Generaties groeiden op met De Film van Ome Willem. Totdat hij ermee moest stoppen om plaats te maken voor Peter Jan Rens, die met zijn Grote Meneer Kaktus Show de nieuwe Willem Ruis moest worden. Edwin Rutten (74) blikt terug op wat hij heeft bereikt, maar zonder zichzelf in het centrum van de tijdbalk te plaatsen. De grootste criminelen worden kleine jongetjes als ze tegenover me zitten.
Fotografie Corné van der Stelt
U komt aangescheurd met keiharde muziek. Waar bent u geweest?
Ik kom net van de sportschool, waar ik trouw twee keer per week te vinden ben. Ik heb niet de illusie dat ik me moet plaatsen voor het olympisch rolstoeldansen, maar ik wil wel functioneel blijven bewegen. Mijn sportjuf Tanja helpt me om mijn conditie op peil te houden. Inmiddels zijn we vijf jaar verder en loopt het super.
U maakt muziek, maar het grote publiek kent u toch vooral als Ome Willem.
Tja, het journaille denkt vaak dat ik dat hart- stikke vervelend vind, maar dat is helemaal niet zo. En als ze zeggen dat ik er nooit meer vanaf kom, dan is dat omdat jullie journalisten er ook steeds weer over beginnen (lacht). We zijn in 1990 gestopt met De Film van Ome Willem. Volgens een hardnekkig gerucht omdat Peter Jan Rens, die bij de Vara de nieuwe Willem Ruis moest worden, in zijn contract had laten opnemen dat zijn kinderprogramma, De Grote Meneer Kaktus Show, moest blijven bestaan. Dat ging ten koste van ons. Jammer, want het liep nog als een tiereier.
Hebben uw partners u weleens een groot kind genoemd?
Een groot kind is wat anders dan kinderlijk. Ik kan me goed verplaatsen in de tijd dat ik 4, 9 of 12 jaar oud was. Ze zeggen altijd dat je er een kern daarvan hebt bewaard en ik speelde het ook niet voor groter. Ik ben ook eigenlijk nog steeds 9 jaar, alleen dan met meer vlieguren. Mijn echtgenote vindt dat ook leuk, want let wel: je bent niet gek, he?? Als mensen zeggen dat ik altijd zo vrolijk ben, dan zeg ik dat vrolijkheid alleen maar bestaat bij de gratie dat ik ook een mooie, genoeglijke melancholie heb. Alleen maar vrolijk zijn is zo niks. Ik ben happy om wat geweest is en heb niet de drang terug in de tijd te willen stappen. Op mijn 16de hoorde ik ouderen roepen dat er vroeger nog gelachen werd. Hoezo, vroeger? Je moet jezelf nooit in het centrum van de tijdbalk plaatsen. Zon zeurende oudere zal ik nooit worden.