James Worthy

James Worthy: 'Als ik aan hiphop denk, voel ik me thuis'

‘Ik luister het nog elke dag. En niet meer om zelfvertrouwen te krijgen, maar uit liefde en uit dankbaarheid. Ik ben schatplichtig aan de muziek die mijn ogen heeft geopend’

James Worthy

Op de dag dat hiphop vijftig jaar bestaat, geef ik een tas aan mijn zoon. Over hiphopmuziek wordt vaak lacherig gedaan, maar al mijn belangrijkste levenslessen werden ooit op een blocnote in een achterbuurt neergepend.

Mijn liefde voor hiphop begon in 1993. Een goede vriend had mij wat cassettebandjes meegegeven voor op vakantie. Er zaten dertig bandjes in een plastic Edah-tasje. Terwijl mijn ouders en mijn zus op het strand lagen, bedreef ik in mijn tentje de compromisloze liefde met de crème de la crème van een vaak onbegrepen muziekgenre. Ik wil niet zeggen dat ik alles aan hiphop te danken heb, maar ik kan het wel denken.

In mijn puberteit had ik het niet makkelijk. Mijn zelfvertrouwen was een uitgedroogd moestuintje, maar hiphop was de gieter en de hark. Pas op mijn dertiende leerde ik dat je ook met de borst vooruit kan lopen.

Als ik aan hiphop denk, voel ik me thuis. Open armen en het warmste welkom. Als ik een beat hoor, hoor ik het volkslied. Als ik de raps hoor, voel ik het volkslied.

Het begon allemaal in een tentje in Zuid-Frankrijk. Mijn ouders dachten dat het een fase was, maar het was het begin van oneindigheid. Ik luister het nog elke dag. En niet meer om zelfvertrouwen te krijgen, maar uit liefde en uit dankbaarheid. Ik ben schatplichtig aan de muziek die mijn ogen heeft geopend. Dankzij hiphop weet ik dat onrecht echt is. Dankzij hiphop weet ik dat ik nooit hiphop zal worden, maar wel onder de vlag mag blijven varen als ik maar mijn huiswerk blijf doen.

Hiphop is vriendschap en liefde. Het is een manier van leven. Het is de waarheid zeggen en de leugens groter liegen. Het is genade. Het is inlevingsvermogen. Het is een ode aan het alfabet.

Ik denk nog vaak aan dat tentje. Aan de walkman van Sony. Aan het schriftje waarin ik mijn favoriete teksten opschreef. Aan hoe de muziek beter klonk op de momenten dat de zon onder was. Aan de stemmen van Slick Rick, Big Daddy Kane en Guru.

‘Wat vond je van de cassettebandjes?’ vroeg mijn vriend toen ik de tas na de vakantie aan hem teruggaf.

‘Het waren er te weinig,’ zei ik.

‘Maar het waren er dertig,’ lachte hij.

Die dag verliet ik zijn huis met dertig nieuwe bandjes.

Op de dag dat hiphop vijftig jaar bestaat, geef ik een tas aan mijn 10-jarige zoon. In de tas zitten mijn tien favoriete hiphopalbums. ‘Je hoeft ze niet nu te luisteren, jongen, maar bewaar deze tas. Als ik er ooit niet meer ben, zou je mijn boeken kunnen lezen. Met behulp van mijn boeken zou je me terug kunnen halen, zeker, maar als je me echt terug wilt halen, moet je deze albums luisteren,’ zeg ik.

Hij knikt koeltjes met zijn hoofd en gooit de tas onder zijn stapelbed.

Ook dat is hiphop.

Column
  • Adobe Stock