James Worthy

'Een snelle fiets wordt niet gepikt'

‘Elke dag krijg ik hatelijke dingen naar mijn hoofd geschreeuwd, omdat ik een fiets heb die bijna net zo slim als mijn telefoon is’

James Worthy

Mijn vrouw en ik verkochten een jaar geleden onze auto en schaften een elektrische fiets aan. Zo’n gevaarte met dikke banden en een displaytje waarop staat hoe hard je gaat. Als ik op maandagavond naar voetbal fiets, haal ik soms meer dan 30 kilometer per uur. En als ik in de ochtend onze zoon naar school breng, kom ik niet boven de 20.

Vooral die ochtenden zijn magisch. Mijn zoon die achterop zit en over FIFA23 praat, terwijl Amsterdam ontwaakt. We tellen de meeuwen die plaats hebben genomen op de daken van geparkeerde auto’s. Autodakmeeuwen. Het is een prachtige nieuwe trend. Een morsige meeuw op het dak van een onbetaalbare Mercedes.

Als mijn zoon achterop zit, kijken de mensen wel naar onze fiets, maar ze zeggen niets. Ze houden zich in voor mijn zoon. Maar als mijn zoon niet achterop zit, krijg ik allemaal verwensingen naar mijn hoofd. ‘TIRAN!’ schreeuwde een oude man in een mosterdkleurige bodywarmer vorige week naar me. Ik stopte en knoopte een gesprek aan met de kleingeestige vitter.

‘Ik vind het gewoon zo erg al die dure fietsen,’ zei de man.

‘Mijn auto was twintig keer duurder dan deze fiets. Toen hoorde ik u niet. Zelfs met de ramen open.’

‘Ik vind het er lui uitzien. Onnodig lui. Wat is er mis met een normale fiets? Jullie jonge mensen willen niet meer zweten of zo,’ vervolgde de overrijpe zuurpruim.

‘Heeft u een magnetron in huis? Ligt er een afstandsbediening op uw televisiemeubel? Want dat is wat deze fiets is. Meer niet. Het is een televisie met afstandsbediening. Natuurlijk kan ik ook gewoon naar de televisie lopen om van kanaal te veranderen, maar het hoeft niet meer, meneer.’

‘Wil je me geen meneer noemen,’ zei de man boos.

‘Maar u noemde mij een tiran.’

De oude man droop af alsof hij in een kaasfonduepan was gevallen.

Elke dag krijg ik hatelijke dingen naar mijn hoofd geschreeuwd, omdat ik een fiets heb die bijna net zo slim als mijn telefoon is. Gisteren fietste ik... Ja, misschien moet ik dat ook even uitleggen. Ik moet dus gewoon trappen, hè? Het is niet dat ik op een vliegend tapijt met wielen door de stad vliegfiets.

‘Je bent veel te jong voor zo’n fiets!’ schreeuwde een vrouw met getekende wenkbrauwen naar me toen ik door de Haarlemmerstraat fietste. Ik stopte weer. De vrouw schrok. Veel mensen lijken te denken dat er geen rem op een elektrische fiets zit.

‘Hoe oud ben ik dan?’ vroeg ik.

‘Te jong voor zo’n uit de kluiten gewassen Spartamet,’ zei ze.

Vandaag kreeg ik de wind van voren van een man in een scootmobiel. Je had erbij moeten zijn. Hij tufte langs toen ik mijn fiets op slot aan het zetten was. ‘Lekker bezig hoor, prinsesje,’ zei de man. Hij rook naar alcohol en natte bierviltjes.

‘Als ik een prinses ben, bent u de koningin, meneer,’ lachte ik.

Hij tufte weg in zijn scootmobiel. Ik liep naar onze voordeur en draaide nog even om. Op het stuur van onze elektrische fiets landde een dikke meeuw.

Column
  • iStock