'Waarom wil iedereen toch in de grote stad wonen?'

Hoofdredacteur Jonathan Ursem vindt het dorpse leven veel relaxter dan de grote stad.

Jonathan Ursem

De huizenprijzen in Amsterdam zijn het afgelopen jaar met 20 procent gestegen. In één kwartaal werd een gemiddeld huis er liefst 12 procent duurder. Een doorsnee woning kost er inmiddels 463.000 euro; op het hoogtepunt voor de vorige crisis in 2008 was dat net iets meer dan 271.000 euro.

Ik zeg ‘vorige crisis’ omdat we met dit tempo wederom hard op weg naar de afgrond zijn. Exploderende vastgoedprijzen klinken leuk, want gratis geld voor huizenbezitters, maar als je de tent verkoopt moet je er natuurlijk ook wat voor terugkopen, en da’s ook onbetaalbaar. En dat heeft weer effect op de vastgoedprijzen elders, want omdat de hoofdstad onbetaalbaar wordt, verhuizen Amsterdammers naar andere steden, waardoor de huizenprijzen daar ook door het dak gaan. De bubbel barst in 3...2...1...

Waarom wil iedereen toch in de grote stad wonen? Ik ben anderhalf jaar geleden uit Amsterdam naar een dorp net erbuiten verhuisd. Ja, dat kwam doordat de stad voor mijn woonwensen – groter huis, tuin eromheen – te duur werd, maar er zijn meer voordelen. De rust, bijvoorbeeld, minder verkeer en toeristen. Je kunt je auto gratis parkeren. Er is geen wachtlijst voor de crèche. Je kent de buren, dus als er iets is kun je altijd wel op iemand terugvallen. En je bent zo in de stad, echt.

Voordat ik naar een dorp verhuisde, anderhalf jaar geleden, woonde ik in de stad. Boven woonde een jong stel. Geen idee hoe ze heetten, we groetten elkaar soms bij de voordeur. Meer was er niet. Een week voordat we verhuisden, pasten we op hun katten – eigenlijk het eerste contact dat verder ging dan ‘hallo’. Bleken we op dezelfde middelbare school gezeten te hebben.

Ook in mijn dorp worden de huizen sneller meer waard dan eigenlijk goed is, vooral dankzij jonge gezinnen die de stad ontvluchten omdat ze het niet meer kunnen betalen. Mensen zoals ik. Klote-Amsterdammers ook altijd.

Nog een voordeel van het wonen in een dorp: als je iets bestelt en je bent niet thuis dan zet de koerier de spullen gewoon bij de schuur. Of ze geven het aan de buren af, wat prima is want je kent die mensen en je helpt elkaar graag uit de brand.

Laatst mijn favoriete zomerrosé – Domaine Lamourie, 8,99 euro bij de Gall & Gall, doe jezelf een lol en koop ’m, vooral met korting is ie erg lekker – besteld. Bericht van bezorgdienst Dynalogic: ‘Jouw bestelling wordt op woensdag tussen 8.00 en 22.00 uur door ons geleverd. Dit is een indicatieve levertijd.’

Hoe is een marge van veertien uur indicatief? Zo van: we doen ons best, maar pin ons er niet op vast. Formuleer je het iets ruimer en je zit op ‘in de loop van de zomer’ of ‘voor de kerst’. Dat moet toch specifieker kunnen, zou je zeggen, een bepaald dagdeel zou al helpen. Nou ja, zet maar bij de schuur neer als ik er niet ben.