De kermis van Hoorn is in volle gang. Als Nick Stricker (27) voorbij de schiettent en de botsautotjes slentert, wordt hij her en der herkend. De meesten zijn bekenden van hem, maar ook fans willen graag even op de foto met Nick. ‘Hier weet iedereen dat ik het ben, maar in andere steden denken mensen nog weleens dat ze met Jan Smit op de foto gaan.’
Opa Stricker gaf in 2010 als verrassing zijn kleinzoon op voor My Name Is, een talentenjacht van RTL4 waarin kinderen en volwassenen hun favoriete artiest imiteren. Twee weken later mocht hij op voorauditie naar Hilversum. De keuze voor de Volendamse zanger was snel gemaakt, al speelde het toeval volgens Nick een grote rol. ‘Jan had destijds een paar lekkere nummers, dus koos ik zijn liedjes voor de show. Echt groot fan ben ik nooit geweest. Ik vind zijn muziek prima, maar ik hoef het niet gezellig mee te zingen in de auto. Het bleek een groot succes. Ik stelde mezelf voor aan de jury, zong twee noten en toen riepen ze al dat ik moest stoppen. Blijkbaar was ik geweldig en had ik iedereen overrompeld. “Jij doet mee met de show. Jij gaat groot worden,” zei de jury.’
Nick genoot met volle teugen van zijn leven als professionele dubbelganger. Waar een grote naam als Jan Smit al snel te duur is voor je verjaardag, kom je al snel uit bij the next best thing: zijn dubbelganger, die er nog een beter feestje van maakt dan de echte volkszanger uit Volendam. In het jaar na zijn doorbraak benaderde Nick de populariteit van Jan Smit zelf en reisde Nederland, België, Duitsland en Frankrijk af voor vijf à zes optredens per week. ‘Het was pure rock-’n-roll. Ik was van God los, deed alles wat Hij verboden heeft. Als mensen nee zeiden, deed ik ja en andersom. Ik speelde op de gekste plekken. Campings, braderieën, festivals, kroegen, après-skihutten, bruiloften, verjaardagen, verzin het maar. Ik vond alle aandacht zo fijn, zo lekker.’
De betaalbare versie van Jan Smit had succes, maar te veel aandacht en geld kunnen gevaarlijk uitpakken voor een verslavingsgevoelige entertainer. ‘Veel optredens werden zwart betaald, vaak nog voor het optreden. Voor een half uurtje optreden, ving ik 1200 euro en dat ging zo goed als elke avond direct op. Er kwam zoveel geld binnen, dat ik gewoon niet wist wat ik ermee moest.’
In 2011 sloeg de losgeslagen imitator door in zijn uitgaven. ‘Ik gaf alles op dezelfde avond nog uit en als er wat overbleef, kocht ik daar de volgende dag tweedehands brommers of auto’s van. Voor mezelf, maar ook voor vrienden. Ik heb huizen van vrienden laten schilderen. Ik nam meerdere duurdere telefoonabonnementen. Ik kocht veel domme spullen, maar het meeste geld heb ik uitgegeven aan drank. Ik ging zwaar aan de flessen Moët van 600 euro. Iedereen die ik tegenkwam, kreeg drank van mij. Vrienden, kennissen, maar ook wildvreemden. Wil je een rondje? Doen we, bam! Weer een rug. Een rekening van 500 euro in de kroeg was voor mij een saaie avond.’
‘Met drugs heb ik me nooit echt bemoeid. Ik heb nog nooit iets door mijn neus gehaald. Wel kocht ik soms een zak pillen, voor iedereen die er die avond bij was. Ik was regelmatig helemaal naar de getverderrie en dan kwam ik zes weken mijn bed niet uit. Ik ben heel stom omgegaan met mijn geld. Je zou moeten investeren in nieuwe muziek, nieuwe nummers, éigen nummers, maar ik gaf het alleen maar uit aan drank en gekkigheid.’
Slechts een half jaar na zijn doorbraak verloor de ADHD’er steeds extremer alle grip op de realiteit. ‘Het ging goed mis. Ik raakte steeds vaker in stevige vechtpartijen beland, vaak na mijn eigen shows. Het is een aantal keer flink uit de hand gelopen. Ik heb het over zware mishandelingen. Dat is een paar keer gebeurd. Op een gegeven moment kon ik mijn kop op veel plekken niet meer laten zien. Het ging steeds slechter.’
De uitzichtloze situatie van de imitator ging in no time van kwaad tot erger. ‘Ik ging van 1200 euro per half uur naar 150 euro per half uur. Van 6000 in de maand naar 4000, naar 2000, naar 800, naar niks. Opeens kan je niks meer betalen. Ik had meer schulden dan ik ooit had, terwijl ik meer had verdiend dan ik ooit had gedaan. De belastingdienst en deurwaarders stonden iedere week aan de deur. Zo snel als het goed ging, ging het minstens zo snel bergafwaarts.’ In 2015 werden Nick en zijn vriendin twee dagen voor kerst hun woning uitgezet. ‘We konden de huur niet meer ophoesten. We kwamen terecht in een soort châlet. Dat was een rottijd.’
Het succes uit 2011 leek ver weg toen Nick eten en drinken moest stelen om zichzelf en zijn vriendin te kunnen onderhouden. ‘Niemand leende me meer een stuiver. Ik was het vertrouwen kwijt bij iedereen. We moesten eten en drinken, dus dan ga je domme dingen doen. Ik heb meerdere malen met mijn vriendin bij de Lidl 40 euro afgerekend voor een boodschappenkarretje met 180 euro aan spullen. Ik stal uit winkels waar affiches van mijn kop hingen. Ik schaam me er nog steeds kapot voor. Ik ben er een keer of tien voor opgepakt.’
Zijn dieptepunt bereikte de noodlottige dubbelganger in de gevangenis. ‘Ik was op heterdaad betrapt met diefstal in de supermarkt. Toen ik aankwam op het politiebureau, verzamelde zich een aantal agenten om me heen. “Hé, jij bent toch dat Jan Smit-mannetje?! Zing eens effe een liedje dan!” Nou, dan zakt de wereld echt in elkaar. Tyfus hé, dat was zo verschrikkelijk. Ik ben heel veel kwijtgeraakt en ik heb heel veel kapotgemaakt. Het plotselinge succes heeft een gigantische impact op mij gehad. Het ging me allemaal veel te hard. Ik werd geleefd.’
Lees het hele artikel op Blendle.