Elk jaar brengt het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël het antisemitisme in kaart. Volgens het Openbaar Ministerie is één op de drie meldingen van antisemitisme in Nederland gerelateerd aan het voetbal.
Het anti-Joodse sentiment in de voetbalstadions wordt gevoed doordat supporters van Ajax zich Joden noemen en de davidster als symbool gebruiken. Terwijl de club geen enkele Joodse roots heeft – ze hadden evengoed voor moslims kunnen kiezen. Of nazi’s, die hebben ook symbolen.
Ik ben zelf niet Joods (wel Ajacied) en voor mij is ‘Hamas, Hamas, Joden aan het gas’ eerder dom dan kwetsend. Net als ‘en wie niet springt die is geen Jood’ – al springt het hele vak, ik blijf zitten. Wel stoor ik me aan het schelden met ‘kankerjoden’, omdat de verwijzing naar de ziekte me tegenstaat. In ons land wonen meer mensen met kanker dan dat er Joden zijn, dus de kans is groter dat die amateuroncologen iemand beledigen die ziek is dan iemand die een keppeltje draagt.
Het CIDI ziet de historisch nergens op gebaseerde relatie tussen Ajax en het Jodendom het liefst verdwijnen. En daarmee het antisemitisme als keuze, want dat is het; je kunt van de tegenstander niet verwachten dat hij iets intelligents terugroept als jij ‘Joooduuuh’ schreeuwt. Er zal altijd iets volgen dat dom, onsmakelijk of kwetsend is. Of alledrie.
Dus als je echt antisemitisme uit de stadions wil verbannen – en dat wil je – moet je de uitlokking ervan staken. Tijd voor een nieuwe geuzennaam.