Premium

De man die om zich heen mepte tijdens carnaval

Ze halen zelden de krantenkoppen, maar ook huis-tuin-en-keukencriminelen worden door de rechter ter verantwoording geroepen. In Het Beklaagdenbankje uw wekelijkse portie winkeldiefstal, huiselijk geweld en ander klein leed.

Feestende mensen met confetti

 Deze week meneer H. die tijdens carnaval om zich heen geslagen en gestompt zou hebben. Of was het toch zijn vriend?

De rechtszaal zit vol. Hij puilt uit, eerlijk gezegd. Net op het laatste moment, vlak voordat meneer H. de zaal betreedt, stroomt er nog een mbo-klas binnen, die nu, hopend op spektakel, in de banken zit te wachten. Dan komt de 24-jarige verdachte meneer H. de zaal binnenlopen en kijkt hij een keer geschrokken naar het grote aantal belangstellenden. Dan laat hij zijn hoofd zakken en sloft hij naar het beklaagdenbankje in het midden, vooraan in de zaal. Als hij zit, kijkt hij nog één keer achterom. En weet hij dat hij tijdens de behandeling van zijn zaak de ogen van pakweg 35 toeschouwers in zijn rug zal voelen priemen.

H. is op het oog een rustige jongen. Zo één waarvan er honderden zijn die langzaam maar zeker tot totaal onopvallende mannen van middelbare leeftijd verworden, en dan om zich heen kijken en zich afvragen waar de tijd toch gebleven is. H. gaat verzitten en kijkt nog een keer om zich heen. Hij pakt het plastic bekertje vast dat voor zijn neus staat, knijpt er een keer zachtjes in en zet het ding dan weer terug.

‘Bjorn mepte me, ik voelde meteen bloed. Hij riep naar me dat ik zijn vriendin geslagen zou hebben, maar ik wist nergens van’

‘Ja,’ verontschuldigt de rechter zich een beetje, ‘en het klinkt misschien gek, maar het is eigenlijk een recht van ú dat er publiek bij is. De openbaarheid van deze rechtszaken draagt bij aan uw onpartijdige beoordeling. Begrijpt u dat?’

Meneer H. knikt beteuterd en laat dan zijn hoofd een beetje hangen. ‘Ja, god, misschien leren ze wat van me.’

Stompen en slaan

De rechter knikt, wijst H. op zijn rechten als verdachte en geeft het woord aan de officier van justitie, die weet te vertellen dat hij ervan verdacht wordt drie vrouwen mishandeld te hebben, door ze op hun hoofden te stompen en te slaan tijdens carnaval, afgelopen jaar. Meneer H. knikt een klein beetje mee en gaat dan rechtop zitten.

‘Vertelt u daar eens wat over, meneer H.,’ gooit de rechter het gesprek open. H. schraapt zijn keel een keer en veegt met de rug van zijn hand over zijn voorhoofd.

‘Kijk,’ verzucht de verdachte, ‘aan het eind van de avond stond ik, in het café waar het allemaal te doen was, met een vriendin te praten. Tijdens dat gesprek heb ik per ongeluk bier over een meisje heen gegooid. Dat liep uit op een felle reactie en daar heb ik fel op gereageerd. Vervolgens werd ik buiten op mijn gezicht geslagen door iemand. Daarna kwam Bjorn en die mepte me. Ik voelde meteen bloed. Hij riep naar me dat ik zijn vriendin geslagen zou hebben, maar ik wist nergens van.’

De rechter kucht een keer. Dan vraagt ze of H. inderdaad de vriendin van Bjorn geslagen had, maar H. schudt zijn hoofd. Hij legt uit dat hij, zelfs toen Bjorn hem een mep verkocht had, gewoon probeerde weg te komen, omdat Bjorn veel groter was dan hij. De rechter knikt. Dat begrijpt ze wel. ‘Maar daarna kwamen ze achter me aan. Ik heb ze geprobeerd tegen te houden, om mijn vriendin veilig weg te laten komen. Toen heb ik wel mensen geraakt, denk ik.’

‘Maar, wat ik nou niet begrijp,’ mompelt de rechter. ‘De slachtoffers van binnen, die waar het allemaal mee begon, die hebben wel degelijk klappen gehad, als ik de foto’s zo zie. Eentje heeft er blauwe plekken, één een gebroken neus, en de ander heeft een gebroken neus en een hersenschudding. En ze zijn dus via het zoeken op Facebook bij u terechtgekomen. Ze wijzen alledrie naar u. Kende u ze?’

‘Nee,’ zucht H. een beetje sip.

Heel even valt het gesprek stil. Weer pakt H. zijn plastic bekertje vast. De rechter tuit haar lippen een keer peinzend en fronst haar wenkbrauwen. ‘Weet u wat nou zo raar is? De uitsmijter van het café wijst uw vriend, Nad N., aan als dader. Die beveiliger kent u allebei, want u komt beiden vaak in het café waar dit hele verhaal zich afspeelt, toch?’

‘Ja.’

Té identiek

Nu de naam van H.’s kameraad Nad N. door de rechtbank zingt, pakt ook de advocaat zijn moment even. Hij vertelt dat er zeer gebrekkige bewijzen zijn dat H. degene zou zijn die de drie vrouwen geslagen zou hebben. Voor Nad daarentegen hangt de vlag er anders voor. ‘De verklaringen van de drie slachtoffers zijn identiek. Té identiek. En ze zijn niet van direct na het voorval. Is hier iets afgesproken? Hebben ze hem gewoon maar opgezocht op Facebook? Daarbij: H. kent geen van de drie vrouwen, maar de vriendin van N. had onlangs nog wél ruzie met één van hen.’

De advocaat laat een theatrale stilte vallen. ‘Dat er ruzie is geweest is duidelijk, Maar wie er geslagen heeft? Geen idee. Ik zie er geen bewijzen voor. Het enige duidelijke bewijs dat er écht ligt, is dat van de uitsmijter, die juist weerspréékt dat mijn cliënt hier geslagen heeft.’

‘Oké,’ neemt de rechter het weer over en begint over H.’s persoonlijke omstandigheden. H. blijkt sociaal pedagogische hulpverlening (SPH) te studeren, en een veroordeling zou hem, vanwege de Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG), die hij zo’n beetje bij elke denkbare baan nodig zou hebben, bijzonder slecht uitkomen.

‘Zou dat een reden zijn om te liegen over het mishandelen van deze drie meisjes?’

‘Nee, nee, zeker niet,’ schudt H. zijn hoofd. De rechter knikt, zonder dat er uit op te maken valt of ze H. gelooft of niet.

De officier van justitie is uit op een taakstraf van tachtig uur en een kleine 1000 euro aan schadevergoeding, maar de rechter is het toch meer met de advocaat eens. Voor de mishandelingen in het café wordt H. vrijgesproken en de worsteling buiten was uit zelfverdediging. Dus krijgt hij ontslag van rechtsvervolging. De VOG van H. blijft nog intact.

Voor kameraad N. is het te hopen dat hij geen SPH studeert.

Premium
Je hebt zojuist een premium artikel gelezen.

Online onbeperkt lezen en Nieuwe Revu thuisbezorgd?

Abonneer nu en profiteer!

Probeer direct
Misdaad
  • Jeroen de Leijer
  • iStock