Beste Eddie Vedder,
Zaterdag speelde jij in de AFAS Live, Anouk in de daar ongeveer naast gelegen Ziggodome en De Toppers in de ertussen gesitueerde Arena. Het had een leuk spel kunnen zijn: raden wie van die 85.000 mensen op nog geen vierkante kilometer naar welk concert ging. Helaas was het te gemakkelijk om amusant te worden; de verschillen waren te groot.
Alle bezoekers aan De Toppers waren verkleed als cowboy of indiaan. Jouw publiek droeg vaak zwarte shirts van een band. Toppers-fans gaan het liefst met een groep naar hun evenement, jouw fans komen met zn tweeën. En voor Toppers-fans staat hun concert gelijk aan een feest, en dat feest begint duidelijk al onderweg naar het stadion. Vergeleken met hun uitzinnig enthousiasme leek jouw publiek wel op weg naar een begrafenis.
In zekere zin was dat ook het geval. Een dag voor je optreden was Chris Cornell begraven, een van jouw beste vrienden. Dit optreden, het begin van je Europese solotournee, zou beladen worden, dat hing om die reden vooraf al in de lucht.
Dat bleek ook het geval, en wel vanaf de eerste minuut. Je opende met Long Road, een nummer van je band Pearl Jam over afscheid, met de tekst I have wished for so long / How I wish for you today. En zo stond je optreden bol van de nummers waar de dood aan kleeft: Light Years, I Am Mine, Immortality. Na het nummer The End werd het je even te veel en verliet je kort het podium. De naam van Cornell noemde je niet, het verdriet benoemde je wel. Helen kost tijd, zei je, als het al gebeurt. En helen moet érgens beginnen. Dus laat het dan in muziek zijn, in liefde en verbondenheid, en in Amsterdam. Ik vond het, naast een prachtig optreden, ook een prachtige demonstratie van een rouw die soms bijna verdwenen lijkt: ingetogen, zonder al te veel woorden, zonder publiek beleden grootse emoties.
Toen Chris Cornell overleed, stroomden ook mijn tijdslijnen vol met verhalen van mensen die met zijn muziek waren opgegroeid, die vertelden wat zijn teksten, stem en muziek voor hem hadden betekend, en hoe groot daarmee het verlies was, voor de wereld en voor hen zelf. We hebben de afgelopen jaren nogal wat pophelden verloren, dus al die persoonlijke virtuele grafzerken zijn een vertrouwd beeld geworden. Het lijkt me een logische ontwikkeling. We delen vrijwel allemaal vrijwel alles, dus ook ons verdriet.
Maar wat me nu opviel, is dat fans van jou en Cornell, zelfs zijn schoonmoeder, datzelfde opeisten van jou. Op boze toon werd op social media geëist dat jouw band en jij met een publieke verklaring over jullie verdriet zouden komen. Toen duidelijk werd dat jouw tournee gewoon door zou gaan, verslikten sommige mensen zich bijna in hun woede. Hoezo touren? Je vriend is toch dood? Ga ns rouwen!
Openbaar rouwen lijkt van een recht bijna een plicht geworden, opeisbaar bij anderen. Het deed me denken aan wat de Britse schrijver Theodore Dalrymple in zijn kritiek op de sentimentele samenleving beschreef: de ouders van het verdwenen Britse meisje Madeleine Mccann werden 10 jaar geleden op een gegeven moment zélf verdacht van de moord op hun dochter, omdat ze zich in de ogen van het Britse volk verdacht emotieloos gedroegen. Ze huilden niet voor de cameras, dus hoe konden ze dan verdrietig zijn?
Tijdens jouw concert was rouw geen explosie van emoties, maar een implosie.
Toen ik na twee uur daarvan na je laatste nummer de zaal uitliep, botste ik bijna tegen een Toppers-fan op. Ook zijn concert zat er op. Op zijn shirt stond:
Mag mijn pistool in jouw holster?