ere wie ere toekomt - zorgde dat er voldoende gebouwd werd, want “in gelul kan je niet wonen”, aldus Jan Schaefer.

Pas in 2010 kwam daar de klad in toen D66 en GroenLinks in de grote steden de gemeenteraadsverkiezingen wonnen. Het aanbod groeide niet meer omdat deze partijen de facto een bouwstop invoerden doordat er niet meer binnenstedelijk gebouwd mocht worden en de weilanden rond de steden wel verpest mochten worden met zinloze zonne-akkers. Daarbovenop kwam in de loop van de tijd nog stikstof, PFAS, CO2, gasloos bouwen en allerlei andere duurzaamheidsflauwekul. Tot overmaat van ramp werd in 2013 de verhuurdersheffing ingevoerd waardoor de woningcorporaties stopten met het bouwen van sociale woningen. Het eind van het liedje was dat er nauwelijks woningen bijkwamen.

Op hetzelfde moment zetten de verschillende kabinetten Rutte de grenzen wagenwijd open en kwamen er 100.000 mensen per jaar bij, die ook nog eens voorrang kregen op de schaarse sociale woningen.

De vraag explodeerde en het aanbod nam nauwelijks toe en daarom zijn zowel de prijzen voor koopwoningen als de huurprijzen gestegen. Komt dit door de ondernemer die zijn pensioen heeft geregeld middels een belegging in vastgoed? Nee, natuurlijk niet. Maar wat is het giftige mantra van mensen zoals Hugo de Jonge en jijzelf? De prijzen zijn gestegen door de pandjesparasieten. Grappige allitererende woordvondst en wellicht kom je er mee in de Dikke Van Dale of heb je het woord van het jaar gemunt. Voor mij is het een pijnlijke en ongefundeerde zwartmakerij door iemand die ik voorheen onder de vrijdenkers schaarde. Alleen ben jij helaas geen vrijdenker meer, maar een slachtoffer van een onjuiste collectivistische voorstelling van de waarheid. Ik praat je graag een keer bij onder het genot van een alcoholvrij biertje.

Column
  • BrunoPress