Vroeg of laat komt er vast een standbeeld van u.
‘Een stándbeeld? Hoe kom je daar nou bij? Daar heb ik nou nog nooit aan gedacht. Kijk, Abe verdient een standbeeld. Een legendarische ambassadeur voor sc Heerenveen. Een standbeeld van mij, dat hoeft écht niet.’
Abe Lenstra, Riemer van der Velde, Foppe de Haan: wie is er het belangrijkst voor sc Heerenveen?
‘Abe. Met stip. Hij is het voetbalbolwerk van Fryslân en heeft veel bijgedragen aan de populariteit van Heerenveen. Maar vlak de invloed van Riemer ook niet uit. Hij is slim, veel slimmer dan ik. Ik ben maar gewoon een voetbaltrainer en dat werk gaat me meestal wel aardig af. Riemer heeft de club als voorzitter naar een hoger plan gebracht. De nodige mensen erbij betrekken, de commercie aanjagen, op het juiste moment belangrijke stappen durven zetten. Riemer heeft daar een geweldig gevoel voor.’
U bent met kleine tussenpauzes en in verschillende functies al meer dan dertig jaar verbonden aan de club. Als u één speler mag noemen die u altijd bij zal blijven, wie is dat dan?
‘Ruud van Nistelrooij. Hij is mijn grote voorbeeld van een speler die we hier hebben zien uitgroeien tot een topspeler. Ik wil ook graag Jon Dahl Tomasson en Igor Korneev noemen, maar ik mocht er maar eentje kiezen.’
Stel dat er zich nog een club of een land meldt, wat zegt u dan?
‘In principe wil ik geen hoofdtrainer meer zijn. Kijk, iedereen wil altijd graag oud worden om dan te gaan genieten. Het is hartstikkene mooi dat wij nu oud zijn, maar we moeten er nu ook van gaan profiteren, want straks zijn we er niet meer. We zijn al jaren dingen aan het uitstellen, zo van: dat gaan we later doen. Maar in hoeverre ís er een later? Dat heb je niet in de hand. We gaan steeds maar gewoon door omdat we zo gezond zijn, maar bij wijze van spreken kan onze gezondheid morgen rigoureus veranderen. En dan heb je geen keuze meer. Ik vind dat ik meer vrije tijd moet hebben en andere dingen moet gaan doen.’
Lees het hele interview op Blendle.