Leon Verdonschot

'Rutte + vertrouwelijk memo + omstreden inhoud = geheugenverlies'

‘Eigenlijk wist iedereen toen al genoeg. En verdomd! U wist niet meer of u het memo had ontvangen'

Leon Verdonschot

Beste Mark Rutte,

Als het geheugen van Nederland net zo selectief slecht is als dat van uzelf, en daar lijkt het vaak op, valt te vrezen dat u niet alleen de langstzittende premier van het land zult zijn (dat is al gelukt), maar ooit ook de oudste premier van het land zult wórden: u bent nu 55, premier Van der Linden (1864-1935) was 72 toen hij aftrad. Dat worden nog zeventien jaar in een onwijs gaaf land.

Er verdween nogal wat informatie uit uw hoofd tijdens uw jaren als premier. Over bonnetjes (van de Teevendeal), over memo’s (over het belang van Shell en Unilever voor het afschaffen van de dividendbelasting), over actieve herinneringen aan gesprekken over Pieter Omtzigt. En als het niet uit uw hoofd verdween, dan wel uit uw telefoon.

In 2019, tijdens het debat over de Nederlandse aanval op een bommenfabriek van IS-fabriek waarbij ook tientallen burgerdoden vielen, wist u ook heel veel niet meer. Journalist Ton F. van Dijk schreef toen mee, en zette al uw formuleringen onder elkaar. ‘Ik heb dus geen herinnering, en ik kan die nu natuurlijk ook niet oproepen, aan dat gesprek.’ ‘Die herinnering heb ik niet.’ ‘Ik heb er nul herinnering aan.’ ‘Ik kan geen herinnering faken die ik niet heb.’ ‘Daarop is mijn eerlijke antwoord dat ik daar geen herinnering aan heb.’

Sommige mensen spreken in uw geval van een patroon. Ik zou het inmiddels een oeuvre willen noemen. Was het muziek, dan zou je bovendien zeggen: wat een stijlvast oeuvre!

Deze week werd u verhoord, dit keer door de parlementaire enquêtecommissie over de aardgaswinning in Groningen. Op een gegeven moment ging het over een vertrouwelijk memo van Shell over het ‘weer een normaal onderdeel van gaswinning’ worden van aardbevingen, dat aan u en alleen gericht was. Eigenlijk wist iedereen toen al genoeg.

Rutte + vertrouwelijk memo + omstreden inhoud = geheugenverlies.

En verdomd! U wist niet meer of u het memo had ontvangen. U zei: ‘Dat is het grote geheim van deze enquête, want we kunnen dat memo niet terugvinden. We hebben alle archieven omgedraaid. We kunnen dat niet vinden.’

U betwijfelde of het memo überhaupt bestaat. Dat was de commissie duidelijk over: het bestaat. Ze hebben het. U lachte: ‘Dan wil ik het ook weleens zien. Staat er iets spannends in?’

Iedereen die ooit geschiedenis heeft gestudeerd, kennelijk op één man na, kent het belang van deugdelijke archieven.

En iedereen die u ooit heeft gezien in zo’n penibele situatie als dit onderdeel van het verhoor, kent inmiddels het patroon: de gespeelde onschuld, de zenuwachtig joviale grijns, de grapjes om de angel eruit te halen, want kom op jongens, niet zo streng, het is uiteindelijk maar een spel, en dat spel heet politiek.

Het rare is dat het nog werkt ook. Vroeger zou ik razend zijn geworden. En nu keek ik naar u op televisie zoals je kijkt naar iemand die net als jij zelf ook weet dat hij weer liegt. Schouderophalend, zoals je dat doet bij hopeloze gevallen.