Beste VVD-Kamerlid Wybren van Haga,
Even een citaat: ‘Dronken wegpiraten maken keer op keer slachtoffers, maar de straffen zijn in de praktijk belachelijk laag. Blijkbaar is de wet niet streng genoeg.’ Aldus uw partijgenoot Barbara Visser in de openingszinnen van haar plan Recht heeft Voorrang.
Heeft recht altíjd voorrang? Nee, niet wanneer het onrecht wordt veroorzaakt door een ander VVD-Kamerlid. U werd betrapt met alcohol achter het stuur: een promillage van 0,6. Uw verdediging: ‘Knap waardeloos. Ik had twee wijntjes gedronken en te weinig gegeten.’
Inderdaad een knap waardeloze verdediging: volgens het Trimbos-instituut zijn voor een promillage van 0,6 bij een volwassen man dríe glazen wijn nodig. De vraag of eten alcohol afbreekt, wordt op de site ook beantwoord: ‘De afbraak van alcohol kan niet versneld worden. Dus bijvoorbeeld eten heeft geen invloed op het afbreken van alcohol.’
U lult, kortom, uit uw nek. Maar laat dat nu uw specialiteit zijn: u bent naast Kamerlid immers ook huisjesmelker, en u heeft in die hoedanigheid dezelfde dubieuze reputatie opgebouwd als prins Bernard, die de andere helft van Amsterdam bezit. Uw vastgoedbedrijf heet Sjopperdepop BV, een naam die je alleen kunt verzinnen wanneer je een innige relatie hebt met de fles.
Straft uw partij uw hard voor uw wangedrag, zoals je van de partij die ‘law and order’ uitdraagt zou verwachten? Nee. De partij heeft u een boete gegeven van een verplichte gift van 5000 euro voor de Landelijke Organisatie Verkeersslachtoffers. Dat is het bedrag van vier flessen Château Lafite Rothschild, of van een dag huuropbrengst uit uw vastgoed. Giften zijn trouwens fiscaal aftrekbaar, maar dat hoef ik u vast niet uit te leggen.
En u moet vijf dagen verplicht vrijwilligerswerk doen ‘bij een nader te bepalen maatschappelijke organisatie’. Talloze Nederlanders doen vrijwilligerswerk vrijwillig, sterker nog: dit land drijft op vrijwilligers. Maar bij de VVD geldt het als een straf.
Je zou denken dat een partij met een integriteitsprobleem zo’n geparfumeerde pauper gewoon uit de fractie gooit, maar dat kan niet: dan is de coalitie haar meerderheid kwijt. Het zijn immers vaak de minst getalenteerde Kamerleden die hun zetel meenemen (lees: stelen van hun partij) wanneer ze hun partij (moeten) verlaten, in de wetenschap dat hierna niets wacht dat ook maar lijkt op een maatschappelijk carrière.
Aan de lange lijst zetelrovers van wie we voor het eerst hoorden toen ze opstapten, kunnen we sinds afgelopen week Femke Merel van Kooten toevoegen, ex-Kamerlid voor de Partij voor de Dieren, maar vanaf nu fractievoorzitter van de fractie Femke Merel van Kooten-Arissen. Die mag voortaan diep in de nacht als laatste het woord voeren bij debatten, namens zichzelf en haar slechts 6131 voorkeurstemmen, nog geen tiende zetel.
Niet dat u dat zult meekrijgen. De borrel is dan al begonnen.