Hij zit er een tikkeltje nerveus bij. ‘Hallo, ik ben Ammar.’ Zijn lieve glimlach is net zo groot als op tv. In het gigantische restaurantgedeelte van het nog reusachtiger Van der Valk-hotel, langs de A1 bij Deventer, zijn thuisstad, nipt de jonge volkszanger aan een glaasje jus d’orange. Heel spraakzaam is hij niet. Misschien is het de wedstrijdspanning, voor de twee shows die hij later vanavond moet verzorgen. Misschien is het zijn verlegen karakter. Of misschien moet hij nog gewoon wennen aan al die journalisten, die blijkbaar ook al hele avonden lang met hem op pad willen. Want zelfs na twee jaar van onophoudelijk succes, zingen voor duizenden nieuwe fans en een mediastorm die zijn weerga niet kent, voelt het nieuwe leven van Ammar Bozoglu (25) hem nog steeds onwennig aan. ‘Ik leef een droom. Het gaat zo snel allemaal. Echt niet normaal.’
Zijn ogen glunderen, alsof het pas gisteren was dat hij doorbrak als ‘Ali Hazes’, de ‘Turkse André Hazes’ of ‘die Turk uit de kroeg’. Allemaal bijnamen van een jongen met een gouden stem, die zichzelf het liefst gewoon Ammar noemt. Ook op het podium. Al weet hij zelf ook: de link met Hazes zal beklijven. En niet alleen maar omdat zijn live-act voor een stevig deel uit de klassiekers van zijn jeugdidool bestaat. Maar vooral vanwege die veelbesproken doorbraak, twee jaar geleden.
Kebabzaak
‘Reïncarnatie van André Hazes werkt bij de kebabtent.’ Zo luidt in de zomer van 2020 de titel van het Dumpert-filmpje, waarin Ammar achter de grillplaat van The BBQ Corner uit volle borst zijn versie van Ik leef mijn eigen leven zingt. ‘Ik werkte destijds in de kebabzaak van mijn achterneef,’ blikt de zanger terug. ‘Zingen deed ik altijd al graag, ook tijdens werk. De klanten vonden het ook prachtig. Beetje sfeer maken tijdens het wachten op je durum kan geen kwaad, toch? Toen ik daar dus een keertje Hazes, mijn grote held, begon te zingen, begon iemand mij te filmen. Dat filmpje heeft meer dan een jaar op zijn telefoon gestaan, voordat hij ’m eindelijk op Dumpert knalde. Nou vriend, wat er daarna allemaal gebeurde in mijn leven...’
Ammar laat een korte stilte vallen. Zijn hoofd zoekt naar woorden. ‘Boem! Driehonderdduizend views. Duizenden berichten van mensen. Ik overdrijf niet. Duizenden berichten. Alleen maar mooie en lieve dingen. Dat ik zo’n mooie stem heb, dat ik die ene ben die iedereen in Nederland met elkaar zal verbinden. Dat raakte me zo diep. En daarna telefoontjes, heel veel telefoontjes. Aanbiedingen, shows. Zingen op festivals. Eigen boekingen. Jongen, ik wist echt niet wat ik meemaakte. Tussendoor stond ik nog gewoon kebab te maken. Ik kon alleen nog maar lachen. De klanten dachten dat ik gestoord was. De lachende kebabman.’
In één klap had de anonieme Deventenaar, die zich eigenlijk nooit heel serieus met muziek bezig had gehouden, duizenden aanbidders. Onder wie ook Dave Roelvink, Django Wagner en Snelle, zijn rappende streekgenoot. ‘Via Jermain kwam ik in contact met Lieve Jongens, het label van Snelle. Een week na dat filmpje schudde ik al zijn hand. Hij zag blijkbaar iets in mij. Tijdens ons eerste gesprek stelden we direct een aantal doelen. Afvallen, muziek maken, geen gekke streken meer uithalen. Als dat mij allemaal zou lukken, mocht ik een contract komen tekenen.’
Makkelijker gezegd dan gedaan. Want om ook maar iets te maken van zijn leven moest Ammar van ver komen. Heel ver. ‘Het ging in die periode niet goed met mij. Als ik door zou gaan met hoe ik toen leefde, was ik doodgegaan.’
Ook aan tafel zit Jermain Jolly. Een berekenende, kalme ondernemer. De absolute tegenhanger van de gevoelige, uitgesproken volkszanger die naast hem zit. Maar ook iemand die Ammar al net zo lang zijn goede vriend noemt. ‘Toen ik Ammar leerde kennen, sliep hij in een auto,’ vertelt Jermain over hun bijzondere relatie. ‘Hij werd misbruikt door mensen. Zo’n goede jongen, die zoveel voor anderen doet. Én met zoveel talent. Ik gunde hem een beter leven. “Wil je zangles? Wil je naar de sportschool? Gezonder leven? Ik betaal het voor je,” zei ik tegen hem. Maar hij deed daar niets mee. Sterker nog: hij was weer een paar weken spoorloos. Totdat hij viral ging op Dumpert. Toen belde hij mij weer. “Heb je dat gezien?” vroeg hij, helemaal enthousiast. Toen zei ik: “Luister, dit is het moment om iets te doen met die stem van jou. Nu moet het gebeuren. Nu of nooit.”’
Steuntje in de rug
Die boodschap landde. De knop ging om. ‘Al die positieve berichtjes van mensen hielpen daar ook bij,’ zegt Ammar, tussendoor druk op zijn telefoon kijkend. ‘Dat steuntje in de rug had ik echt nodig.’ Daarmee was Ammar er nog lang niet. De weg naar het leven van volwaardig artiest was een lange. Stap 1: af kicken. ‘Toen Jermaine mij vond, had ik amper een tussenschotje over,’ erkent Ammar, wijzend naar zijn neus. De zanger kijkt er nog steeds schuldig bij. ‘Ik gebruikte van alles. Zat avonden achter elkaar in de kroeg. Ik had geen richting in mijn leven. Was echt van het padje af.’
De oorzaak van dat alles: een beroerde thuissituatie. ‘Toen ik nog een kleine jongen was, vertrok mijn vader van de ene op de andere dag naar België. “Nu ben jij de man in huis,” zei hij. Moest ik ineens voor mijn moeder en vier zusjes zorgen. Een klein poosje ging dat goed, maar daarna trok ik het niet langer. Ik zwierf op straat, ging om met de verkeerde mensen. Mijn moeder maakte zich grote zorgen om mij.’
Het Dumpert-filmpje veranderde alles. Waar Ammar bij zijn eerste ontmoeting met Snelle nog ‘als een halve dooie’ aan tafel zat, wist hij zichzelf in een jaar tijd opnieuw uit te vinden. ‘Ik zat elke dag in de sportschool, dronk alleen nog maar gembershots. Ik ging van 124 naar 104 kilo.’ Makkelijk was dat niet, erkent de sympathieke twintiger. ‘Paniekaanvallen, neigingen om weer te gebruiken, zweten, trillen, noem maar op. Met behulp van medicatie lukte het mij af te kicken. En Jermain natuurlijk. Hij heeft mij talloze keren gered. Ik ben nu tweeënhalf jaar clean.’ Jermain: ‘Los van wat Ammar nu allemaal muzikaal bereikt, heeft hij al gewonnen. Mooi om te zien.’
Benieuwd naar de rest van het interview? Je leest 't via Blendle of in de Nieuwste Revu!
- Joris van Gennip