Mocro maffia in De Pijp

De Pijp was ooit een rauwe arbeiderswijk en is tegenwoordig een van de populairste toeristenbuurten van Amsterdam.

Mocro maffia in De Pijp

De geliquideerde crimineel Gwenette Martha groeide er op, net als tientallen jongeren die in de top 600 van veelplegers staan. Een criminele atlas van een wijk waar vaak veel meer gebeurt dan zichtbaar is.

Er staan verhuisdozen in de maker. Na twintig jaar ga ik weg uit de Amsterdamse wijk De Pijp. Ik werkte als sportjournalist voor Het Parool toen ik er kwam wonen. Ik ging nooit naar een rechtszaak en moest me professioneel interesseren voor een middenvelder van WVHEDW en een spits van het Ajax-zaterdagteam. Ik las Truman Capotes truecrime-klassieker In Cold Blood en droomde ervan ooit een dergelijk boek te kunnen schrijven.

Veel later kreeg ik interesse in misdaadjournalistiek en ik reisde naar Amerika om rechtszaken van maffiosi met wandelstokken en gehoorapparaten te bekijken. Bij terugkeer schepte ik op over wat ik nu weer had gehoord en ik somde grijnzend hun bijnamen op: Joey The Clown, Vinny Gorgeous, Matty The Horse, Ice Pick Willie, Johnny No Nose etc. Ik kocht kaartjes voor maffiatours in New York en Chicago, vloog een weekendje naar Vegas voor een conferentie met oud-mobsters en hoorde verhalen over Gotti, Capone en Vincent The Chin Gigante. Ik realiseerde me toen nog niet dat de Amerikaanse maffia aan het uitsterven was en dat er in mijn eigen wijk op misdaadgebied veel meer te beleven viel.

Gerard Douplein

De terrassen van De Pilsvogel en Café het Paardje zijn leeg. Toch lijken er nog meer toeristen naar De Pijp te komen dan normaal. Niemand heeft interesse voor de herdenkingssteen die midden op het plein onder de schaduw van een lantaarnpaal ligt. Op de grond staat in koperkleurige letters: ‘anja joos. 43 jr.’



Het gebeurde in oktober 2003. Buurtjunk Anja Joos werd achtervolgd door twee medewerkers die werkten in de Dirk van den Broek op het Marie Heinekenplein. Ze had een blikje bier gejat en ze achtervolgden haar. Op het Gerard Douplein stonden zeven jongens die wel mee wilden helpen. Ze schopten en sloegen haar dood.

De meeste daders kwamen uit de Diamantbuurt, een deel van De Pijp waar de meeste Nederlanders nog nooit van hadden gehoord. Daar zou snel verandering in komen. In 2004 werden de namen Bert en Marja even bekend als Geer en Goor. Bert en Marja hadden veel overlast van hang jongeren op Piaggio-scooters en belden geregeld de politie. In hun auto werd een hakenkruis gekrast en ze werden bedreigd en uitgescholden. Bert en Marja besloten te verhuizen. Dat werd landelijk nieuws en de Diamantbuurt kreeg de reputatie het Amsterdamse The Bronx of South-Central, LA te zijn.

De verontwaardiging over de Diamantbuurt nam toe door de berichtgeving over een jongen genaamd Omar. In 2003 stond hij nog joelend op het Gerard Douplein toen Anja Joos werd afgemaakt. Een paar jaar later was hij de leider van een bende die volgens mijn toenmalige Parool-collega Paul Vugts uit 28 jongeren van meestal Marokkaanse komaf bestond en die ‘de Van Wougroep’ werd genoemd. Omar el H. en zijn vrienden hingen rond bij snackbar Florida in de Van Woustraat. In afgeluisterde gesprekken sprak Omar el H. over overvallen en hij gaf instructies over wat zijn mensen moesten doen. Hij liet zijn jongens inbraken plegen en hij vertelde ze waar ze op hun scootertjes naartoe moesten om pakjes coke af te leveren bij keurige witte mensen. Hun misdaden werden steeds zwaarder. In 2008 sprak de Amsterdamse politie voor het eerst over ‘door- groeiers’. Omar el H. was daar volgens recher- scheurs het voornaamste voorbeeld van. Het leid- de tot een omstreden uitspraak van politiecommissaris Leen Schaap. Hij vertelde Paul Vugts: ‘Omar el H. zou over een jaar of tien weleens de nieuwe Holleeder kunnen zijn als we nu niet fors ingrijpen.’

Van der Helstplein

In het midden van het plein staan acht bomen dieophelderedagendezontegenhouden.Toeristen gaan naar binnen bij Sir Humus aan de overkant. Gwenette Martha groeide op rond het Van der Helstplein. Hij voetbalde met zijn broertje Giovanni en zijn vrienden Harvey Esajas, Clyde Lewis, Clyde de Jesus, de broers Belserang, Najeb Bouhbouh en Houssine A. op de pleintjes van De Pijp. Ze noemden zich ‘de jongens van Zuid’ en speelden tegen de beste straatvoetballers uit andere Amsterdamse wijken.

Harvey werd jeugdspeler bij Ajax. Gwenette speelde bij Neerlandia. Hij was snel, technisch, en tweebenig. Dankzij Harvey mocht hij mee naar Ajax. Gwenette maakte indruk op de training en mocht vaker komen. Op een dag kwam hij niet meer opdagen. Harvey vroeg waar hij was geweest. Gwenette haalde bankbiljetten uit zijn zak. Hij wilde liever gangster dan Schoenaker of Lerby worden.

Gwenette Martha werd de leider van ‘Groep-Martha’. Dat was eerst leuk en later vooral gevaarlijk. Harvey debuteerde bij Feyenoord en viel één keer in bij AC Milan. Giovanni Martha, Clyde Lewis, Clyde de Jesus, Boneka Belserang, Najeb Bouhbouh en Gwenette Martha werden vermoord.

Dit is een voorstukje uit Nieuwe Revu die nu in de winkel ligt. Het blad is ook HIER te bestellen, of lees het artikel op Blendle.