Woensdag 13 december was je te zien op Comedy Central, als je Giel Beelen aan het spit rijgt in The Roast of... Wilde je er met net zo’n gestrekt been in als vorig jaar bij Gordon?
‘Dat was uiteraard de bedoeling. Ik hou van onredelijk harde humor en dan zit je bij The Roast helemaal goed. Het leuke is dat je als deelnemer keihard uitdeelt én incasseert. Dat je achteraf denkt: shit, er zit wel een kern van waarheid in. Al moet ik wel bekennen dat ik Gordon interessanter vind dan Giel Beelen, met zijn drang tot allerlei maffe metamorfoses. Zo raar is dit nu ook weer niet. Extremere personen dan Gordon bestaan nu eenmaal niet. Nou ja, met uitzondering van Peter R. de Vries. Die staat dan ook met stip op nummer één op mijn verlanglijstje van The Roast. Die man is natuurlijk een enorme betweter en kan heerlijk arrogant overkomen, maar mede dankzij zijn kennis en kunde en vooral dankzij zijn vasthoudendheid zijn er mensen terecht de cel ingegaan en zijn onterecht veroordeelden vrijgekomen. Dan kan je dus wel wat. En tegelijkertijd wordt hij door legio Nederlanders intens gehaat. Alleen al dat maakt De Vries bij uitstek interessant voor The Roast. Zou ook getuigen van zelfspot als hij hier ja tegen zou zeggen. Sommigen zeggen dat hij elke vorm van zelfspot mist, maar dan kan hij in The Roast mooi het tegendeel bewijzen.’
Hoe verbaasd was je over de deelname van Sylvana Simons aan The Roast van Giel Beelen?
‘Alleen maar aangenaam verrast. Sterker nog, Sylvana heeft mij over de streep getrokken om weer mee te doen. Want dat juist zij durft mee te doen, getuigt wel van lef. Ze weet ook dat ze in de uitzending knetterhard wordt teruggepakt. Sylvana moet sowieso een doorzetter zijn waar je u tegen zegt. Zodra zij ergens verschijnt, drommen direct woedende mensen samen die alvast de toorts hebben aangestoken en de hooivork tevoorschijn hebben gehaald. Dan heb je toch wel een hoop charisma.’
Wat versta je eigenlijk onder onredelijk harde humor? Over alles ongemeen harde grappen kunnen maken? Is dat ook je huisstijl?
‘Ik typeer mijn stijl graag als tbs-cabaret: onvoorspelbaar en een tikje immoreel. Ik hou van radicale gedachtegangen, verwarring zaaien bij je publiek en ik ga graag over de grens van het morele. Op die manier gaan mensen zelf nadenken in plaats van dat je als cabaretier gaat zeggen: “Goedenavond, publiek, dit en dat moet je van deze kwestie vinden.”’
De dood van je vader, die op 60-jarige leeftijd aan de gevolgen van slokdarmkanker overleed, heeft je destijds als beginnende stand-upcomedian geïnspireerd tot een beklemmende en tegelijk hilarische tirade tegen de slogan ‘Sta op tegen kanker’. Heeft deze sketch je achteraf gezien iets van troost geboden?
‘Hallo zeg. Humor biedt altijd troost. Hoe hartverscheurend het leed ook is. Het is toch ook heel mooi als er op een begrafenis even keihard gelachen kan worden tussen alle momenten van rouw en verdriet? En aangezien ik intens hou van harde grappen over heftige onderwerpen, kan je niet om kanker en de dood heen. Ook niet als het gaat over mijn vader. Wist je trouwens wie de hardste grappen maken over kanker?’
Nee.
‘Kankerpatiënten. En ze kunnen er ook nog om lachen, gelukkig. Ik snap ook helemaal niets van die mensen die helemaal uit hun plaat gaan als ze voor kankerlijer worden uitgemaakt. De kans dat je het daardoor krijgt, wordt er namelijk niet groter op. Pas wanneer je stukken asbest naar je hoofd krijgt geslingerd, heb je reden om je zorgen te gaan maken.’
Lees het hele interview op Blendle.