Beste Thierry Baudet,
Proficiat. Met die speech, bedoel ik. Je hebt iets voor elkaar gekregen dat weinig politici in Nederland is gelukt: een politieke speech houden waar iedereen nog dagen over praat. Je speech duurde twintig minuten, was vaak volslagen groteks (mijn favoriet: ‘Wij zijn naar het front geroepen omdat het moet’ – met al die arme nieuwe Statenleden zonder programma als kanonnenvoer), maar nooit saai. En geen seconde dacht ik wat ik bij vrijwel iedere politicus meestal denk: dit heeft een spindoctor voor hem geschreven. Sterker: iedere spindoctor zou bij inlevering van deze tekst meteen een raam hebben gezocht om uit te springen.
Jij had het niet over minder Marokkanen, maar over minder mammoeten. Als iemand begint met het vertellen van een verhaal over de wereld en hij start bij de mammoet, weet je: dit gaat een tijdje duren. In jouw geval leek de NPO van plan je hele overwinningsspeech uit te zenden, tot ze doorkregen dat Fidel Castro een verrassende inspirator van je bleek en alsnog stopten. Als je straks premier bent en Robert Jensen elke dag het Staatsjournaal voorleest, verandert dat vast.
Je ging maar door. Ik vond dat eigenlijk wel mooi. Net als Pim Fortuyn leek je na een serie omzwervingen en een berg publicaties het leven te leiden van de altijd kleurrijke, maar door het wetenschappelijk en maatschappelijk establishment niet helemaal serieus genomen opiniemaker. En net als bij Fortuyn was je wraak: een politieke beweging beginnen, en zo groot worden dat je zelf het establishment wordt en dus als laatste lacht. Net als bij Fortuyn was je reactie triomfantisme, met een laagje wraakzucht. Het jongetje dat werd gepest en nu opeens het sportteam mag samenstellen: nu is het zíjn tijd, en iedereen zal het weten ook.
We horen al jaren van allerlei opiniemakers en onderzoekers dat dit land behoefte heeft aan Het Grote Verhaal. Nou, dat kregen we, en godskolere, groot was het. Na een speech van Thierry Baudet lopen de servers van Wikipedia vast: hoe zat het nou met die uil, wie gebruikte die term ‘oikofobie’ ook alweer eerder (och, verdomd: het was de publicist Thierry Baudet) en wat is de ‘boreole wereld’ precies, en waar bestaat die dan? Uiteraard kwam een deel van de antwoorden weer uit de bruine hoek, want de homeopathische verdunning moest ook een vervolg krijgen, net zoals Fortuyns ‘puinhopen van Paars’ een overtreffende trap dienden te krijgen: de brokstukken van de grootste en mooiste beschaving ooit.
Je gaf ons eerder als twittervoer al je lavendelzakjes, de foto’s op de piano en naakt aan het zwembad en het fascinerende vrouwbeeld van de professionele vrouwenversierder in de roman Voorwaardelijke Liefde van schrijver Thierry Baudet (een van de lievelingsromans van politicus Thierry Baudet). Net als Fortuyn heb je feilloos door dat ook een volk dat uit alle onderzoeken gelukkig blijkt en daar ook alle redenen toe heeft niettemin zorgen en woede kent. En dat de vertolker daarvan het liefst zelf geen gewone man is, maar een vat vol tegenstrijdigheden, een ijdele dandy met een volstrekt andere verhouding tussen politiek en privé, die al een onstuitbare drang tot schrijven en oreren had toen nog niemand meelas of -luisterde.
En die nu met één landelijk uitgezonden speech een land kan verdelen in walging, bewondering, hoongelach en onbegrip. Alles eigenlijk dus, behalve: onverschilligheid.