Meer van dit. Jesse Klaver tegen Rob Jetten. Lilian Marijnissen tegen Lodewijk Asscher. 50PLUS tegen DENK. Nee, laat die laatste maar zitten trouwens. Maar wel: meer open debatten van een vol uur in lengte, live op televisie, tussen twee politici uit min of meer dezelfde hoek, die als missie hebben om alle kiezers van de ander af te pakken.
De grote winnaars van Mark Rutte tegen Thierry Baudet waren de kijkers en de kiezers. Tuurlijk, links was ontzettend zuur dat rechts in het allerlaatste uur van de campagne alle zendtijd voor zichzelf kreeg, met twee mensen waar je niet eens op kunt stemmen, vlak voordat de stembussen voor de Europarlementsverkiezingen open gingen. Maar op rechts werden in dat debat de politieke piketpaaltjes nog een laatste maal diep in de grond geslagen, met blote handen en af en toe de fonkelende tanden van een verbeten grijns ontbloot.
Bijna ononderbroken werden de leider van de VVD en de voorman van het FVD in de leeuwenkuil van hun eigen gelijk gegooid, met niets dan wat ondersteunend applaus als wapen, of hoongeluiden uit het publiek als extra opponent. Geen vijfminutenblokjes van debatleiders die zichzelf als winnaar uit de woordenstrijd willen zien komen, of erger: zelf zonder schrammetje en een onbeschadigde reputatie uit de arena willen stappen na afloop. Maar open, vrij debat zonder tuttuttuttende betutteling - en alle onderwerpen en uitkomsten als optie op de tafel.
Ideologische opponenten die in verkiezingsdebatjes tegenover elkaar staan, hebben de kiezer niets meer of beters te bieden dan zelfbevestiging in zijn of haar stem. Maar als je twee politici die op grote lijnen in elkaars verlengde lopen en daarmee in dezelfde electorale vijver vissen laat debatteren, ontstaat er ineens een noodzaak om in de meest precaire details je eigen publiek vast te willen houden. Dan moeten ze open kaart spelen op oncomfortabel terrein: de ene keer instemmen met de opponent, de volgende keer openheid in je eigen opvattingen geven waarmee je wellicht ook kiezers afschrikt.
Het debat tussen Rutte en Baudet bewees dat zowel de twee politici, als het publiek dat prima aankunnen. Het hoeft niet voorgekauwd en veilig, het mag een open einde hebben - met grote kansen op spektakel bij elke stelling. De groten der aarde worden uiteindelijk immers niet herinnerd om hun beste spin, maar om hun diepste overtuigingen. En kiezers krijgen een kijkje in de ziel, zonder te worden belazerd met de zoveelste vooraf verkochte wedstrijd.