Premium

De beste stukadoor van Nederland

Voor sommige winnaars worden er boottochten door de Amsterdamse grachten georganiseerd, voor anderen blijft het bij een broodje kroket in de kantine, of bij een medaille aan de schoorsteenmantel. Nieuwe Revu gaat op bezoek bij de vele bijna onzichtbare winnaars die Nederland rijk is.

Jeffrey Verweij

Het is rustig in IJsselstein. De zon schijnt, de mensen lopen rond met een ijsje, langs de sloten liggen mensen in de zon of in de schaduw een boekje te lezen. Ik ben op weg naar Jeffrey Verweij, de beste stukadoor van Nederland. We spreken af in zijn huis – althans, het huis dat hij gekocht heeft, maar waar hij nog altijd aan het klussen is. De deur staat open, Jeffrey is al een beetje bezig. Vrolijk lachend komt hij naar me toe en begint meteen over zijn klushuis te vertellen. Hij wijst wat deuren en muren aan en legt uit dat hij een speciaal verband gebruikt heeft en de stuuk ook in de deuren heeft over laten lopen. Dan lopen we naar de keuken, voor een kop koffie.

Want, even voor de duidelijkheid: jij hebt een tv-wedstrijd gewonnen, toch?

‘Ja, Stucmasters, ja.’

Jij dacht: volgens mij ben ik best wel een goede stuker, ik ga eens aan die wedstrijd meedoen?

‘Nou, dat heb ik altijd al gehad hoor, dat ik eens een keertje ergens aan mee wil doen. Dus ik had me aangemeld via een Facebook-advertentie, maar niet alleen ikzelf, maar ook klanten, vrienden en collega’s: iedereen had me aangemeld.’

Dus jij was 34 keer aangemeld?

‘Ja, maar wel uitgeloot. Uiteindelijk had er iemand op het laatste moment afgezegd en mocht ik toch meedoen. Ja, blijkbaar hadden er best veel mensen afgezegd.’

Na een tijdje werd het wel echt serieus. Kreeg ik ook echt pijn in mijn hart, van de zenuwen

Betrapt

Ik neem een slokje van mijn koffie, terwijl Jeffrey op zoek gaat naar een paar stoelen in de versgestuukte ruimte. Al staand en koffiedrinkend leun ik een beetje tegen de keukenmuur.

‘Oh, Martijn,’ wijst hij me meteen terecht, ‘zou je niet tegen de muur willen leunen, die is pas gestuukt, en van leunen krijg je vlekken van huidvet, dat blijf je altijd zien.’

Ik knik betrapt en ga dan maar voor de zekerheid een meter van de muur staan.

‘Ja, niemand ziet het, maar ik wel. Ik zie het altijd.

Maar goed, die wedstrijd.

‘Ja, ik werd dus opgebeld voor een intake, dat werk. Nou ja, en dan gingen ze ook selecteren op wie het meest enthousiast kon vertellen, dat soort dingen. Eigenlijk raar natuurlijk.

Omdat je zo misschien de beste stuker al kwijtraakt omdat ie geen vlotte babbel heeft?

‘Ja, precies. Ik had liever gehad dat het net was als een pokertoernooi, snap je? Daar doen gewoon een paar duizend man aan mee en elke keer valt er iemand af. Als je dan wint, dan ben je écht de winnaar. Niet dat ik niet trots ben op mijn titel, maar dan was ik denk ik nóg trotser geweest.’

Even valt Jeffrey stil. Het lijkt hem toch wel wat te doen, dat hij die prijs voor de beste stuker van Nederland gewonnen heeft.’

En dan, die wedstrijd, hoe ging dat?

‘Ja, je begint natuurlijk gewoon voor de lol, denk je: joh, lekker belangrijk, gewoon lekker lachen, weet je wel? Nou, op een gegeven moment niet meer.’

Na een tijdje werd het serious business?

‘Ja, na een tijdje werd het wel echt serieus, ja. Kreeg ik ook echt pijn in mijn hart, van de zenuwen.’

Voor de stuukopdrachten?

‘Nee, juist niet voor het stuken – ik wílde juist gewoon stuken. Ik wilde gewoon laten zien wat ik kon. Niet om arrogant te doen, hoor, maar ik dacht echt: kom op, laat me stuken. Maar eerst waren er nog van die andere rondes. Nou, ja, daar werd ik wel echt zenuwachtig van.’

Want?

‘Eerst zo’n ronde: vragen over stuken.’

En?

‘Ja, iedereen drukte sneller dan ik. Ik zat supergeconcentreerd te luisteren, maar de hele tijd waren de mensen me voor. Bleek dat de vragen ook gewoon voor me op een monitor stonden. Maar vooruit, ik heb het goedgemaakt met de echte opdrachten. Dan kom je in de kwartfinale en daarna in de halve finale. En als je dan denkt dat je ook kunt verliezen, ja dan ben je echt zuur. Dit is misschien kinderachtig, maar als je dan zover bent, dan wil je winnen ook.’

Jeffrey Verweij (1981) is de beste stukadoor van Nederland

Failliet

Weer valt het gesprek een beetje stil. Allebei nemen we een slokje van onze koffie. Ik kijk het huis van Jeffrey eens rond. Zijn muren zijn echt prachtig gestuukt.

En is dat dan toch een soort bewijsdrift?

‘Ja, dat heb ik sowieso.’

En waar komt dat door? Want wat is jouw vooropleiding als stuker?

‘Niets. Sterker nog. Ik moest van school af. Omdat ik niet te handhaven was.’

Jeffrey haalt een keer diep adem en begint te vertellen. Dat hij, toen hij van school gestuurd was, maar gewoon ergens was gaan werken. Dat stuken hem wel wat leek, en dat hij dat maar is gaan doen. Dat hij zich in de loop der jaren steeds verder heeft ontwikkeld, door steeds van betere en andere collega’s het vak te leren. ‘Maar goed,’ gaat hij verder. ‘Uiteindelijk kwam ik bij een baas die later failliet ging. Ik dacht: ik bel een paar keer en ik heb zo weer nieuw werk. Maar het was overal crisis. Niemand zat op me te wachten.’

Hoe was dat voor je?

‘Dat was wel even een hele harde klap in mijn gezicht. Moest ik naar het UWV, kreeg ik zo’n mevrouw die zei dat ik maar gewoon ging voegen, of zo. Of schilderen. “Want dat had ook met muren te maken,” zei ze. Ik voelde me echt zó klein. Wat dacht ze nou? Dat ik daar voor mijn lol zat? Ik voelde me schuldig als ik vrij was tijdens werktijd. Dat mensen me op straat aankeken van: oh, dat zal zeker een werkloze zijn. Dus, nou ja, toen ben ik maar gewoon voor mezelf begonnen. Iedereen zei al jaren dat ik dat eigenlijk had moeten doen. Ja, zeiden ze, niet om arrogant te doen hoor, maar: met al mijn kennis en mijn kunde, zeiden ze, begin gewoon voor jezelf. Maar ja, ik durfde niet. Omdat ik bang was om te falen.’

Opschepperig

Toch ook een soort faalangst, naast die bewijsdrift?

’Ja, zeker. Ik bedoel: áls ik het dan ga doen, dan wil ik ook dat het lukt.’

En nu, met die prijs op zak? Voel je je zekerder?

’Nee, zeker niet. Die sticker van die prijs zit nog steeds niet in mijn bus. Omdat je je gewoon beschaamd voelt. Het komt zo opschepperig over. Ook als ze me bellen, om te vragen naar de beste stuker van Nederland, zeg ik meestal maar gewoon dat ze mijn broer bedoelen.’

Maar ben je wel een van de beste stukers van Nederland?

’Ik denk het wel. Ik heb gewoon iets, dat, nou ja. Het móet gewoon altijd perfect zijn. Er is gewoon niks anders.’

Ambitie: opboksen tegen het eeuwige ­perfectionisme.

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Mens & Maatschappij
  • Alexander Schippers