Bart Nijman

Bart Nijman: 'Frisse veertigers? Ammehoela. Tikkende tijdbommen zijn het'

‘De veertigers die ik ken balanceren in een grijs gebied van heimwee naar hun analoge afkomst en de uitdijende onvermijdelijkheid van de digitale dystopie’

Bart Nijman

Nederland krijgt een nieuw radiostation met muziek uit de jaren zeventig, tachtig en negentig, gericht op ‘frisse veertigers’. Nou kan het aan mij – veertiger – liggen, maar ik kén nauwelijks frisse veertigers? Veertigers zijn mensen van tussen het analoge servet van de kwartjestelefooncel en het digitale tafellaken van de touchscreen bestelzuil bij McDonald’s. Mensen die Duke Nukem en Wolfenstein speelden op een 486-processor en een SVGA-beeldbuismonitor, voordat ze in de noughties hun eerste iPhone kochten en vanaf daar de wereld langzaam aan z’n eigen endorfineverslaving ten onder zagen gaan.

Veertigers zagen hoe tweeverdienen de norm werd. Hoe kinderen krijgen soms werd afgesteld en vaak werd uitgesteld, maar niet werd afgeschaft. Ze maakten de digitalisering van hun arbeidsplaats door, toen de iPad het papier verdrong en Excel de rekenmachine. Erger nog was hoe Google het ambacht van de overdracht van expertise reduceerde tot achterdocht tegen ervaringsdeskundigheid. En onderwijl leerden ze zichzelf voeden met de ongezonde mentale calorieën van comments, shares, volgers en likes.

De veertigers die ik ken – uit stresserende steden van individualistische kleineschermstaarders, de zichzelf voorbij gesnelde wereld van de media en de cynische spiraal van het politieke spel – balanceren in een grijs gebied van heimwee naar hun analoge afkomst en de uitdijende onvermijdelijkheid van de digitale dystopie. Dat ze hun toevlucht willen zoeken in muziek uit de laatste decennia van de vorige eeuw, voordat Autotune, algoritmes en de agressieve kanker die merkveiligheid heet ervoor zorgden dat groeiende mensenmassa’s aan steeds saaier wordende quasi-creatieve uitingen worden overgeleverd, dat snap ik wel. Maar fris? Nee, dat zijn ze niet.

Ze rennen zichzelf voorbij in hun werk, ze moeten zwoegen om een gezinsleven te onderhouden, vrezen daarbij continu voor het verlies van hun eigen individuele identiteit en moeten steeds alerter zijn op wat voor ideologieën onderwijsinstellingen, overheidsdiensten en activisten in de breintjes van hun kinderen trachten te pompen.

Wanneer ze vrij zijn, overdrijven ze in alles. Ze drinken zich ongans in het weekend (waarbij harddrugs steeds normaler zijn geworden voordat downers de avond dempen richting door rusteloosheid doorwaakte nachten), gaan op gehaaste stedentrips en kopen kaartjes voor festivals en evenementen die met dezelfde dwangmatige toewijding moeten worden beleefd als zoveel andere geboden van hun lawaaigedreven leven.

Kijk voor visuele bewijzen de beelden van de F1 in Zandvoort eens terug, een veertigersfestijn bij uitstek. Zodra een vrije training, de kwalificatie of zelfs de hoofdrace even stillag na een crash of regenbui dook een debiel in een leeuwenpak op, werd de smurfenhouse aangeslingerd en stond iedereen aan iedereen te bewijzen hoe ontiegelijk geweldig alles altijd continu en de hele tijd moet zijn. Het zag er niet uit als ontspanning, het ademt wanhoop op de rand van ineenstorting. Frisse veertigers? Ammehoela. Tikkende tijdbommen.

Column
  • Adobe Stock