Een aantal gerespecteerde tv-producenten zegt er last van te hebben gehad dat een select groepje elkaar voortdurend de kaart toespeelt, waardoor anderen weinig kansen kregen om zichzelf te presenteren met hun projecten. ‘Een kleine groep mensen heeft zich in dit land in posities weten te manoeuvreren waardoor ze andere getalenteerde vakgenoten buitenspel plaatsen,’ zeggen ze. Er bestaat een theorie van kartelvorming middels een monsterverbond tussen Kemna, NL Film en Endemol Shine om de concurrentie te slopen. Dat zit, als we verschillende mensen uit het vak mogen geloven, als volgt in elkaar.
De overheid heeft jaarlijks een budget van zo’n 20 tot €40 miljoen voor de kunst- en cultuursector. Dat geld gaat naar de podiumkunsten, televisie, film, documentaires, noem maar op. Het totaalbedrag wordt verdeeld over commissies, zoals het Filmfonds en het voormalige Mediafonds, wat nu het NPO Fonds heet. Deze partijen werken direct en indirect veel met Kemna samen, eigenlijk is dit het driehoekje waar nagenoeg al het geld in circuleerde. Het bedrag voor de jaarlijkse grote film, ergens tussen de 4 en €7 miljoen, gaat vrijwel altijd naar een project waar Kemna bij betrokken is.
Naast dit vermoeden van kartelvorming, doet nog een hardnekkig verhaal de ronde. ‘In de zomer van 2017 ging het gerucht dat Job Gosschalk vanuit zijn productiebedrijf Kemna & Zonen een package-deal met Endemol Shine had gesloten, waardoor hij over een periode van vijf jaar alle grote series mag regisseren en produceren,’ zegt een producent. ‘Endemol werd daarmee tegelijkertijd grootaandeelhouder van Kemna & Zonen. Het betrof een miljoenendeal waar Endemol ineens behoorlijk mee in de maag zat toen afgelopen november Gosschalks misbruik aan het licht kwam. Door hem publiekelijk onder de bus te gooien en alle zakelijke banden direct met hem door te snijden, moesten alle lopende en op stapel staande producties in allerijl worden overgeheveld naar NL Film. Niet dat dit in de praktijk veel zou uitmaken als je de verhalen mag geloven, want beide bedrijven kennen elkaars mensen en verdelen al jarenlang samen de koek.’
Ook bij de Nederlandse Publieke Omroep kreeg Kemna, en voorheen dus ook Gosschalk, werkelijk alles voor elkaar. Laten we zeggen dat veel vingers wijzen naar een warme band tussen Kemna en één of meerdere mensen in de top van de NPO.
Een andere producent, die dicht bij het vuur staat en anoniem wil blijven, hekelt de werkwijze van Kemna. Hij legt uit: ‘Ik heb meegemaakt dat ik eerst moest smeken om audities voor mijn producties bij hen te mogen afnemen, en toen ik het vervolgens in eigen beheer wilde doen omdat ik in de gaten kreeg dat ik min of meer toch zelf al het werk al verrichte, kon ik een grote mond krijgen en werkte men mij op alle mogelijke manieren tegen. Acteurs werd afgeraden naar mijn castings te komen en bij collega’s werd mijn bedrijf de grond in getrapt. Het riekte naar een vorm van maffia waarbij enkel het geweld ontbrak.’
De producent vervolgt: ‘Ik vind het echter abnormaal dat wij als producenten onze castings uitbesteden aan concurrent Kemna, die we daarmee niet alleen spekken maar die we ook nog eens inzicht geven in alles wat we maken. Job Gosschalk vond het echter normaal overal van op de hoogte te zijn bij bedrijven waar hij niet eens direct werkzaam was. Bij andere producenten liep hij van tijd tot tijd het kantoor binnen om als een soort Sinterklaas met verschillende medewerkers “het jaar door te nemen”; wat ging goed en wat niet, en evalueer dat maar eens even met mij, leek de gedachte. Bij de KRO-NCRV kreeg hij op een gegeven moment zoveel gemaakt dat ik dacht: nou, die vriendschap met eindredacteur drama Brigitte Baake heeft je ook geen windeieren gelegd.’
Ook het gegeven dat Gosschalk op latere leeftijd ineens voor het eerst een film mocht gaan regisseren, deed bij de producent de wenkbrauwen fronzen. ‘Alle Tijd, heb je ‘m gezien? Wat een schijt was dat. Het Filmfonds staat voor projecten met een hoge artistieke waarde, maar laat vervolgens deze man keer op keer zulke pulp maken op kosten van de belastingbetaler. Ook wij maken televisieseries, maar op het moment dat die van ons minder goed scoren dan die van hem, zal hij het niet nalaten om ons dat haarfijn in te wrijven. Hij loopt er op social media mee te koop hoe succesvol hij wel niet is, en benadert ons als producenten ook persoonlijk om aan te geven dat zijn programma’s meer kijkers trekken. Als vakgenoot steekt dat natuurlijk en voor mij was de maat een aantal jaren geleden een keer vol. Zeker toen hij een vriend van mij een keer seksueel heeft geïntimideerd. Ik zei hem toen: “Ik kan me voorstellen dat er een hoop mensen onder de indruk van jou zijn, maar als ik je op straat tegen kom, moet je echt de andere kant oplopen, want anders heb je echt een probleem!”
Lees het hele artikel op Blendle.