Wat een mooi kantoor heb je.
‘Dit is normaal ook de plek om een drankje te drinken aan de bar. Tessa wilde niet meer voortdurend mensen thuis over de vloer hebben en dus hebben we het voor zakelijke klanten hier wat huiselijker gemaakt. Tijdens de coronatijd heb ik hier op vrijdag- en zaterdagavonden met mijn jongste zoon Thomas films zitten kijken. Alles wat ik de afgelopen jaren van mijn gezin heb moeten missen, heb ik in die periode dubbel en dwars ingehaald. Ik zag het echt als een cadeautje om ineens zoveel tijd met hen te kunnen spenderen. Gestaag duurde het langer en ging ik het optreden toch wel missen. Ik ben toch die artiest. Al 34 jaar.’
Die het alsmaar drukker krijgt?
‘Maandag, dinsdag en woensdagmiddag zijn mijn vrije dagen. Daarnaast is mijn agenda voor 70 procent gevuld met bedrijfsfeesten en grote evenementen. Ze zijn niet aan te slepen, want nu iedereen er weer op uit mag, doen we dat ook massaal. Toen Thomas veertien jaar geleden geboren werd, zei ik dat ik in principe maximaal negentig à honderd optredens per jaar zou doen. De realiteit nu? We draaien gemiddeld zeven shows per week, 28 per maand en tweehonderd per jaar. Tussendoor nemen we echter wel vakantie. Zo reis ik nu, terwijl dit interview in de winkel ligt, lekker met mijn gezin door Mexico.’
Wanneer kom je op het punt dat je onderneming naar de achtergrond verdwijnt en je alleen nog maar de krenten uit de pap haalt?
‘Dat was ik nu al van plan, maar is me niet gelukt. Ik vind het werk namelijk nog te leuk. En het publiek ook. Ik blijf maar gevraagd worden. Ik moet er echter wel voor oppassen dat mijn stem het na zoveel maanden niet opgeeft. Daarom pak ik nu mijn rust met een vakantie en wanneer ik in Nederland ben met vrije dagen tussen optredens door. Zo blijft het verantwoord. Zolang de mensen m’n oude en nieuwe repertoire willen horen, ga ik door. Ik sta inmiddels voor drie generaties op te treden, zoals laatst bijvoorbeeld nog in het Olympisch Stadion. Alle glazen in de lucht, iedereen meebrullen. Dat gaf me wel weer even een muzikaal orgasme, hoor.’
Een van je grootste hits, Viva Hollandia, werd door de spelers van Oranje gezongen in de kleedkamer na plaatsing voor het WK. Een hele eer.
‘Dat was het allermooiste cadeautje dat ik kon krijgen. Ik weet nog goed dat ik er tijdens het EK van 2008 in Bern mee stond op te treden en mijn telefoon ging. “Je staat op 1,” riep mijn manager. Een week later werd Thomas geboren. Alles kwam toen samen. Inmiddels is Viva een grotere hit dan Wij houden van Oranje van André Hazes, waar ik en de vorige generatie voetballers weer mee zijn opgegroeid. Wat ze echter beide gemeen hebben, is dat het evergreens geworden zijn. Dat is iets om trots op te zijn.’
In niets te vergelijken met de periode voordat mensen je überhaupt kenden.
‘Voor mij was dat, hoe fijn het nu ook is, echt de leukste tijd. Ik was nog aan het bouwen. Op het moment dat je eigen repertoire groeit, mensen je nummers meezingen en je hits gaat scoren, dan verandert er wel wezenlijk iets in je. Het voelt fantastisch en laat je minder nerveus voelen voorafgaand aan een optreden. Denk echter nooit als artiest dat je er bent, want je bent zo goed als je laatste optreden. Zodra je denkt dat je het gemaakt hebt, is het afgelopen. Je moet blijven werken, blijven knokken, vernieuwend zijn met liedjes en je stem trainen. Dat het publiek je blijft omarmen. Het is vaak een combinatie van dingen. Ik ken genoeg collega’s die altijd vals zingen, maar toch succes hebben vanwege hun charisma.’
Er kleeft aan jou vrij weinig negativiteit. Op Twitter kwam ik eigenlijk maar één wanklank tegen: dat je dochter Pamela haar rol in de musical Les Misérables alleen maar te danken zou hebben aan haar bekende vader.
‘Heb ik gezien. Wat een klootzak, hè? Ik heb schijt aan dat soort zuurpruimen, want ik weet dat Pamela alles op eigen kracht gedaan heeft. Wat ik doe, staat niet eens in de schaduw van wat zij allemaal kan. Technisch zingt ze tien keer beter dan ik ooit zou kunnen en zelfs nu ze niet meer op de Fontys Hogeschool Tilburg zit, neemt ze nog elke dag zangles. Ik heb dat zelf ook 25 jaar lang drie keer per week gedaan, bij zangcoach Alida van Dongen, en zolang zij leeft voelt het niet goed om dat met iemand anders weer op te pakken. Ik zit echter in een heel andere league dan Pamela. Bij mij moet het dak eraf, bij haar mag geen noot fout zijn. Toen ze de understudy-rol van Cosette en daarnaast een plek in het ensemble kreeg, heb ik wel even gehuild. Allemaal aan zichzelf te danken, zonder hulp van papa.’
Jouw ouders hielpen je wel, toch?
‘Zij werken en werkten met mij. Pa stopte zelfs met zijn schildersbedrijf om bij mij het geluid te komen doen. Daarmee kon hij echter mijn carrière niet sturen, dat deed ik zelf. Pa en ik zijn altijd rechtdoorzee met elkaar. We hebben vaak strijd en ruzie gehad op en naast de bühne, maar altijd op een goede manier. Ik zou hem nooit in de steek laten. Dat kan ook niet. Hij is aandeelhouder in mijn bedrijf. We zullen elkaar nooit laten vallen.’
Collega’s laat je ook niet vallen. Marco Borsato, Danny de Munk, je komt voor hen op nu ze worden beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag.
‘Ik geloof geen reet van dat Borsato-verhaal. En De Munk, ik ken dat ventje al zo lang. Ik weet wat hij vroeger allemaal met meiden heeft uitgespookt, maar ik steek mijn beide handen er voor in het vuur dat Danny niemand verkracht heeft. Marco idem dito. Blijkt het straks toch zo te zijn en komt er bewijs op tafel, pas dan trek ik ze weer uit dat vuur. Eerder niet. Het is levensgevaarlijk wat er nu allemaal gebeurt met die juicechannels. Ze maken hele gezinnen kapot met vijftien jaar oude verhalen en zorgen ervoor dat kinderen van BN’ers niet meer naar school durven. Waar zijn ze in godsnaam mee bezig? Als artiesten volgen we het op de voet en lullen we er continu met elkaar over. Er komt een dag dat iemand als Yvonne Coldeweijer zelf de sjaak is. Let maar op. Daar zitten we met z’n allen op te wachten. Dat is toch logisch? Ik vind deze tendens die gaande is te triest voor woorden en levensgevaarlijk. Maar ja, het publiek smult ervan, dus is er een verdienmodel voor.’
Heb jij nog lijken in de kast?
‘Ik heb heus genoeg uitgevreten toen ik vrijgezel was, maar ik was snel weer aan de vrouw. Mijn eerste relatie duurde vrij lang, maar liep toch op de klippen. Het succes in mijn werk – ik was 29 – groeide en toen ik het idee kreeg dat ik de aandacht van vrouwen net iets te leuk ging vinden, ben ik met die relatie gestopt. Vreemdgaan lag op de loer en dat wilde ik niet. Ik wilde haar geen pijn doen. Bovendien was ik altijd weg om op te treden en realiseerde ik me dat we het op die manier niet meer samen redden. Ik koos eieren voor mijn geld in plaats van voor haar. Niet lang daarna was ik een paar jaar samen met iemand anders en inmiddels ben ik alweer achttien jaar gelukkig met mijn tweede vrouw Tessa. In 2007 zijn we getrouwd. Ik genoot heus van het vrije leven, maar ben uiteindelijk toch meer een type dat niet te lang alleen wil zijn en huisje-boompje-beestje koestert.’
Benieuwd naar de rest van het interview met Wolter Kroes? Je leest het op Blendle. ‘Het is mijn grote wens om ooit nog eens met mijn vader en m’n jongste zoon te duiken naar haaien in Frans-Polynesië. Die ouwe is inmiddels 76 en steeds vaker thuis om voor mijn moeder te zorgen die met wat kwaaltjes kampt. Ik moet er daarom niet te lang meer mee wachten.’
- ANP