De Netflix-film Metal Lords (2020) is een coming-of-age-komedie over drie wereldvreemde Amerikaanse tieners met een liefde voor heavy metal. Twee van hen, Hunter en Kevin, hebben een band opgericht, Skullfucker, waar (spoiler alert) de derde, de introverte celliste Emily, zich na de nodige drama’s uiteindelijk bij zal voegen. Veel belangrijker is natuurlijk de vraag: hoe zit het met de muziek? Welnu, de makers hebben die heel serieus genomen. Cruciaal is het moment waarop de langharige Hunter zijn nerdy drummer Kevin een lijst met 25 songs geeft waar hij maar eens naar moet luisteren. Het is een puike dwarsdoorsnee, van oud tot extreme. Naast namen als Black Sabbath, Iron Maiden en Metallica zien we ook minder gebruikelijke bands zoals Meshuggah, Opeth en Kvelertak.
Er is evenwel een grote afwezige: Mayhem, grondlegger van de Noorse black metal. Waarschijnlijk waren zij een tikkeltje te controversieel voor Metal Lords. Maar ook Mayhem begon als een onschuldig project, volgens het stramien van: onaangepaste scholieren vinden elkaar en richten een bandje op om hun frustraties van zich af te schreeuwen. Maar waar de leden van Skullfucker in essentie brave tieners zijn (voor een Battle of the Bands veranderen ze hun naam in Skullflower), kiest Mayhem voor een ander pad, dat zal uitmonden in zelfmoord, verbrande kerken, en, deze maand dertig jaar geleden, moord binnen de band.
Mayhem speelde covers van Celtic Frost en Venom. Stubberud brak zijn bas en Aarseth liet het publiek zijn blote reet zien
De wortels van Mayhem gaan terug naar het stadje Langhus, en dan met name de kale nieuwbouwwijk Verkstad, waar Jørn Stubberud (1968) opgroeide. Hij had niks met sport of laffe popmuziek. Daarom richtte hij samen met zijn schoolkameraad Kjetil Manheim (‘We waren op de lagere school al lastposten’) bandjes op, met namen als Shoe Iron en Black City. Ze wilde agressieve en schokkende dingen doen. Stubberud speelde bas, Manheim drumde. Weldra vonden ze een gitarist, Øystein Aarseth, een eveneens in 1968 geboren jongen met lang zwart haar, geen onverdienstelijke muzikant. Tijdens hun eerste repetitie keken ze elkaar verbluft aan. ‘Dit is het!’ riep Aarseth. In de documentaire Historien om Norsk Black Metal (2020) zegt Stubberud: ‘Ik voelde een enorm gevoel van blijdschap over mij neerdalen, alsof je 5 kilometer in slow motion hebt afgelegd. Zo’n moment dat je je hele leven bij zal blijven.’
Zielsverwant
In Aarseth had Stubberud een zielsverwant gevonden. Eindelijk iemand die ook van metal en punk hield. Het Engelse trio Venom was hun favoriete band. Die hadden het nummer Black Metal, dat een onmiskenbare fuck-offhouding uitstraalde. Waar Black Sabbath Satan nog als een slechterik beschreef, zag Venom hem als cool. Dat vonden de jonge Noren erg verfrissend, zeker in een land waar het christendom in hoog aanzien stond. ‘Het christendom is slecht,’ legde Stubberud later uit in een interview met het Britse metaltijdschrift Kerrang! ‘Die lui zijn gelobotomiseerd. Kerken hadden hier toen alle macht, en we droegen veel belasting af aan de staatskerk. Zij maakten regels en wij moesten daarvoor betalen. Ik verzette me tegen het idee van het christendom, ik vond het een hoop onzin – iedereen met een beetje verstand weet dat het gewoon een stom sprookje is en dat religie een middel is om mensen onder de duim te houden, niets anders.’
Ze vonden een zanger, een jongen die ze bij een concert van Dio tegenkwamen en die ook een Venom-patch op zijn jack had. Ze zouden muziek maken die verder ging dan die van Venom: lelijker, sneller, agressiever. En bovenal authentieker. Want de flirt van Venom met satanisme was natuurlijk vooral pose. De woede van de vier Noorse tieners was gericht tegen ‘de maatschappij, de autoriteiten en de kerk’, tegen het ‘monotone, grauwe, onderdrukkende’ Noorwegen, het dunbevolkte, oerconservatieve land. Dat was 1984, Mayhem was een feit. De naam was afkomstig van de Venom-song Mayhem With Mercy. Stubberud ging zichzelf Necrobutcher noemen en Aarseth werd Euronymous, naar een nummer van de Zwitserse band Hellhammer.
Benieuwd naar de rest van het artikel? Je leest 't in de nieuwste Revu.
- ANP, NL Beeld