'Gerard Cox herkent zijn Rotterdam niet meer, maar hij woont er al 43 jaar niet meer'

Open brief van columnist Leon Verdonschot aan Gerard Cox.

Leon Verdonschot

Beste Gerard Cox,

Dat was grappig: op de voorpagina van de Volkskrant stond vorige week de zin ‘De Mokumse arrogantie die als een pislucht opstijgt uit de Volkskrant is verschrikkelijk.’ Het is altijd ontzettend grappig als een medium kritiek op het medium zelf prominent durft te brengen. Dit blad had twee weken geleden nog Johan Derksen op de cover staan. Die had in een extreem kort telefonisch interview gezegd: ‘Nieuwe Revu vind ik een kutblad. Jullie zijn het afvoerputje van de journalistiek.’

Het is naast ontzettend grappig ook ontzettend effectief, want het eerste dat ik altijd doe als een blad of een krant wordt afgezeken op de eigen cover, is het betreffende interview meteen lezen. Dat interview van jou was er een in de serie die Robert Vuijsje maakte over mensen en hun relatie met hun afkomst.

Jouw afkomst is Rotterdammer, en zoals dat gaat met Rotterdammers, ging een deel van het interview dus over Amsterdam. De Rotterdamse identiteit komt, als bekend, voor een belangrijk deel neer op het feit dat Rotterdam géén Amsterdam is. Je tirade tegen het benepen en arrogante provincialisme van Amsterdammers was overigens volledig terecht, al blijf ik dat klassieke Second City Syndrome ook altijd aandoenlijk vinden: geen mens in Amsterdam houdt zich bezig met tirades tegen Rotterdam, ze komen er gewoon nauwelijks.

Maar het grootste deel van je ongenoegen bleek elders te liggen. Het gevoel dat je stad, Rotterdam, je stad niet meer is. Meer dan de helft van de mensen die je op straat ziet lopen is ‘allochtoon’, zeg je. ‘Ik loop door de stad en het kan ook Ankara zijn of Paramaribo.’ Waarop Vuijsje opmerkt: ‘De mensen die daar wonen zijn de huidige Rotterdammers.’

Het grote multiculturele debat, het debat dat het land al jaren splijt als geen enkel ander onderwerp, dat splinterpartijen groot heeft gemaakt en grote partijen splinters, het debat dat ooit begon met Bolkestein, De Hoop Scheffer en Fortuyn en vervolgens nooit meer ophield. Precies dát debat, het wordt hier samengevat in twee zinnen. Een man van 78 loopt door zijn stad en vindt dat het zijn stad niet meer is. En iemand van de generatie na hem merkt op: maar dit is je stad nú.

In tegenstelling tot veel Volkskrant-lezers en twitteraars vind ik Cox niet extreemrechts. Ik snap heel goed dat hij Turkse jongeren op een brug in zijn stad ziet joelen voor Erdogan en zich afvraagt in welk land ze eigenlijk willen wonen. En ik weet niet of je van een 78-jarige mag verlangen dat hij met zijn tijd blijft meegaan. Soms haak je gewoon af. Ik ben veel jonger dan Cox, maar ik heb ook al geen behoefte meer me nog in ieder vlogger te verdiepen.

Wat me wel opviel, en me ook altijd opvalt bij Amsterdammers die klagen dat Amsterdam geen Amsterdam meer is: ze wonen er zelf niet meer. Ook Gerard Cox herkent zijn Rotterdam niet meer, maar hij woont al 43 jaar in de Hoeksche Waard. Dus hoezo zíjn stad? Het is de grote tragiek van verhuizen uit een stad: de stad blijft van jou, maar jij bent niet meer van de stad.