‘Laat je niet afleiden door de luidruchtige minderheid: vluchtelingen zijn welkom’

Hoofdredacteur Jonathan Ursem legt uit waarom hij het belangrijk vindt om in Nieuwe Revu een podium te bieden aan gevluchte journalisten en fotografen. Geen zielige slachtoffers, maar mensen die dingen kunnen.

Jonathan Ursem

Deze editie van Nieuwe Revu is een speciale: alle grote artikelen zijn gemaakt door Nieuwe Nederlanders. Mensen die hun thuisland achter zich gelaten hebben op de vlucht voor oorlog, onderdrukking en andersoortige ellende. Syrië natuurlijk, maar ook Iran, Irak, Afghanistan en Sierra Leone.

Ruim drie op de vier Nederlanders vindt dat ons land vluchtelingen moet opvangen die door oorlog of vervolging hun thuisland zijn ontvlucht, zo blijkt uit cijfers van het CBS. Een luidruchtige minderheid van 8 procent is hier tegen. Houd dat in gedachten als je op Twitter of in de Tweede Kamer iemand hoort beweren dat ‘we’ dat niet willen – dat is dus onzin: oorlogsvluchtelingen zijn als het aan het overgrote deel van de bevolking ligt welkom in Nederland. Gelukkig maar. (Het zijn de economische vluchtelingen waar 'we' een probleem mee hebben: 24 procent van de Nederlanders staat open voor dit soort migranten.)

Een paar maanden geleden kwam ik in contact met Dennis Overeem, als regisseur de grote man achter stichting The Buddy Film Project. Hij neemt met zijn club acteurs, fotografen, journalisten, filmmakers en andere gevluchte verhalenvertellers onder zijn hoede. Door met hen een film te maken, Welkom, helpt hij ze aan werk, een netwerk en, minstens zo belangrijk, een doel in hun leven in het nieuwe thuisland Nederland, een doel waarmee ze hun talenten kunnen gebruiken en doen waar ze goed in zijn. Want vluchtelingen, wat een klotewoord eigenlijk, zijn geen zielige wezens die je kent van het journaal, maar mensen zoals u en ik die dingen kunnen.

Deze editie van Nieuwe Revu is dan ook geen blad vol ellende, maar eentje met verhalen van hoop. Ik hoop op mijn beurt dat u het waardeert dat er een keer wat andere namen in het colofon staan dan u gewend bent.