De naam Sylvana Simons (48) staat sinds 18 mei 2016 niet enkel en alleen meer voor de vrouw die ons land leerde kennen als presentatrice van TMF en later RTL, maar als boegbeeld van racisme- en discriminatiebestrijding. Op die dag sloot zij zich, na al enkele jaren tegen de karikatuur van kindervriend Zwarte Piet te hebben gestreden, aan bij de politieke beweging DENK. Tegenwoordig is ze gemeenteraadslid in Amsterdam namens de door haarzelf opgerichte partij BIJ1 en staat haar naam vandaag de dag ook symbool voor het uiten van haat, bedreigingen en het spuien van alles wat lelijk is jegens een persoon.
Grenzen vervagen als Simons in beeld komt, ze is verworden tot vleesgeworden clickbait. Zet haar naam in de kop van een artikel en men vindt er iets van. Een consequentie van een plaats op de barricaden en verworven recht in onze polderdemocratie. Het gaat echter een stap te ver wanneer het vrije woord in het geding komt en er een prijs op het hoofd van de vertolker komt te staan. In een land waar Pim Fortuyn en Theo van Gogh met kogels het zwijgen werd opgelegd, is het delen van je idealen verworden tot een risicovol dobbelspel. Letterlijk gesprekken aan de keukentafel over een mogelijke aanslag op je leven; Simons heeft ze moeten voeren, vertrouwt ze ons toe in de Stopera, het Amsterdamse stadhuis.
‘Met mijn kinderen en mijn naasten. Dat is zo bizar, dat je je er echt geen voorstelling van kunt maken. Dat je in alle ratio bezig bent met een eventuele prijs die je moet betalen voor het feit dat... Tja, voor wat eigenlijk? Ik ben er nog steeds niet achter wat er nu zo verschrikkelijk is aan wat ik doe of zeg, en wat die enorme waanzin van haat rechtvaardigt. Ik ben in de politiek gegaan omdat ik op een aantal gebieden structurele verandering wil, en dat binnen mijn eigen morele grenzen moet kun- nen aankaarten. Dat kan ik ook, omdat ik geen extreme gedachten heb. Een aanslag kan ons allemaal overkomen – kijk naar Utrecht – maar ik lig wat dat betreft wel onder een vergrootglas. Toch wil ik daar niet te veel mee bezig zijn en me vooral op de inhoud richten. Mijn vrienden willen het niet horen, maar dood gaan we allemaal. Ik ook. Ik ben niet gelovig en al helemaal niet religieus, maar het is niet aan mij hoe en wanneer het gebeurt. Daar heb ik geen invloed op. Het alternatief is echter zwijgen en dat vind ik eerlijk gezegd nog veel gevaarlijker.’
Duizenden aan haar gerichte scheldberichten op internet zijn reeds ingediend als officiële aangifte, in twintig gevallen leidde dit ook tot een veroordeling. De vraag of men feller op haar reageert dan op andere opiniemakers of politici, vindt Simons lastig te beantwoorden. ‘Ik heb een ernstig gekleurd beeld vanwege de lading drek waar ik elke ochtend eerst even doorheen moet als ik mijn telefoon aanzet. Daarin ben ik helaas niet de enige. Zo trof ik laatst onder een online post van een artiest met een nieuw singeltje de lelijkste reacties aan. Ik dacht: het maakt tegenwoordig dus echt niet meer uit wat je doet, want iedereen is elkaar de hele dag gewoon verrot aan het schelden. Op Twitter is het een competitie geworden om de meest bijdehante opmerking te maken, waarbij mijn naam op een gegeven moment synoniem werd voor het feit dat je alles maar, zonder enige rem, gewoon moet kunnen zeggen.’
Simons vervolgt: ‘De manier waarop ik de laatste jaren stelselmatig ben weggezet is echt uniek in Nederland. Tot een jaar of vijf geleden was ik voor de meesten nog die leuke, exotische presentatrice, maar op het moment dat ik me begon uit te spreken, veranderde dat van dag in nacht. De haat en lelijkheid gaat negen van de tien keer over mijn geslacht en huidskleur, en dan alleen maar omdat ik ergens een mening over heb. De relatie tussen beide snap ik echter niet. Ik heb toch werkelijk waar nooit de behoefte gevoeld om nu eens iemand een berichtje te sturen met de tekst: “Ze moeten je al je nagels uittrekken, uit elkaar rukken, benzine over je heen gooien en je in de fik steken.” Of uitgebreid beschrijven hoe je verkracht moet worden. Dat noem ik geen kritiek leve- ren en bovendien allesbehalve fatsoenlijk. Kritiek is zeggen dat ik jouw schoenen niet mooi vind. Zeggen dat ik je een klap op je smoel geef omdat je ze aanhebt is heel wat anders. Ik vind het normaal dat je elkaar bekritiseert en de dialoog aangaat, maar dit soort dingen gaan echt een stap te ver.’
Lees het hele artikel in Nieuwe Revu 20 of op Blendle.