‘Ze hebben gewoon bij elkaar geraapt wat ze hadden, ik mocht dit gevecht niet winnen. Maar ik heb een troost: bij mij zal dat levenslang niet zo lang duren’
Honderden pagina’s schrijft Lau Geeraets vol tijdens zijn voorarrest. In de cel van de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught, door de vijftiger vanwege de leefomstandigheden omgedoopt tot ‘Guantánamo Vught’, tekent hij met zijn pen zijn gedachten en gevoelens op die hem bezighouden achter de celdeur.
Zijn dagboek noemt hij De dood of de gladiolen, met als ondertitel Mijn strijd met justitie die ik niet kon winnen. De eerste pennenstreken zet hij op papier nadat hij vanaf april 2014 langdurig in de gevangenis zit te wachten op zijn vonnis. Hij schrijft: ‘Wat zal ik blij zijn als ik jullie weer in mijn armen kan sluiten, want dat zal betekenen dat ik weer buiten ben. Daar is alle hoop nu op gevestigd. Maar dit is te gek voor woorden, een en al leugens in dit dossier. (...) Ben net bij de dokter geweest en ze hebben het al over de beperkingen, dus foetsie radio en blijven dromen van een tv.’
Geeraets ziet het soms niet meer zitten. ‘Het zal allemaal wel zo moeten zijn. Ik ga er kapot aan. (...) Wat moet ik in godsnaam doen hier? Ik ben blij dat ik m’n leesbril bij me heb. Tenminste, zo’n goedkope, want het licht is bar slecht hier en met die bril gaat het wel. (...) Als president van No Surrender heb je bij alle bajesgasten tien strepen voor. Ook wel bij de bewaarders moet ik zeggen, als je je maar fatsoenlijk opstelt. (...) Ze zijn gewoon bang dat No Surrender de zaak beïnvloedt. Dan komen ze van een koude kermis thuis. (...) Ik heb hier al drinken, chips, alles van de jongens gekregen. Tja, een president wordt toch wel in de watten gelegd. Vanmiddag kwam de reiniger mij shoarma brengen die ze gemaakt hadden. De bewaarders keken hier toch wel raar van op, haha.’
‘Als we er uit komen, dan komt er een groot feest, dat kun je me geloven. Met als eregasten de No Surrenders. Weer goed voor de krant en tv. Met artiesten, alles erop en eraan. De financiering, tja, is al geregeld geloof ik.’
‘Vrijdag 18 april 2014: Gistermorgen door zes man uit cel gehaald met handboeien om. (...) Naar isoleercel, daar continu camerabewaking en hele dag en nacht twee man voor de deur als extra bewakers. Vanmorgen door drie man met bivakmutsen uit de cel gehaald, eigen kleren aan en handboeien om. En een blinddoek om (masker). Toen naar Vught in een Mercedes met drie wagens met zwaailichten en sirene. (...) Nou ja, zeg. Om ongeveer 12.15 uur was ik in Vught. De cel is redelijk en er is weer camerabewaking. Ik mag maar twee keer per week douchen hier. WTF is dit allemaal? Niet te geloven zeg. Ben ik staatsvijand nummer 1 of wat? (...) Krijg net te horen dat ik helemaal niets mag en extra maatregelen worden genomen omdat ik wilde ontsnappen. Tjonge, ik heb het toch niet gedaan of wel soms? (...) Het is even wennen, maar ja je hebt geen keuze. Het is pompen of verzuipen. Als je niet meewerkt dan verzuip je. (...) Ze waren trouwens heel boos dat ik in Grave van een tand van een vork een sleutel van een handboei had gemaakt en dat die ook nog werkte. Ik ben een handige jongen, haha.’
‘20 april 2014: ‘Goedemorgen, hoe laat het is dat weet ik niet, maar ik heb wel weer redelijk geslapen. (...) Ik moet snel boeken vragen, maar daar zijn ze hier niet scheutig mee. Ze hebben hier liever dat je in een hoekje weg zit te kwijnen. Maar dat plezier gun ik ze niet. (...) No Surrender en anders niets.’ Geeraets wordt tijdens zijn detentie overigens uit No Surrender gezet omdat hij tijdens de verhoren met de politie heeft gepraat.
Lees het hele artikel in Nieuwe Revu 19 of op Blendle.