Hoe kilo’s wiet Sleep inspireerde tot stonerrock-klassieker Dopesmoker

King Crimson, Black Sabbath en Ramones zijn enkele van de rockbands die met een enkel album een heel subgenre schiepen. Zij stonden aan de wieg van progressieve rock, heavy metal, punk en countryrock. De meeste vernieuwingen dateren uit de jaren zeventig, dus wat te denken van een plaat die dertig jaar later verscheen? We hebben het hier over Dopesmoker van een Californisch trio dat zich Sleep noemde.

Sleep

Dopesmoker, het ultieme stoner-album, was Sleeps derde plaat. De eerste twee pasten nog netjes in het doom-genre dat zich in het kielzog van Saint Vitus had ontwikkeld. Maar Dopesmoker was anders, heel anders – anders en revolutionair: er staan slechts twee songs op. En het gaat om de eerste, want de tweede is een soort toegift. Op die eerste, die natuurlijk ook Dopesmoker heet en die ruim 63 minuten duurt, verheft Sleep het minimalisme (en het uithoudingsvermogen van de luisteraar) tot een kunst.

De titel laat er weinig twijfel over bestaan, dit is muziek voor en door dopeheads. En de eerste gezongen regels, die overigens pas na 8 minuten klinken, bevestigen dat vermoeden: ‘Drop out of life with bong in hand/ Follow the smoke toward the riff filled land.’

Onvervalste dope-proza van de hand van zanger en bassist Al Cisneros. Het album is een magnifiek voorbeeld van het door Spacemen 3 gemunte credo: taking drugs to make music to take drugs to. In de begindagen rookte de band bijna 30 gram marihuana per dag. Soms moesten ze achter hun versterkers een dutje doen. ‘Dan werden we wakker en begonnen we opnieuw. Toen we wat ouder werden, hadden we niet meer zoveel nodig,’ vertelde gitarist Mike Pike aan tijdschrift Revolver.

Maar Dopesmoker is veel meer dan het zoveelste drugsalbum. Het zou veel te simpel zijn om de plaat af te doen als het product van drie Californische stoners die besluiten om een song over marihuana te schrijven, en zich zo in die missie verliezen dat ze er vier jaar over doen om de compositie af te krijgen. En als ze het resultaat uiteindelijk aan hun platenlabel laten horen, dan weigert die om het uit te brengen. De uitgeputte, sufgerookte band valt uit elkaar, en de wereld draait door.

‘Het was geen belachelijke, oeverloze song, het nummer had structuur en intelligentie’

Gitarist Mike Pike

Lotus voor de wereld

Nee, er zit veel meer achter. Het album is een extreem meesterwerk dat een lange weg heeft afgelegd en zich in de loop der jaren als een lotus voor de wereld heeft geopend, steeds weer in andere verschijningen. Het is een metal opus dat iedere muziekliefhebber, of ze nou dope roken of niet, moet fascineren.

Sleep gaat door waar Black Sabbath ophield: dieper, zwaarder, trager, langer, deprimerender, maar met een onmiskenbare dynamiek die ervoor zorgt dat je je als luisteraar al snel in een ander universum waant. Tijd houdt op te bestaan als de drie muzikanten je meevoeren naar een eindeloze ruimte zonder geschiedenis, zonder verlangens, alleen riffs, met als enige ijkpunt de drone van een lage C van Pikes gitaar. Pike die ooit verklaarde dat de traagheid van het nummer te maken had met een poging om een soort muzikaal nirvana te vinden. Drugs? ‘Het ging meer om gevoelens, religie en spiritualiteit. We probeerden allemaal om God te vinden,’ vertelde hij Revolver.

En de woorden? Natuurlijk waren die door drugs geïnspireerd. Maar ze waren ook metaforisch bedoeld, een poging om te ontkomen aan wat Cisneros ‘de zelfvernietigingsdrang van de metal culture’ noemde. Zijn belangstelling ging veel verder dan dope. Dit was geen Beavis and Butt-head. Ondanks zijn benevelde brein bleef Cisneros nieuwsgierig naar verschillende zienswijzen, puttend uit Joods-christelijke, Hindoe- en soefi-tradities. Een van de latere versies van Dopesmoker heette niet voor niets Jerusalem.

Maar laten we bij het begin beginnen. Matt Pike groeide op in Denver, Colorado en rookte zijn eerste joint toen hij twaalf was met zijn vriend Danny, luisterend naar het derde Black Sabbath-album Master of Reality. Hij was verkocht. School vermeed hij zoveel mogelijk, liever bleef hij thuis om gitaar te spelen. ‘Mijn moeder betrapte me dan en zei: “Is dit wat je met je leven wilt doen, drugs gebruiken en gitaar spelen?” En ik zei ja, want dat vond ik leuk.’

Hij belandde in een jeugddetentiecentrum en zijn ouders (gescheiden) stuurden hem naar de militaire academie om hem wat discipline bij te brengen. Het mocht niet baten. Pikes leven draaide om twee dingen: cannabis en de gitaar. Als tiener verhuisde Pike met zijn moeder naar San Jose in Californië, waar hij Al Cisneros ontmoette, net als hijzelf ‘a strange little kid’. Pike gaf zijn nieuwe maat lsd. ‘Vanaf dat moment gingen we samen bergafwaarts, de hele dag wiet roken en alle drugs nemen die we konden vinden,’ vertelde hij Revolver. Cisneros had een soort punkband, Asbesthosdeath, en Pike werd hun tweede gitarist. Toen Cisneros en de andere gitarist het met elkaar aan de stok kregen, ging Asbesthosdeath uit elkaar. De band liet twee EP’s en een cassette na. Maar Cisneros, Pike en drummer Chris Hakius lagen elkaar, ze voelden elkaar aan. En samen met gitarist Justin Marler gingen ze verder als Sleep. In 1991 namen ze het album Volume One op, dat uitstekende recensies kreeg.

Succes leek binnen handbereik toen het Britse label Earache interesse toonde. Maar Marler trok het niet. Hij kwam uit een gebroken gezin, had in de hardcore East Bay-punkscene in kraakpanden geleefd, had het nihilisme, de drugs en de drank om zich heen gezien en worstelde met depressies en zelfmoordgedachten. In combinatie met de zware, druggy muziek van Sleep werd het hem allemaal te veel. Na een toevallige ontmoeting met een non sloot hij zich aan bij de Russisch-orthodoxe kerk. Zeven jaar lang verbleef hij als monnik in kloosters in Californië en Alaska. Slapen op harde bedden, belabberd eten en iedere dag om vier uur op om te bidden.

Benieuwd naar de rest van het artikel? Je leest 't in de nieuwste Revu. Vanaf morgen verkrijgbaar!