James Worthy

James Worthy: 'Een leven met meer oorlogen dan oceanen'

‘Ik ben niet zo van de oorlogsliteratuur. Het is allemaal al wel een keer geschreven. Je hebt de goeden en je hebt de slechten en allebei hebben ze geen keus’

James Worthy

De vakantie zit erop en ik sta weer bij het oorlogsmonument van mijn overgrootvader. Met een wijsvinger veeg ik de regendruppels uit zijn naam. Het weer in Noord-Frankrijk is kut met poires.

‘Hoe was de vakantie?’ vraagt het monument.

‘Dat is niet belangrijk. Hoe was de oorlog?’ vraag ik.

‘Vooral heel erg onnodig, denk ik. Ik had voor veel willen sterven, maar niet voor een vlag. Ik had voor mijn vrouw willen sterven of voor mijn kinderen. Ik had willen sterven voor de favoriete jurk van mijn moeder of voor de zilveren aansteker van mijn vader. Voor een mooi liedje of voor een onvergetelijk gerecht, maar niet voor een land. Landen zijn bedacht. Landen zijn niet echt.’

‘Ik ben echt,’ zeg ik.

‘En ik ben al 108 jaar dood,’ zucht het monument, ‘maar hoe was de vakantie, jongen?’

‘Vakantie is nooit echt vakantie. Mijn vrouw houdt van stadjes en ik hou van het strand. Zij houdt van marktjes en ik hou van lezen. Zijn er marktjes in de hemel?’ vraag ik.

‘Ik weet het niet. Soldaten zitten niet in de hemel. Ik heb dingen gedaan die ik liever niet had willen doen. In de hel heb je trouwens wel marktjes. Hier om de hoek heb je zo’n postzegelmarkt. Ik vind dat zo zinloos. Hier kan je namelijk geen brieven versturen. Je hebt helemaal niets aan postzegels in de hel. En de duivel heeft een bloedhekel aan postduiven,’ zegt het monument.

‘Wij moeten zo weer gaan rijden,’ zeg ik enigszins beschaamd.

‘Zo snel al, jongen? Ik vind het fijn dat je soms langskomt. Doodgaan is niet leuk, maar vergeten worden is nog erger dan sterven. Dit monument staat symbool voor 72.000 gesneuvelde soldaten. 72.000! En er komt bijna nooit familie langs. Wel veel schoolklassen, maar die tellen we niet mee.’

‘Het is een kleine moeite, overgrootvader. Jij was de derde James en mijn zoon is de zevende. Zonder jou zou ik hier niet staan.’

‘Denk je dat je ooit een boek over mij gaat schrijven?’ vraagt het monument.

‘Ik weet het niet, ik ben niet zo van de oorlogsliteratuur. Het is allemaal al wel een keer geschreven. Je hebt de goeden en je hebt de slechten en allebei hebben ze geen keus. De goeden willen niet goed zijn en de slechten niet slecht. En ondertussen gaat iedereen dood.’

‘Schrijf dan over de liefde die ik voor mijn vrouw en kinderen voelde. Ik heb heel veel brieven geschreven. Deze moeten vast nog wel ergens liggen, jongen,’ zegt het monument.

‘Ik zal gaan zoeken. Maar de vakantie was dus prima. Ik heb vijf boeken gelezen en zes pizza’s gegeten. Mijn zoon heeft drie vriendjes gemaakt en mijn vrouw heeft 28 oesters gegeten. En vanaf volgende week begint het normale leven weer.’

‘Wat is het normale leven?’ vraagt het monument.

‘Een leven met meer oorlogen dan oceanen.’

Column
  • Wikimedia Commons