‘Of Max wereldkampioen kan worden? Dat weet je nooit. Je moet een auto hebben die op alle circuits mogelijkheden geeft om te winnen; hoe zijn auto er voor staat met de nieuwe motor, weten we op dit moment nog niet. En dus blijven we realistisch en roepen we niet dat we wereldkampioen willen worden.’
‘Max gaat uitstekend om met druk en bekendheid. Hij probeert zo hard mogelijk te rijden en een zo goed mogelijk resultaat neer te zetten. Maar ook hier geldt: het maakt het leven een stuk aangenamer als je een auto hebt die altijd functioneert en als je op de eerste startrij mag vertrekken.’
‘Qua aandacht en alles wat er op hem afkomt, maak ik me als vader geen zorgen. Zijn manager Raymond Vermeulen en ik proberen hem zo veel mogelijk uit de wind te houden. Ik denk dat Max sympathiek overkomt in de pers en op het publiek; hij is 21 en blijft daarin leren. Hij heeft niet altijd zin in interviews, helemaal als de resultaten wat minder zijn. Maar ook dat hoort bij topsport.’
‘Voor Max ben ik een vader, een vriend, een coach en zijn steun en toeverlaat. Ik ben niet het hele seizoen bij hem, maar wel vaak. Natuurlijk ben ik erbij in Australië op 17 maart, daarna ben ik bij de derde GP in China en bij de zesde in Monaco. Zo hou ik ook wat tijd voor mezelf en voor mijn gezin over. Er komt inderdaad een kleine Verstappen aan; wie weet de nieuwe generatie in de Formule 1, haha.’
‘Wat Max niet moet doen dit seizoen? Te veel risico nemen. Het zit in zijn aard om veel te wagen op het circuit, maar hij moet zich de eerste paar wedstrijden een beetje koest houden en zorgen dat hij zoveel mogelijk punten binnenharkt in het begin. Het Red Bull-team komt naar mijn indruk altijd wat later in het seizoen op stoom.’