James Worthy: 'Ik breng mijn hoogbejaarde buurtgenoot naar een portie betaalde liefde'
'‘Zij ziet er aardig uit,’ wijst de oude man. In het raam zit een knappe blondine in rode lingerie'
Twee keer per jaar krijg ik een opdracht van een hoogbejaarde buurtgenoot. Een 93-jarige man die op de begane grond woont. Zijn zilverkleurige scootmobiel staat al meer dan een maand onaangeraakt voor zijn huis. Spinnenwebben bedekken de achteruitkijkspiegels. ‘Het is weer tijd, buurman. Je moet me helpen. Ik heb een portie betaalde liefde nodig,’ zegt hij in de supermarkt. In zijn boodschappenmandje liggen een flesje koffiemelk en twee rundertartaartjes.
Dit is denk ik al de achtste keer dat ik hem met zijn zoektocht naar een portie betaalde liefde moet helpen. Maar zo veel stelt het in feite niet voor. Ik moet voor hem pinnen, omdat hij dat niet meer durft. Ook moet ik hem brengen, daar op hem wachten en hem daarna weer naar huis brengen. Meer is het niet. ‘Als je zo oud bent als ik, vergeet je soms dat je een mens bent. Dat doet eenzaamheid met je. En het stomme is dat ik vaak genoeg zelf voor deze eenzaamheid kies. Ik ga bijna nooit meer naar buiten en als de voordeurbel gaat, durf ik niet open te doen. Soms vergeet ik dus dat ik een mens ben. Dat ik een man ben. Dat ik aangeraakt kan worden. Dat ik kippenvel kan krijgen,’ vervolgt hij.
Nog geen uur later lopen we in de richting van de straat waar de gloeilampen net iets harder gloeien. ‘Ik heb mezelf nog even met een washandje en wat Dettol Lavendel gewassen. Het is toch fijner voor zo’n vrouw als ik naar Zuid-Frankrijk ruik.’
‘Dat is lief van u,’ zeg ik, terwijl ik met hem aan mijn arm door de drukte loop.
‘Zij ziet er aardig uit,’ wijst de oude man. In het raam zit een knappe blondine in rode lingerie.
‘Bijzonder aardig,’ zeg ik, voordat ik hem naar binnen begeleid. Binnen ruikt het lekkerder dan buiten. Het ruikt hier naar snoepjes die je op vakantie koopt. Naar snoepjes die je in Nederland niet kan krijgen. Snoepjes op vakantie smaken altijd zoeter.
‘Ik wacht buiten op u,’ zeg ik.
‘Ik ben toch weer een beetje zenuwachtig, buurman,’ zegt de oude man.
‘Dat is nergens voor nodig. U ruikt naar Zuid-Frankrijk. Wees niet zenuwachtig. U bent een prachtig lavendelveld,’ zeg ik, voordat ik de glazen deur dichttrek.
27 minuten later gaat de glazen deur weer open. De oude man heeft rode wangen en tranen in zijn ogen. ‘Ze was zo lief. Ik heb me geen seconde oud gevoeld. Haar aandacht liet al mijn rimpels verdwijnen. Deze vrouwen zijn echt goud waard. Als ik koning was, zouden alle sekswerkers een lintje krijgen. Nee, ik wil haar geen sekswerker noemen. Dit ging niet om seks. Deze vrouw was een defibrillator. Ik voel me weer levend.’
‘Ze heeft u weer kleur gegeven. Alle grauwigheid is weg. Ze heeft echt lavendel van u gemaakt,’ zeg ik. Daarna is het stil. Als alles goed voelt, hoeft helemaal niemand te praten.
Als we weer thuis zijn, blaas ik alle spinnenwebben van de achteruitkijkspiegels af.
- Adobe Stock