Jonathan Ursem

'Rutte heeft met de verlaging van de maximumsnelheid eindelijk zijn eigen Srebrenica'

Hoofdredacteur Jonathan Ursem vindt het geen enkel probleem om 100 km/u te rijden, hoewel die foplossing de stikstofcrisis niet oplost.

Jonathan Ursem

De korte versie van deze column luidt: het verlagen van de maximumsnelheid van 130 naar 100 km/u heeft nauwelijks effect op reistijd én milieu, dus het is symboolpolitiek... Maar omdat het hier geen Twitter maar een tijdschrift is, maak ik er graag meer woorden aan vuil.

Met die 100 km/u kiest het kabinet voor een symbolische maatregel, want het verkeer is met 6,1 procent nauwelijks een factor in de vervuiling van de bodem door stikstof, de zogenaamde depositie. De verwachte milieuwinst is volgens het RIVM dan ook maar 0,34 procent.

Vak K wil niet krabben waar het jeukt – de landbouw, goed voor 46 procent van de stikstofdepositie – want straks staan onze helden weer het Malieveld om te ploegen en dat is niet goed voor de beeldvorming. Rutte huilde krokodillentranen over wat hij 'de grootste crisis in de negen jaar' van zijn premierschap noemde, waarmee hij het verlagen van de maximumsnelheid als foplossing van de stikstofcrisis dus erger vindt dan, ik noem maar wat, het neerstorten van vlucht MH17. Eindelijk heeft ie zijn eigen Srebrenica.

Je hoeft niet vaak op de weg te zitten om te weten dat bijna niemand 130 rijdt waar je 130 mag. De meeste automobilisten snappen de regels toch niet, want die verkeersborden – wit bord, rode rand, met daarin een getal en eronder een tijdsaanduiding – zijn voor veel mensen net een rebus. Als ie opgelost is, mag je weer 100.

Ik rij zelf graag 130, maar ik besef ook dat de tijdswinst minimaal is, want je bent vooral eerder in de file dan thuis. Kijkend naar het verbruik van mijn Teutoonse zuipschuit (1:9 vs 1:13) vind ik het wel best, die hele verlaging. Jammer alleen dat het niks helpt voor de stikstofcrisis.