Javier Pena en Steve Murphy gaven jaren van hun leven om Pablo Escobar te vangen. In Narcos werd hun jarenlange klopjacht op de grootste drugsdealer ter wereld van een flinke scheut Hollywoodsaus voorzien. De detectives vertellen nu hoe ze El Patrón echt te pakken kregen. Of het persoonlijk was? Natuurlijk!
Fotografie Getty Images E.A.
Het is het iconische slotbeeld van de Netflix-serie Narcos. Acht mensen, waaronder een aantal zwaarbewapende militairen en rechercheurs Javier Pena en Steve Murphy, poseren op een dak in een buitenwijk van Medellín met het zielloze lichaam van Pablo Escobar. Iedereen lacht zijn tanden bloot en de drugsbaron zelf ligt er letterlijk bij als een zojuist afgeschoten dier. Een ontblote dikke onderbuik, de armen kruislings voor het gezicht en het hele lichaam besmeurd met bloed. De trofee van een jarenlange man hunt, die als een plaatje voor op de schoorsteenmantel moet dienen.
Veel mensen hebben mij in de loop der jaren gevraagd of ik ooit spijt heb gekregen van die foto, vertelt Murphy met lichte verbazing in zijn stem. Nou: geen seconde. Ik wist namelijk dat door deze actie heel Colombia veiliger was geworden en niet meer hoefde te vrezen, puur omdat één man uit de weg was geruimd.