Arnold Karskens: 'Ik geloof het NOS Journaal niet meer’

Voor Nieuwe Revu was Arnold Karskens (64) jarenlang oorlogsverslaggever, tegenwoordig staat hij ook aan een ander front: dat van het nepnieuws. Op zijn website The Karskens Times houdt hij een Zwartboek NOS Journaal bij.

Arnold Karskens: 'Ik geloof het NOS Journaal niet meer’

Je hebt een eigen website: The Karskens Times, waarop je als een soort factchecker ageert tegen in jouw ogen gecorrumpeerde media.

‘Ja, de eenduidige Nederlandse media. Ik heb met name mijn pijlen gericht op het NOS Journaal.’

Waarom?

‘Omdat het een staatsonderneming is die wordt betaald met jouw belastinggeld. Of je het nou wil of niet, je betaalt. Dat is het grote verschil met een krant. De Telegraaf moet je kopen, het NRC moet je kopen, en het is juist goed dat al die verschillende kranten er zijn, want daardoor is er meer keuze. Het NOS Journaal is geen keuze, het is een staatsonderneming die belastinggeld ontvangt. Ze hebben de verplichting om onafhankelijk, objectief nieuws te verspreiden en dat vanuit alle hoeken te belichten. Als je goed kijkt bij de NOS, dan is dat gewoon niet zo. Het is een zeer vooringenomen, discriminerende, anti-blanke, anti-christelijke, anti-Israël manier van nieuws verspreiden. Dat irriteert me.’

Wat is dat NOS-zwartboek dat je hebt gemaakt op je website?

‘Ik berichtte een jaar lang over journalistieke misstanden in mijn NOS-zwartboek. Een voorbeeld uit de tien afleveringen van mijn zwartboek gaat over het milieu. Dan laten ze drie politici uitgebreid aan het woord van partijen waar ze sympathiek tegenover staan, en van andere partijen helemaal niet of ze vatten het kort een beetje samen. Ze kiezen niet per se partij, maar als jij drie voorstanders aan het woord laat en één tegenstander, dan kies je onbewust partij. De kijker wordt zo toch een bepaalde hoek ingeduwd.’

Maar dit kun je toch niet echt bewijzen?

‘Jawel. Ik duid bijvoorbeeld verschillende keren heel goed aan dat ze met statistieken over migratie liegen. Ze laten een staatje met cijfers zien, maar dat is dan niet het staatje waar alles in wordt verteld. Ze hebben het dan over hoeveel mensen met een bootje zijn overgestoken vanuit Libië naar Europa. Dan zie je een enorme daling in hun statistieken, maar ze vergeten er dan bij te vertellen dat – en dan heb ik de cijfers van de Europese Unie gezien – dat je ook de nareizigers nog hebt. Dan kom je op cijfers over wat er Europa binnenkomt die drie of vier keer hoger liggen! Dat wordt dan weer niet verteld. Ze doen geloven dat het allemaal wel meevalt met die nieuwkomers, maar de andere cijfers geven een hele andere realiteit. Het is een stiekeme manier om mensen een vertekend beeld van de situatie te geven.’

Wat zou dan het belang van de NOS hierbij zijn?

‘Het is een staatsonderneming.’

Bedoel je dat het politiek gevoede informatie is?

‘Ja, ze weten waar het geld vandaan komt. Je kent het spreekwoord: wiens brood men eet, wiens woord men spreekt, dat geldt absoluut voor het NOS Journaal. Ik ben niet de enige die dat ziet, er zijn ook een hoop andere mensen die zich hieraan ergeren. Ik ben best voor een nationale nieuwszender want in het geval van een ramp of oorlog moet iemand dat coördineren, maar het gevaar is dat niemand meer het NOS Journaal gelooft. Ik geloof het niet meer.’

Lees het hele artikel op Blendle.